Startpagina Actueel

ABS: “Geamendeerd stikstofdecreet biedt nog steeds geen rechtszekerheid op lange termijn”

Net als Boerenbond hebben ook het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) en de nieuwe politieke partij BoerBurgerBelangen nog heel wat opmerkingen en vragen bij het geamendeerde voorstel van stikstofdecreet dat op 21 december wordt voorgelegd aan het Vlaamse parlement.

Leestijd : 5 min

Na het politieke akkoord over stikstof dat bereikt werd door N-VA, Open Vld en cd&v op 14 november is er nu een geamendeerde versie van het voorstel van decreet over stikstof neergelegd in het Vlaamse Parlement.

“Het bijzonder aparte parcours om te komen tot een wetgevend kader wordt hiermee verdergezet, zonder zekerheid dat dit voorstel overeind blijft bij de stemming op 21 december, noch dat de eventueel gestemde teksten zonder kleerscheuren voorbij de Raad van State of later het Grondwettelijk Hof geraken”, zegt voorzitter Hendrik Vandamme van ABS.

Nieuwe procedureslag?

“Wanneer dat laatste het geval zou zijn, wat zeer te betwijfelen valt, dan loert de Raad voor Vergunningsbetwistingen mogelijk ook nog om de hoek. De ervaringen van de voorgaande jaren indachtig zijnde zou het ons geenszins verbazen indien milieu-activistische groeperingen zich nu reeds aan het voorbereiden zijn op een procedureslag”, waarschuwt Vandamme.

“Wat bevestigd wordt in het huidige voorstel van decreet is dat men vasthoudt aan het onderscheid tussen landbouw en industrie. Zonder een afdoende uitleg en zonder sluitende onderbouwing waarom er nog steeds vastgehouden wordt aan de verschillende beoordeling, nochtans een cruciale opmerking vanwege de Raad van State in hun advies over het eerste voorstel van decreet van 27 juli, lijkt het naar onze mening niet verstandig dat men die houding nog steeds niet bijstelt.”

Geen rechtszekerheid op lange termijn

“En ook al zitten er enkele tegemoetkomingen in de teksten, zoals ze nu voorliggen bieden de ingediende wetteksten nog steeds geen rechtszekerheid op lange termijn. Er wordt gegoocheld met reductiecijfers en -percentages en vooruitgeschoven jaartallen waartegen één en ander zou moeten gereduceerd worden op sector- en bedrijfsniveau, concrete stappen naar meer rechtszekerheid zijn ver te zoeken.”

“Wanneer je bijvoorbeeld leest dat in de rundveesector globale sectordoelstellingen de bovenhand halen op de reeds geleverde inspanningen door de deelsector zoogkoeien en vleesvee, dan misken je die deelsector en wordt die deelsector simpelweg op het offerblok gelegd. Onbegrijpelijk omdat die sector net niet het probleem vormt. Ieder zijn verantwoordelijkheid doen nemen en niet teren op de kap van een kleinere sector lijkt ons het minste wat de politiek en de ambtenarij kon doen. Straks komen diezelfde actoren leuteren over de teloorgang van de lokale veehouderij en het gebrek aan grazende zoogkoeien in het Vlaamse landschap”, stelt Hendrik Vandamme.

“Wat ook opvalt is de passage waarin men aangeeft dat dit decreet van toepassing zal zijn op alle omgevingsvergunningsaanvragen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van het decreet (i.e. na de publicatie in het Staatsblad) en waarover de vergunningverlenende overheid nog geen beslissing nam én ook van toepassing zal zijn op aanvragen die opnieuw moeten behandeld worden na een vernietigingsarrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Die passage alleen al zet specialisten in Grondwettelijk Recht op scherp, net zoals de eerder genoemde verschillende benadering landbouw-industrie.”

Willekeur bij beoordeling

“Men laat de landbouw nog steeds over aan de willekeur van een ambtelijk apparaat bij de advisering over een omgevingsvergunningsaanvraag en de evaluatie van de eventueel bijgevoegde passende beoordeling. Die interpretatievrijheid werd niet weggenomen, wel integendeel”, meent de voorzitter. Dat verontrust deze sectorfederatie enorm.

“Net zo met de mogelijke externe saldering. Waar een ministeriële omzendbrief voor soelaas en duidelijkheid zou moeten zorgen zal er in de praktijk veel watervrees zijn bij de lokale of provinciale ambtenaren om in te stemmen met het samenvoegen van activiteiten. Wat ons opvalt is dat de huidige versie van het voorstel van decreet op verschillende punten geen rekening houdt met het advies van de Raad van State van 2 oktober en dat men volhardt in de dwaling. We rekenen erop dat er voorafgaand aan de stemming nog een grondig debat gevoerd wordt in het Parlement en dat dit cruciaal dossier niet snel-snel door de stemmachine geduwd wordt”, besluit Hendrik Vandamme.

Ook Boer Burger Belangen (BBB) blijft zich verzetten tegen het ingediende amendement in kader van het stikstofdecreet. “Wij kunnen niet begrijpen waarom de 3 indienende meerderheidspartijen de landbouw de rug toekeren door zich halsstarrig aan een onreëel stikstofverhaal te klampen dat geen oplossing zal vormen om het doel van het akkoord ooit te bereiken”, zeggen Filip Boone en Tine Hermans van BBB.

Leefbaarheid en toekomstperspectief

“De onvergunbaarheidsdrempel wordt vervangen door anti-economische maatregelen. Veehouderijen die zich inschrijven in de generieke reducties zoals 60% emissiereductie voor niet-ammoniakemissie-arme varkens- of pluimveestallen of 25% emissiereductie voor melkveestallen, kunnen een hervergunning voor onbepaalde duur aanvragen zonder individuele passende beoordeling voor wat betreft stikstof. Wie stelt zich de vraag over leefbaarheid van deze sterk gereduceerde bedrijven? Wie zal de gemaakte investeringen en bijhorende kredieten die op huidige bezettingen toegekend zijn terugbetalen?”

“Productierechten die jonge boeren aankochten in het kader van hun toekomstige bedrijfsontwikkeling komen in het gedrang. (vooral voor starters van voor 2017) Om in aanmerking te komen voor startersteun diende men tot 85% van zijn/haar vergunning in te kopen ook al had men de dieren nog niet.”

“In het decreet voorziet men een afroming vanaf 01/01/2024. Deze maatregel grijpt rechtstreeks in op de bedrijfsvoering en is in onze ogen onverantwoord. Zie het als een krediet dat met 15 dagen verwittiging opgezegd en geïnd wordt”, klinkt het bij de BBB.

“Er wordt ook al melding gemaakt van een tweede vrijwillige of afgedwongen afroming van emissierechten in 2026-2028. Een herevaluatie van de rundveesector in 2026 duidt er op dat het huidige beleid niet direct bereid is om te stoppen en van plan is in aanloop van verkiezingen 2029 terug een stikstofbom te leggen op de overlevende toekomstige landbouw.”

Oogkleppen

“Het feit dat factoren als de huidige uitstapregeling varkens, de natuurlijke afvloeiing door vergrijzing, de onmogelijkheid van het bekomen van vergunningsverlengingen, niet in rekening gehouden worden laat ons concluderen dat de huidige beleidspartijen blijven rondlopen met oogkleppen op. Het telkens verleggen van het referentiejaar (nu 2021) wijst er op dat eventuele bekomen verbeteringen terug vergeten worden. Men blijft ook starten met vergelijkpunten in 2000 in plaats van 1995 waar de situatie veel slechter was.”

Blijvende onzekerheid

“Hoe zal men in de praktijk omgaan met de individuele passende beoordelingen? Wat met stikstof uit het buitenland? Zullen bedrijven mogelijkheid hebben om stikstofruimte met elkaar uit te wisselen (salderen)? Hoe snel zullen nieuwe technieken erkend geraken? Welke garanties krijgen bedrijven die investeren in technieken dat ze na 2030 niet opnieuw moeten inkrimpen en/of investeren? Teveel vraagtekens en onduidelijkheden om akkoord te gaan, om nog niet te spreken over de blijvende onaanvaardbare discrepantie tussen landbouw en industrie”, besluiten Filip Boone en Tine Hermans van BBB.

Filip Van der Linden

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken