Startpagina Aardappelen

Spuittechnieken in aardappel vergeleken

Tijdens het vorige teeltseizoen werden door de partners van het Optispray-project verschillende spuittechnieken in aardappelen getest en beoordeeld op bedekkingsgraad en depositie.

Leestijd : 4 min

Binnen het onderzoek werden zowel driftreducerende als luchtinjectie- doppen getest, net als spuiten onder een hoek en spuiten met luchtondersteuning of met een sleepdoek. Optispray is een vierjarig, door Vlaio en de sector gefinancierd project dat een computermodel wil ontwikkelen dat bespuitingen simuleert. Zo willen de projectpartners de keuze voor een aangepaste spuittechniek of spuitinstelling vereenvoudigen voor landbouwers, loonwerkers en adviseurs. De projectpartners zijn Inagro, ILVO, KU Leuven en UGent.

Het model focust voorlopig op aardappel, spruitkool en wintertarwe. Om na te gaan hoe goed het computermodel presteert, werden veldtesten uitgevoerd met de verschillende technieken. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de resultaten van de veldtesten in aardappelen.

19-overzicht-01-web

Focus op driftreducerende dopppen en innovatieve spuittechnieken

In totaal werden per gewas 7 spuittechnieken geselecteerd en getest onder veldomstandigheden. In aardappelen omvatten deze technieken driftreducerende doppen (75% en 90% driftreductie volgens Belgische regelgeving), alsook de volgende innovatieve technieken: luchtinjectie Airtec-doppen, luchtondersteuning, de Wingssprayer-sleepdoek en de onder één hoek spuitende Syngenta 3D90 dop (zie tabel 1).

Als referentietechniek werd een spuittoepassing met standaard spleetdop (TeeJet XR 110 03) bij 3 bar spuitdruk, op 50 cm dopafstand, 50 cm boomhoogte en een rijsnelheid van 6 km/uur geselecteerd. Deze toepassing resulteert in een spuitvolume van 240 l/ha. Dezelfde instellingen werden gebruikt voor de andere technieken, behalve voor het Airtec-systeem en de Wingssprayer. Bij deze technieken werden ofwel de spuitdruk, ofwel de afstand tussen de spuitdoppen en de spuitboomhoogte aangepast om te komen tot een spuitvolume van 240 l/ha bij een rijsnelheid van 6 km/uur en om te voldoen aan de richtlijnen van de fabrikant.

Aardappelplant met watergevoelig papier.
Aardappelplant met watergevoelig papier. - Foto: Optispray

Bespuitingen op het proefveld van Inagro

In de zomer van 2023 (juni – augustus) werden in 3 verschillende groeistadia (BBCH 35, 61, 79) bespuitingen uitgevoerd in aardappelen op een proefveld van Inagro in Beitem. De spuittoepassingen werden uitgevoerd met een Mazotti-spuittoestel uitgerust met de Optispray-spuitboom, speciaal door Delvano ontwikkeld voor dit project. Op deze spuitboom van 3 m zitten alle bestaande spuittechnieken. Zo staan de spuitdoppen op 25 cm afstand van elkaar, om zowel op 50 cm als 25 cm afstand te kunnen spuiten. Daarnaast bevat de spuitboom ook een luchtondersteuningssysteem (ventilator + zak), een Airtec-luchtinjectiesysteem (lucht- en vloeistofdrukleiding) en bevestiging voor de Wingssprayer-sleepdoek.

Per techniek werden per plot de aardappelplanten bespoten met een traceroplossing, zodat de onderzoekers konden traceren hoeveel product er op bepaalde zones in de plant en op de bodem terecht- komt (depositie). Hiervoor werden collectoren bevestigd aan een aantal planten of op de bodem geplaatst. Daarnaast werd ook watergevoelig papier gehangen om de bedekkingsgraad te beoordelen. Afhankelijk van het groeistadium werden 6 of 8 collectoren van elk type (filterpapier en watergevoelig papier) verdeeld per plant.

Bedekking en depositie in het veld

Figuur 1 toont voor het late groeistadium (BBCH 79) de resultaten van de bedekking (% collectoroppervlak bedekt). De resultaten van de andere groeistadia tonen vergelijkbare trends, maar worden hier niet weergegeven, om het aantal figuren te beperken.

Zowel voor bedekking, impactdensiteit, als voor depositie is er een duidelijk effect van de positie van de collector in het gewas.

Figuur 1: bedekkingsresultaten (percentage collectoroppervlak bedekt) van de verschillende spuittechnieken voor het late groeistadium (BBCH 79) in aardappelen.
Figuur 1: bedekkingsresultaten (percentage collectoroppervlak bedekt) van de verschillende spuittechnieken voor het late groeistadium (BBCH 79) in aardappelen. - Bron: Optispray

Over alle technieken heen is, zoals verwacht, de spuitkwaliteit in de hogere lagen van het gewas het hoogst en neemt deze af dieper in het gewas. De bovenkant van de bladeren ontving beduidend meer druppels dan de onderkant. De bedekking, impactdensiteit en depositie op de grondcollectoren tussen en onder de planten was meestal even groot of zelf beduidend groter dan deze op de onderkant van de bladeren.

Op de onderkant van de bladeren van de basislaag varieerden de deposities van 2 tot 7 l/ha, terwijl op de bovenkant van de bladeren in de toplaag (waar de hoogste deposities gevonden werden) deze varieerden van 39 tot 74 l/ha. Dit toont nogmaals dat het moeilijk is om de onderkant van de bladeren te bereiken met spuitdruppels, zelfs wanneer innovatieve spuittechnieken worden gebruikt.

Over de verschillende groeistadia heen was geen duidelijk effect waar te nemen van spuittechniek op de depositie of de bedekking. Op basis van de huidige veldproeven in aardappel zijn dus nog geen duidelijke verschillen vastgesteld tussen de geteste spuittechnieken.

In het late groeistadium (BBCH 79) leverde de referentietechniek bijvoorbeeld de laagste deposities op in het gewas, ongeacht de positie in het gewas, terwijl dit in de andere groeistadia niet het geval was. Wel was er een duidelijk effect van spuittechniek op de impactdensiteit. Zo resulteerde de toepassing met luchtondersteuning in zo goed als alle collectorposities in de hoogste gemiddelde impactdensiteit.

Filterpapiergrondcollector op de rug tussen 2 planten.
Filterpapiergrondcollector op de rug tussen 2 planten. - Foto: Optispray

De techniek met de op een na hoogste impactdensiteit was de referentietechniek. Beide technieken maken gebruik van dezelfde standaard spleetdop (TeeJet XR 110 03), die bij dezelfde druk van 3 bar hetzelfde fijne druppelspectrum genereert. Dit fijne druppelspectrum verklaart de hoge impactdensiteit in het gewas van deze 2 technieken.

Luchtondersteuning heeft slechts een beperkte invloed op de druppelgroottes, maar kan de doordringing van de druppels in het gewas verbeteren door het gewas te openen. Daardoor ligt de bekomen impactdensiteit op alle posities in het gewas hoger met luchtondersteuning, vergeleken met de referentietechniek (zonder luchtondersteuning).

In een studie uitgevoerd aan de Universiteit van Gent (De Cauwer et al., 2023) was impactdensiteit op watergevoelig papier (zoals bepaald in deze studie) bovendien een goede voorspeller voor herbicide efficiëntie van phenmedipham en bentazon op melganzevoet en zwarte nachtschade. Biologische efficiëntie werd in de veldproeven niet onderzocht, maar zou in een latere fase van het Optispray-project wel opgenomen worden om het computermodel verder te verfijnen.

De veldproeven worden de komende zomer herhaald en kunnen mee gevolgd worden via de LinkedInpagina van het Optispray-project.

Ingrid Zwertvaegher (ILVO), David Nuyttens (ILVO), Jan Vanwijnsberghe (Inagro), Sander De Ryck (UGent), Benny De Cauwer (UGent), Tewodros Andargie Zewdie (KU Leuven), Pieter Verboven (KU Leuven)

Lees ook in Aardappelen

Belgapomnotering blijft ongewijzigd

Aardappelen Belgapom meldt op 20 juni een prijs van 50 euro/ton (zonder btw) voor het ras Fontane. Dat is dezelfde notering als vorige week. Toen was de prijs met 25 euro/ton fors gedaald.
Meer artikelen bekijken