Startpagina Economie

SMP-prijzen blijven op laag niveau

Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 3 april met ons de financiële situatie in de wereld en de internationale zuivelmarkten. De geschatte voorraad mageremelkpoeder ligt vooral door de lagere productie lager dan vorig jaar eind januari.

Leestijd : 4 min

De inflatie in de eurozone is in maart meer gedaald dan verwacht. “De inflatie daalde naar 2,4% en de kerninflatie, zonder voeding en energie, kende ook een daling naar 2,9%”, beschrijft Raf Beyers. “Voor beide kengetallen hadden economen 0,1% hogere cijfers verwacht. Aangezien de inflatiedoelstelling van 2% daarmee dichterbij komt, lijkt een rentedaling in juni door de Europese Centrale Bank (ECB) bijna zeker. De tragere prijsstijgingen van voeding en van industriële goederen veroorzaken deze daling. De daling van de energieprijzen is wel vertraagd door de stijging van de olieprijzen.”

De diensteninflatie in de eurozone blijft hardnekkig door voor de vijfde maand op rij 4% te noteren. De stijging van de lonen is hier vooral de oorzaak van. De geldmarkt verwacht dat de ECB na een rentedaling in juni nog 2 of 3 keer de rente zal verlagen, om tegen het einde van het jaar op een depositorente uit te komen van 3 of 3,25 %, tegenover de 4% nu. “Zou het dus kunnen dat de ECB eerder een renteverlaging doet dan de Federal Reserve (FED)?”, vraagt Raf Beyers zich af. “In de Verenigde Staten (VS) kijkt men immers aan tegen terug een stevig banenrapport, met over maart een grotere banengroei in de private sector dan verwacht. Dit is, naast de stijgende olieprijzen die ook de inflatie terug kunnen stuwen, de reden van grote onzekerheid over renteverlagingen door de FED.”

Olieprijs stijgt

De verslechtering van de Russische olie-infrastructuur, de blijvende spanningen in het Midden-Oosten, de toename van de industriële activiteit in zowel China als de VS en de recente beslissing van OPEC+ (organisatie van olie-exporterende landen en hun bondgenoten) om de olieproductie onveranderd te laten, doet een vat Brent-olie stijgen richting 90 dollar en een vat West Texas Intermediate (WTI) richting 86 dollar. Dat betekent voor de olieprijs sinds Nieuwjaar een rally van bijna +17%.

Op de Global Dairy Trade (GDT)-zuivelveiling in Nieuw-Zeeland schreef men, na 2 teleurstellende veilingen, terug met groene cijfers door een prijsstijging van 2,8%.

Zwakkere Chinese melkproductie

De totale melkproductie van de EU-27 met het Verenigd Koninkrijk (VK) daalde in januari met 1%. Zowel het vet als het eiwit waren wel hoger dan vorig jaar, wat de melkproductie in milk solids maar 0,2% liet dalen in de eerste maand van het jaar.

Beyers: “We komen in Europa nog van -2% in milk solids in oktober 2023. Een herstel van de Europese melkproductie lijkt daarmee zichtbaar. Melkprijzen die wat gestegen zijn en die nu misschien even pas op de plaats maken, en dalende voedergrondstofprijzen, kunnen de melkproductie stimuleren voor het tweede kwartaal. De natte weersomstandigheden in West-Europa fnuiken voorlopig wel een ‘weidemelkeffect’. De Polen molken over de eerste 2 maanden van het jaar 2,5% meer, telkens schrikkeldag gecorrigeerd. In Frankrijk zien we op weekbasis de melkproductie sinds maart een kleine 1% hoger gaan.”

De Chinese melkproductie liet in de eerste 2 maanden van dit jaar een stevige verzwakking zien tegenover vorig jaar. Zo kwam er zelfs 0,5% minder melk binnen in vergunde afleverstations dan vorig jaar. “Dit is zwak, te weten dat men vorig jaar 11% hoger zat dan in 2022. Als de melkaanvoer in China zo zwak zou blijven, kan dit mogelijk de huidige zwakke import doen keren. Het is eigenlijk ook niet verwonderlijk dat de Chinezen niet stevig melken, omdat ze nu aan de laagste melkprijs moeten leveren van de voorbije 4 jaar.”

Dure Nieuw-Zeelandse boter

De ramadam eindigde op 9 april. “We zagen op de GDT van 2 april een opvallende toename van koopbelangstelling vanuit het Midden-Oosten. Op de GDT gingen dan ook vooral de vetrijke producten boter (+3,1%) en vollemelkpoeder (WMP, whole milk powder) (+3,4%) in prijs omhoog. Boter noteert in Nieuw-Zeeland nu 6.098 euro/ton, wat een stuk steviger is dan de Europese boterindex van 5.737 euro/ton. In Nieuw-Zeeland is boter daarmee het duurst, want de Amerikaanse boter noteert nabij de Europese prijs, met 5.823 euro/ton.”

In Europa valt het op dat de Duitse boterprijs in week 14 gelijk blijft, op 5.650 euro/ton. De Nederlandse en Franse boterprijs stijgen wel stevig in de week na Pasen, met respectievelijk +110 en +170 euro/ton. Dat de Duitse boterprijs wat achterblijft, doet geen goed nieuws vermoeden over de boterprijsonderhandelingen met de supermarkten daar.

Binnen Europa is er een circa 3,8% lagere boterproductie dan vorig jaar bij het begin van het jaar. Ook de boterimport daalde in januari stevig en de export nam met 2.000 ton toe. Een zwakke productie en import, in combinatie met een goede export zorgen voor een schatting van de Europese botervoorraad eind januari die 5.000 ton – of 32% – lager lag dan vorig jaar.

Lagere SMP-voorraad in Europa

De Europese melkpoederprijs gaat niet mee met het herstel van de boterprijs. Zo blijft de Europese mageremelkpoeder (SMP, skimmed milk powder)-index de week na Pasen ongeveer gelijk aan vorige week op 2.335 euro/ton. De Nederlandse SMP-prijs trok een beetje omhoog en de Duitse daalde bijna evenveel. Met deze stijging is de Nederlandse SMP-prijs met 2.300 euro/ton nog altijd wel de laagste in de Europese index.

Ook op de GDT bleef SMP van alle belangrijk verhandelde zuivelproducten het meest bescheiden, met maar 1,4% prijsstijging naar 2.359 euro/ton. Het zit daarmee heel dicht op de Europese prijs. WMP blijft in Nieuw-Zeeland nog altijd goedkoop, met 3.003 euro/ton, en dit ondanks een prijsstijging van 3,4%.

De Europese SMP-productie was in januari 8,7% lager dan vorig jaar. De import nam in EU27+VK wel 17,6% toe en de export daalde in januari 7,3%. “De geschatte voorraad ligt vooral dankzij de lagere productie nog wel lager dan vorig jaar eind januari. Ondanks de zwakke exportpositie voor WMP is het straf dat men in januari in EU27+VK 1,8% meer WMP produceerde dan vorig jaar. De Europese balans van WMP is dan ook kwetsbaar, gezien de stijgende importcijfers, omdat de Europese prijs van WMP zo aantrekkelijk is”, besluit Raf Beyers het zuiveloverzicht.

Anne Vandenbosch

Lees ook in Economie

Michael Gore: “Als het zo doorgaat, glijden we opnieuw af naar een crisis in de vleesveesector”

Vleesvee Het aantal runderslachtingen staat op een historisch laag niveau. We produceren vandaag de dag minder rundvlees dan in 1970 en als je het aan Michael Gore, afgevaardigd bestuurder van de nationale beroepsvereniging voor slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels (Febev), vraagt is de bodem nog niet in zicht. “We kunnen deze neerwaartse trend alleen stoppen bij de basis: de boer, alsook de tussenschakels in de vleesproductieketen, moeten een eerlijke prijs ontvangen voor hun product. Dat is de impuls die we nodig hebben om de hele keten draaiende te houden.”
Meer artikelen bekijken