Startpagina Schapen

Voortplanting van alpaca’s en lama’s vergt eigen aanpak

Je kan er tegenwoordig niet naast kijken. In weilanden, in je achtertuin of op Facebook, overal zie je alpaca’s en lama’s. Cameliden worden steeds populairder als huisdier. In dit artikel wordt er dieper ingegaan op de voortplanting van deze cameliden.

Leestijd : 6 min

Een vrouwelijke alpaca wordt een merrie of ‘hembra’ genoemd. In België zijn ze het hele jaar door vruchtbaar. Om een moeilijke bevalling (veulening) te voorkomen, wordt er aangeraden om merries pas te laten dekken vanaf de leeftijd van 18-24 maanden of wanneer ze meer wegen dan 65% van het verwachte volwassen lichaamsgewicht.

Een merrie maakt elke 10-14 dagen één cyclus door. Op het einde van zo’n cyclus is de merrie seksueel receptief en zal ze, bij het in contact komen met een hengst, op haar buik gaan liggen. Als de merrie in het midden van haar cyclus zit, zal ze de hengst bespuwen, agressief reageren en proberen te ontsnappen. Een normale dekking duurt gemiddeld 25 minuten (5-65 min).

Is mijn merrie drachtig?

Na een goede dekking kan je op verscheidene manieren te weten komen of je alpaca daadwerkelijk drachtig is, bijvoorbeeld als je de merrie na 11-13 dagen in contact brengt met een hengst en ze zich niet laat dekken.

Dit is echter geen waterdichte methode, vandaar dat er aangeraden wordt om de dierenarts te contacteren om een drachtdiagnose uit te voeren. Met behulp van een echografie kan men tussen dag 16 en dag 23 met 100% zekerheid weten of de merrie drachtig is. Een echografie op 60 dagen dracht is echter heel wat makkelijker om uit te voeren en is hierdoor de methode die het vaakst wordt toegepast.

Een laatste optie is drachtdiagnose door middel van hormoonbepaling (progesteron) in het bloed. Dit kan vanaf 11-13 dagen dracht, al is het wel belangrijk om de merrie meermaals te laten controleren, want drachtverlies komt regelmatig voor. Het is aangeraden om zowel na 2-3 weken als na 60 dagen je merrie te laten controleren op dracht.

De veulening

Het is aangewezen om het normale verloop van een veulening bij cameliden te kennen, om zo eventuele problemen op te kunnen merken.

Een normale dracht duurt gemiddeld 345 dagen (320-400 dagen). Enkele tekenen van de naderende veulening zijn het verweken van de bekkenbanden en het zwellen en verslappen van de vulva. Tijdens de laatste maand van de dracht begint de uier zich te vullen met melk. Het regelmatig observeren van de merrie op het einde van de dracht is dan ook van groot belang, alsook het vermijden van stress. De merrie heeft het best toegang tot een propere, droge stal met voldoende water en hooi. Je kunt ervoor opteren om de merrie te scheiden van de kudde, maar zet een alpaca nooit alleen. Ofwel moet ze een ‘vriendje’ hebben, ofwel moet ze de kudde kunnen zien en aanraken.

De meeste alpaca’s bevallen tijdens het ochtendgloren (rond 6 uur). De veulening verloopt in 3 fases. De eerste fase of voorbereidingsfase duurt 3 tot 48 uur. De merrie zal zich isoleren van de kudde, minder eten, ongemakkelijk zijn en meer urineren en mesten. De tweede fase (uitdrijvingsfase) verloopt zeer snel (5-30 minuten) en start met het scheuren van de waterblaas. Kort daarna is de slijmblaas zichtbaar, met daarin het hoofdje van de cria. De meeste merries blijven rechtstaan tijdens de veulening. De derde en laatste fase is het uitdrijven van de nageboorte. Dat gebeurt meestal binnen het eerste uur na de veulening.

Problemen tijdens de veulening

Problemen tijdens de partus komen zeer weinig voor bij cameliden (<5%).

In deze 4 situaties wordt de dierenarts het best gebeld:

De eerste fase duurt langer dan 6 uur én de merrie heeft veel pijn.

De waterblaas is gescheurd, maar na 15 minuten is er nog geen cria of slijmblaas te zien.

Er komt bloederig of etterig vocht uit de vagina.

Een moeizame bevalling gedurende de avond of nacht.

Een gecompliceerde veulening herkennen is héél belangrijk bij cameliden, aangezien ze gevoelig zijn voor beschadigingen van hun voortplantingsstelsel, wat onder andere kan leiden tot onvruchtbaarheid. Vandaar dat er aangeraden wordt om de dierenarts te bellen en om deze te laten assisteren bij de veulening.

Meteen na de veulening

Eens de cria geboren is, is het belangrijk om de moeder en de nakomeling vanop een afstand te monitoren. De merrie en haar cria zullen meteen een band vormen door neus op neuscontact en door te hummen en te knuffelen. Merries likken de cria bijna nooit af, in tegenstelling tot vele andere diersoorten. Menselijk contact in deze periode kan ervoor zorgen dat de band niet ontstaat.

Een pasgeboren cria.
Een pasgeboren cria.

Na het vormen van de band kan men de cria en merrie het best onderzoeken. In tabel 1 worden enkele belangrijke parameters weergegeven. De navel van de cria wordt het best ook ontsmet (met chloorhexidine of jodiumtinctuur), twee- tot driemaal binnen de eerste 24 uur. Daarnaast is het goed om de cria de eerste 2 weken dagelijks te wegen, om de groei goed bij te houden. Dit is de beste manier om te controleren of de merrie voldoende melk geeft aan de cria.

38-3412-cria-web

Check de biestopname

Het opnemen van voldoende eerste melk of biest is heel belangrijk, aangezien cria’s geboren worden zonder antistoffen. In deze biest, of colostrum, zitten veel antistoffen die de cria in de eerste levensweken beschermen. Het doel is om binnen de 12 uur minimaal 10% van het lichaamsgewicht van de cria aan biest te geven. Een goede manier is om te controleren of de cria voldoende drinkt bij de moeder. Een andere manier om dit te doen, is door elke 2 uur 60 tot 100 ml biest aan te bieden.

Er zijn meerdere redenen waarom een cria te weinig biest zou kunnen opnemen. Enerzijds kan het zijn dat de merrie te weinig biest geeft door bijvoorbeeld een opgehouden nageboorte, een moeilijke partus of door stress. Vervangen door of aanvullen met diepvriesbiest is een mogelijkheid om het probleem van te weinig biest aan te pakken.

Biest van een andere alpaca is uiteraard de beste optie. Indien dit niet beschikbaar is, is geitenbiest het beste alternatief. Biest van runderen kan ook, al is dit de minste van de 3 opties. Anderzijds kan het zijn dat de cria onvoldoende kracht heeft om te zogen of dat het een gezwollen tong heeft door een moeilijke partus. Een derde reden kan zijn dat er te weinig antistoffen in de melk zitten.

Mogelijke problemen

Pasgeboren dieren zijn gevoelig voor allerlei ziekten. De kans op ziekte kan verkleind worden door middel van een goed biestmanagement en een gepaste vaccinatie. Enerzijds kan je de merrie 4 tot 6 weken voor de partus vaccineren om de hoeveelheid anti-stoffen in de biest te boosten, anderzijds kan men de cria vaccineren op de leeftijd van 1 maand met een clostridiumvaccin. Daarnaast is het belangrijk om de merrie tijdens de dracht te supplementeren met vitamine A, D en E en met selenium. Zeker het geven van vitamine D in de herfst en winter is noodzakelijk, want een tekort hieraan kan leiden tot een verminderde ontwikkeling van de cria.

Het is belangrijk om te controleren of de cria voldoende drinkt bij de moeder.
Het is belangrijk om te controleren of de cria voldoende drinkt bij de moeder. - Foto: Manon Dewulf, met dank aan Hof ter Meulen (De Haan)

De eerste 24 uur zijn kritiek voor de pasgeboren cria. Enkele zaken waarvoor men alert moet zijn, zijn het afkomen van de eerste mest, het opnemen van biest, extreme temperaturen en het voorkomen van infecties die een bloedvergiftiging kunnen veroorzaken. Dat laatste kan zich uiten door troebele ogen, maar ook door gewichtsverlies, diarree of zenuwsymptomen. Een bloedvergiftiging komt vaak voor bij te vroeg geboren dieren, bij dieren die geboren worden in een vuile omgeving of bij dieren waarvan de navel niet ontsmet wordt. Deze aandoening is altijd een noodgeval. Andere aandoeningen bij de cria en de merrie na de bevalling zijn terug te vinden in tabel 2.

38-3412-cria 2-web

Manon Dewulf (UGent)

Lees ook in Schapen

Hoe bereid je de aflamperiode goed voor ?

Schapen Op sommige bedrijven zijn de eerste lammeren al geboren, maar voor de meeste bedrijven vinden de geboorten plaats tussen half februari en april. De geboorteperiode is de meest delicate, maar ook de belangrijkste periode voor een schapenbedrijf. Het aantal lammeren is bepalend voor de rendabiliteit, maar het moeten wel levende en finaal verkoopbare lammeren zijn.
Meer artikelen bekijken