Gerichte bestrijding kan erger voorkomen voor buxus
De moedige tuiniers die hun buxus jaar na jaar blijven verzorgen, hadden het ook in de afgelopen natte maanden niet onder de markt. Al vanaf eind mei was er in vele tuintjes beginnende aantasting van de schimmel calonectria. Ook de buxusmot zorgde voor de nodige overlast, hoewel ik de indruk had dat er dit jaar minder motten waar te nemen vielen, misschien net wel door het natte weer.

Met de nodige kennis over deze belagers, gecombineerd met de juiste beheersmaatregelen, kan men al veel onheil voorkomen. Goed observeren en indien nodig ingrijpen met de juiste middelen op het juiste moment is nodig als de ziekte- of plaagdruk te hoog worden. We zetten de feiten graag nog eens op een rijtje.
Calonectria (‘Cylindrocladium’)
Deze schimmel, die we een 20-tal jaar geleden leerden kennen als Cylindrocladium, tast de bladeren en stengels aan van de buxus. Op jonge bladeren ontstaan bruin-zwarte bladvlekken met een donkere rand en een bleker centrum. Op de jonge twijgen ontstaan zwarte streepjes, die zich later transformeren tot grotere zwarte plekken. In een latere fase vallen de bladeren massaal af, waardoor er kale plekken ontstaan in de buxusplant. Bij extreme aantasting kan uiteindelijk de hele plant afsterven. Voor de nietsvermoedende tuinliefhebber zijn de eerste symptomen vaak niet direct te zien. Zodra de bladeren massaal van de plant vallen, is de schade reeds aanzienlijk en dient men onmiddellijk in te grijpen.
Levenswijze en verspreiding van calonectria
We hebben hier te maken met een vrij agressieve schimmel, die zich onder gunstige omstandigheden razendsnel kan verspreiden. Door een aantal eenvoudige maatregelen kan men vermijden dat de schimmel zich verspreidt van plant naar plant. De schimmel is het actiefst bij vochtige omstandigheden en bij een temperatuur van rond de 25 °C. Er worden dan sporen (schimmelzaad) gevormd die al na 3 uur kiemen en die na 5 uur doorgegroeid zijn tot in het buxusblad. Daarna gaat de aantasting heel snel verder. Deze schimmel heeft geen wondjes of beschadigingen nodig om de plant binnen te dringen en is ook al bij lage temperaturen (vanaf 5 °C) actief.
Het is dus heel belangrijk om te vermijden dat schimmelsporen zich van een zieke naar een gezonde plant kunnen verplaatsen. De schimmelsporen verspreiden zich vooral door menselijke handelingen, via kleding, snoeimateriaal... Bij het snoeien is het dus van groot belang om eerst de gezonde buxussen te snoeien en pas op het einde de aangetaste exemplaren. Daarnaast kan verspreiding ook plaatsvinden door sporen die verspreid worden door wind en water, dieren en insecten en aangetaste afgevallen bladeren, die zich met de wind verspreiden door de tuin en waaruit in het voorjaar nieuwe aantastingen kunnen ontstaan.
Het opruimen en uit de tuin verwijderen (verbranden, meegeven met restafval...) van aangetaste bladeren kan dus helpen om de ziekte in te dijken. Ruim de bladeren op tijdens een periode dat de schimmel niet actief is (droog koud weer (5 °C of kouder) of droog en zomers warm (+30 °C)). Zo zorgt men ervoor dat er tijdens het opruimen geen sporen worden verspreid.
Tips ter voorkoming van schimmels op buxus
Controleer in de loop van het groeiseizoen regelmatig de planten en behandel zo snel mogelijk indien symptomen worden waargenomen. Spuit met voldoende vloeistof tot diep in het hart van de plant.
Giet buxus (in pot) steeds onderaan, zodat het gewas droog blijft en de sporen niet kunnen kiemen.
Ruim tijdens gunstige periodes (zie eerder in dit artikel) de aangetaste bladeren zorgvuldig op en verwijder ze uit de tuin.
Geef niet te veel N-bemesting. Rustig groeiende planten zijn minder vatbaar.
Let goed op tijdens het scheren. Scheer eerst de gezonde struiken en pas op het laatste de zieke struiken.
Koop bij nieuwe aanplant minder gevoelige soorten en zet ze bij voorkeur op plaatsen waar ze vlug opdrogen (in de tocht, eerder zonnig...) na dauw of regen.
Chemische bestrijding van calonectria
Eens de schimmel heeft toegeslagen, groeit hij verder in de bladeren en twijgen van de buxus. Enkel een goed uitgevoerde chemische bestrijding kan verdere aantasting voorkomen. En daar knelt nu net het schoentje. Voor de hobbytuinier zijn er immers niet echt veel middelen meer beschikbaar met een goede werking tegen deze schimmel. Nog slechts 2 actieve stoffen zijn erkend voor de tuinier namelijk producten op basis van de actieve stof tetraconazool (in de handel verkrijgbaar als Fungistop Garden, Belrose Garden en Eminent Garden) en producten op basis van een mix van de actieve stoffen azoxystrobine en difenoconazool (in de handel verkrijgbaar als Ortiva Plus). Beide genoemde producten hebben een goede preventieve werking, maar slechts een matig curatieve werking en dan nog enkel op jong schot. In gewone mensentaal betekent dit dat een behandeling van zieke planten ervoor zorgt dat de besmetting niet verder uitbreidt en dat een behandeling van gezonde planten ervoor zorgt dat ze niet ziek zullen worden.
Om resistentie te vermijden wordt afwisselend gesproeid met een andere actieve stof. Bij zware aantasting kan men ook altijd de hulp inroepen van een professionele tuinier, zij hebben de beschikking over een breder gamma producten (enkel erkend voor professionele gebruikers), zijn vertrouwd met het principe van resistentie en kunnen ook beter inschatten wanneer een behandeling dient herhaald te worden. Zo is de kans op een succesvolle behandeling meteen een stuk groter.
Buxusmot
Op vele plaatsen worden er nu jonge rupsen van de derde generatie van deze gevreesde mot waargenomen. Tijdens de laatste zonnige en warme dagen van dit jaar zijn ze vaak nog actief. Je kan de rupsjes aantreffen, vretend van het jonge loten of je kan zoeken naar vraatschade of naar de typisch korrelige, grauwgroene uitscheiding van de rupsen. Omdat het momenteel om jonge rupsjes gaat, is de vraatschade vaak moeilijk waarneembaar en is de schade eerder beperkt.
Mocht je toch rupsen of symptomen van hun aanwezigheid vaststellen, dan kan een behandeling met een erkend middel nu nog uitgevoerd worden, het best op een zonnige dag wanneer de rupsen actief zijn. In de tabel op deze bladzijde vind je een overzicht van de erkende middelen die je kan gebruiken om deze te bestrijden. Zo voorkom je dat deze rupsjes zich kunnen inspinnen in een cocon tussen de bladeren om te overwinteren. Overwinterde rupsjes groeien anders in het voorjaar uit tot de grote vraatzuchtige rupsen, die op korte tijd heel wat schade kunnen toebrengen aan onze buxusplanten.
Alternatieve bestrijding buxusmot
In de loop van het jaar kan men de haarden, die gekenmerkt worden door spinsels, vraat en uitwerpselen, wegknippen en vernietigen. Deze maatregel is zo laat op het jaar moeilijk toepasbaar, omdat de haarden door de beperkte symptomen moeilijk te lokaliseren zijn. Het gebruik van feromoonvallen, waarbij men de mannelijke motten wegvangt en voorkomt dat de motten volop kunnen paren, zorgt voor een onderdrukking van de plaag.