Startpagina Milieu

Zijn er lessen te trekken uit Nederlandse denkoefening rond natuurinclusieve landbouw?

De Nederlandse duurzaamheidsorganisatie Urgenda publiceerde een visie op het landgebruik in Nederland. De organisatie stelt dat een toelage van 1.000 euro/ha landbouwers in staat zou stellen om over te schakelen op een natuurinclusieve landbouw. Voor Vlaams landbouwminister Jo Brouns (cd&v) zijn er bij ons parallellen te trekken, maar hij heeft ook een aantal kritische bedenkingen.

Leestijd : 3 min

Tijdens de commissie Landbouw van het Vlaams parlement van 26 februari verwees volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (cd&v) naar de denkoefeningen in Nederland (zie www.urgenda.nl/visie/landinzicht). Hij vroeg zich af of die vergelijkbaar zijn met landgebruik in Vlaanderen en wilde weten hoe zijn partijgenoot en Vlaams minister voor Landbouw daartegenover staat.

Verdienmodel met vinkjes

Volgens Urgenda kan de overschakeling op een natuurinclusieve landbouw niet alleen het Nederlandse stikstofprobleem aanpakken, maar ook bijdragen aan verbeteringen op het gebied van waterkwaliteit, biodiversiteit en natuurbeheer.

“Urgenda vertaalt haar verdienmodel voor wat ze de ‘gangbare, grondgebonden boer met dieren of akkerbouw’ noemt door middel van het zevenvinkjesvoorstel”, weet minister Brouns. Boeren die aan minstens 5 van de 7 vinkjes of opgesomde criteria voldoen, zouden 10 jaar lang van het financiële voordeel kunnen genieten. Het zijn 7 criteria die als agro-ecologisch kunnen worden beschouwd. Daaronder vallen geen kerende grondbewerking, extensieve begrazing, geen gebruik van kunstmest en geen gebruik van gewasbescherming. Urgenda maakt de hypothese dat, indien alle Nederlandse boeren hiermee akkoord gaan, dit gepaard gaat met een uitgave van 1,8 miljard euro voor de Nederlandse overheid. Volgens Urgenda is dat bedrag evenwel peanuts tegenover de 12 miljard euro per jaar die dit op andere fronten zou opleveren.

Kritische bedenkingen

Vertrekkende van de uitdagingen die de Nederlandse landbouw kent, zijn er volgens Brouns parallellen te trekken met de uitdagingen in Vlaanderen. Hij vindt het nuttig om vanuit die insteek de studie grondiger te bekijken en ook een aantal lessen te trekken.

Een eerste kritische bedenking van de Vlaamse landbouwminister betreft de diversiteit van onze Vlaamse land- en tuinbouwers. Die is vandaag de dag bijzonder groot. Volgens Brouns moeten we daarom goed bewaken dat een zevenvinkjesmodel niet simpelweg leidt tot de afname van die diversiteit, die net een rijkdom is.

Een tweede kritische bedenking heeft de minister met betrekking tot de markt. Land- en tuinbouwers werken nu heel marktgericht. Een basisinkomen zou die marktincentive minstens deels kunnen wegnemen, wat risico’s met zich meebrengt. Het is niet efficiënt en ook niet duurzaam om op een bepaalde manier te produceren als de markt daar niet om vraagt.

De derde kritische bedenking betreft de kosten. Indien men voor Vlaanderen met een bedrag van 1.000 euro/ha zou rekenen, dan komen we tot een jaarlijks bedrag van 619 miljoen euro. Dat is meer dan 3 keer zoveel als het budget dat vandaag de dag beschikbaar is voor hectaresteun. Dat wil volgens minister Brouns niet zeggen dat het model niet interessant is om verder te onderzoeken.

Opvolging Nederlands proefproject

In 2025 start Urgenda met een proefproject met 20 boeren. Omdat er mogelijk lessen te trekken zijn voor de Vlaamse situatie, zal minister Brouns dat project nauwgezet opvolgen.

Fons Jacobs

Lees ook in Milieu

Vlaanderen gaat in beroep tegen ‘hamstervonnis’

Actueel Vlaams minister Jo Brouns (cd&v) tekent in zijn verantwoordelijkheid voor Omgeving en Landbouw beroep aan tegen het ‘hamstervonnis’ van de Brusselse rechtbank. Die veroordeelde de Vlaamse Regering om dringend en niet vrijblijvend maatregelen te nemen om de wilde hamster in Vlaanderen in een ‘gunstige staat van instandhouding te herstellen’.
Meer artikelen bekijken