Startpagina Actueel

Vijf jaar boeren voor natuur en landschap

Agrobeheercentrum Eco² bestaat vijf jaar, en Vlaanderen heeft het geweten. Het centrum zal namelijk het komende jaar in alle vijf provincies zijn werking uitleggen en een demomoment of terreinbezoek uitvoeren. De eerste stop is niet voor niets Limburg, waar het centrum de meeste agrobeheergroepen en landbouwers in hun werking telt.

Leestijd : 5 min

D e voorzitter van Agrobeheercentrum Eco² Vincent Fagard mocht alvast de spits afbijten op de viering in het Limburgse Gingelom, door te vertellen over de geboorte van de vzw : “Op 24 september 2012 kwamen we in Leuven samen met 20 landbouwers uit 13 agrobeheergroepen, vertegenwoordigers van de landbouworganisaties Boerenbond en ABS, en afgevaardigden van de Vlaamse landbouw- en milieuadministratie. Die avond werd het agrobeheercentrum ECOkwadraat opgericht. Vier jaar projectwerking met landbouwers rond landschaps- en natuurbeheer toonden aan dat deze inspanningen best een structurele verderzetting kregen in een eigen vereniging.”

Agrobeheercentrum Eco² wil kansontwikkeling voor landbouw, natuur en landschap door deze drie aspecten met elkaar te verbinden. In verschillende projecten worden land- en tuinbouwers ondersteund om gebiedsgericht samen te werken in de agrobeheergroepen en tegelijkertijd gemeentegrensoverschrijdend te werken in duurzame en vernieuwende initiatieven.

Erkenningen en meer agrobeheergroepen

Ondertussen telt de vzw 31 agrobeheergroepen over heel Vlaanderen, waarvan er negen zich bevinden in Limburg. Limburg is dus koploper, ook in het aantal landbouwers die betrokken zijn in de werking. De aanwezigheid van meer agrobeheergroepen in Limburg kon Sven Defrijn onder andere door Lisro verklaren, die heel wat werk gedaan heeft en verschillende initiatieven opstartte om rond agrarisch natuurbeheer te werken.

Verder is de vereniging erkend als centrum voor sensibilisering duurzame landbouw en als adviesverleners in het kader van Kratos rond biodiversiteit en agro-milieumaatregelen. Vorig jaar kreeg het ook de erkenning van gewestelijke thematische natuur- en milieuvereniging.

Gedeputeerde van Landbouw Inge Moors is blij met wat de vzw ondertussen bereikt heeft: “We hopen dat de organisatie zich verder zal uitbouwen tot een succesvolle en bekende vzw. Vanuit de provincie Limburg hebben wij van in het begin de schouders onder Eco² gezet. Ze zijn (co)promotor bij verschillende projecten zoals Drainage Plus, ‘Hooi van hier’, Maaslandrunderen, Erosieteams. Ook via financiële steun aan Lisro (Limburgs steunpunt rurale ontwikkeling) draagt de provincie Limburg bij. We ondersteunen hen dus bij vele projecten.”

Ecologie en economie

Eco² staat voor ecologie x economie. Het eerste eco² project was een project met drie poten. Eén van die poten was geinitieerd vanuit Boerenbond, vanuit het besef dat er veel druk was op het ruimtegebruik in Vlaanderen. Men leerde dat landbouwers zouden moeten samenwerken in een gebiedsgerichte benadering omdat dat een duurzaam effect heeft. Het oprichten van agrobeheergroepen is dan ook wat de vereniging doet. Dit zijn lokale groepen landbouwers die rond een bepaald thema werken aan agrarisch landschaps- en natuurbeheer, en die hierrond ook worden begeleid door de vereniging.

Tegelijkertijd wil de vzw ook aan kennisopbouw doen en die kennis ook naar de landbouwers brengen. Via projecten worden nieuwe toepassingmogelijkheden gezocht die de landbouwers betrekken bij het agrarisch natuurbeheer. Innovatieve projecten zijn maar mogelijk als je gaat samenwerken met alle spelers in het werkveld. Bij ‘Koester de koolstof’ is dat bijvoorbeeld met de Bodemkundige Dienst van België. Netwerken en samenwerken is in Europa heel belangrijk. Voor de vereniging is één van de belangrijkste opdrachten aan beleidsontwikkeling werken. De juiste instrumenten en middelen zijn nodig om op een bedrijfsverantwoordelijke manier aan mee te werken.

9 agrobeheergroepen, 6 lopende projecten

De eerste twee Limburgse agrobeheergroepen waren die in de Voerstreek en Tongeren. Die zijn actief rond landschapsbeheer en houtkantenbeheer. De recentste agrobeheergroep, sinds 2016, bevindt zich in Halen en noemt Tam-Ara. Deze richt zich op weidevogelbeheer en houtkantenbeheer.

In het noorden van Limburg, Bocholt, werd van start gegaan met het project Twecom om daar rond houtkantenbeheer te werken en meer bepaald te kijken naar de valorisatie van die beheerresten naar energietoepassingen toe. Zo kon er een school in Bocholt verwarmd worden met een houtsnipperketel. Dat project heeft navolging gekregen in het project ‘Hagehelden’, waar wordt gekeken of men het kan uitbreiden naar de hele provincie. Hier werken agrobeheergroepen Bilzen, Land van Loon, Bocholt, Neerpelt en Hamont-Achel aan mee.

Ook zijn er in het noorden vier agrobeheergroepen die aan een thema rond waterbeheer werken, in samenwerking met de Watering De Dommelvallei. Hier werken Kempense landbouwers samen aan een duurzaam waterbeheer. Eerst werd gewerkt aan het stuwpeilbeheer door het herstellen van stuwtjes. Peilgestuurde drainage leek op dat moment ook interessant en werd getest op vier demolocaties. De resultaten waren positief, en het project kreeg navolging in het project ‘Drainage Plus’. In dit project worden landbouwers begeleid bij het maken van de switch tussen klassieke drainage naar peilgestuurde drainage.

Onder impuls van De cirkel en het project Erosieteams, waarin land- en tuinbouwers samenwerken en afspraken maken over de nodige erosiebeheermaatregelen en het beheer, werden ook kansen gezien om een agrobeheergroep in Borgloon op te richten.

Een nog lopend project in Limburg is ‘Maaslandrunderen’. Hier wordt getracht een samenwerking op punt te zetten tussen landbouwers en de natuurvereniging rond de jaarrondbegrazing als terreinbeheer. Lokale landbouwers die vlakbij de natuurgebieden zitten, zouden moeten instaan voor het toezicht op de kuddes en kort op de bal kunnen spelen bij problemen. Dit zou een rendabele verbreding van de beroepsactiviteit van lokale landbouwers moeten worden.

In een ander lopend project ‘Hooi van hier’ wordt gezocht naar hoe hooi, dat afkomstig is van extensief graslandbeheer, gevaloriseerd kan worden zodanig dat de landbouwers gemotiveerd zijn om gras niet te klepelen, maar te maaien en af te voeren.

Ten slotte is ‘Koester de Koolstof’ een Leaderproject dat zijn aandacht verdient. Hier zoekt men naar technieken om het organische stof gehalte in de bodem van akkerbouwgronden terug te verhogen, aangezien dit gelinkt is met onder andere bodemvruchtbaarheid, bodemleven, waterberging en weerbaarheid tegen erosie. Zo onderzoekt men de optie of het gebruik van beheerresten van houtkanten als bodemverbeteraar een oplossing is. Vier demopercelen in Gingelom, Hoeselt, Tongeren en Voeren werden ingezet voor een proef met houtsnippers.

Uit de eerste resultaten bleek dat er geen teelttechnische nadelen zijn. Zo is er, tegen verwachting in, geen eenduidige daling van het stikstofgehalte in de bodem tijdens het eerste jaar en blijft de gewasopbrengst gelijk. Uit de Cslim toepassing van de Bodemkundige Dienst van België kon men echter wel afleiden dat naar organische stof in de bodem, houtsnippers wel een duidelijk potentieel heeft. M.V.

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken