Vijf jaar boeren voor natuur en landschap
Agrobeheercentrum Eco² bestaat vijf jaar, en Vlaanderen heeft het geweten. Het centrum zal namelijk het komende jaar in alle vijf provincies zijn werking uitleggen en een demomoment of terreinbezoek uitvoeren. De eerste stop is niet voor niets Limburg, waar het centrum de meeste agrobeheergroepen en landbouwers in hun werking telt.


Erkenningen en meer agrobeheergroepen
Ecologie en economie
Eco² staat voor ecologie x economie. Het eerste eco² project was een project met drie poten. Eén van die poten was geinitieerd vanuit Boerenbond, vanuit het besef dat er veel druk was op het ruimtegebruik in Vlaanderen. Men leerde dat landbouwers zouden moeten samenwerken in een gebiedsgerichte benadering omdat dat een duurzaam effect heeft. Het oprichten van agrobeheergroepen is dan ook wat de vereniging doet. Dit zijn lokale groepen landbouwers die rond een bepaald thema werken aan agrarisch landschaps- en natuurbeheer, en die hierrond ook worden begeleid door de vereniging.
Tegelijkertijd wil de vzw ook aan kennisopbouw doen en die kennis ook naar de landbouwers brengen. Via projecten worden nieuwe toepassingmogelijkheden gezocht die de landbouwers betrekken bij het agrarisch natuurbeheer. Innovatieve projecten zijn maar mogelijk als je gaat samenwerken met alle spelers in het werkveld. Bij ‘Koester de koolstof’ is dat bijvoorbeeld met de Bodemkundige Dienst van België. Netwerken en samenwerken is in Europa heel belangrijk. Voor de vereniging is één van de belangrijkste opdrachten aan beleidsontwikkeling werken. De juiste instrumenten en middelen zijn nodig om op een bedrijfsverantwoordelijke manier aan mee te werken.
9 agrobeheergroepen, 6 lopende projecten
De eerste twee Limburgse agrobeheergroepen waren die in de Voerstreek en Tongeren. Die zijn actief rond landschapsbeheer en houtkantenbeheer. De recentste agrobeheergroep, sinds 2016, bevindt zich in Halen en noemt Tam-Ara. Deze richt zich op weidevogelbeheer en houtkantenbeheer.
In het noorden van Limburg, Bocholt, werd van start gegaan met het project Twecom om daar rond houtkantenbeheer te werken en meer bepaald te kijken naar de valorisatie van die beheerresten naar energietoepassingen toe. Zo kon er een school in Bocholt verwarmd worden met een houtsnipperketel. Dat project heeft navolging gekregen in het project ‘Hagehelden’, waar wordt gekeken of men het kan uitbreiden naar de hele provincie. Hier werken agrobeheergroepen Bilzen, Land van Loon, Bocholt, Neerpelt en Hamont-Achel aan mee.
Ook zijn er in het noorden vier agrobeheergroepen die aan een thema rond waterbeheer werken, in samenwerking met de Watering De Dommelvallei. Hier werken Kempense landbouwers samen aan een duurzaam waterbeheer. Eerst werd gewerkt aan het stuwpeilbeheer door het herstellen van stuwtjes. Peilgestuurde drainage leek op dat moment ook interessant en werd getest op vier demolocaties. De resultaten waren positief, en het project kreeg navolging in het project ‘Drainage Plus’. In dit project worden landbouwers begeleid bij het maken van de switch tussen klassieke drainage naar peilgestuurde drainage.
Onder impuls van De cirkel en het project Erosieteams, waarin land- en tuinbouwers samenwerken en afspraken maken over de nodige erosiebeheermaatregelen en het beheer, werden ook kansen gezien om een agrobeheergroep in Borgloon op te richten.
Een nog lopend project in Limburg is ‘Maaslandrunderen’. Hier wordt getracht een samenwerking op punt te zetten tussen landbouwers en de