Edito: Waarom ingewikkeld en streng?
De Europese Commissie stelde midden mei enkele versoepelingen voor van de milieuvoorwaarden van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Hoe is het ooit zover kunnen komen dat dit zodanig ingewikkeld én streng werd voor de landbouwer?

Hoe het komt dat er nu een versoepeling wordt doorgevoerd, dat weten we. Dat komt namelijk door de hevige Europese boerenprotesten van begin 2024. Ons inziens zijn de tractoren eerder laat van stal gehaald om de stem van de landbouwer te laten horen én misschien zijn ze ook wel terug te vroeg op stal gegaan...
Onmiddellijk na de bekendmaking van de versoepelingen klinkt er kritiek. Hoe kan het ook anders, iedereen moeit zich blijkbaar graag met het landbouwbeleid. Maar pas op als de landbouwers eens hun mening geven over het milieu of politiek beleid... Dan valt dit snel in dovemansoren, het gezond boerenverstand ten spijt.
Milieuverenigingen noemen de versoepeling een afbraak van milieu- en klimaatbescherming. Opnieuw onze vraag: waarom moet dit direct zo streng en stiefmoederlijk benaderd worden? Kan het zelfs geen kans gegeven worden? Het ene hoeft het andere niet op te heffen of uit te sluiten. De hedendaagse landbouwer begrijpt dat een (bio)divers en veerkrachtig leefmilieu nodig is om een succesvolle landbouwproductie te realiseren. Hij is bereid om dit duurzamer te doen, maar heeft begeleiding en ondersteuning nodig. Besparen op landbouwvoorlichting kan dan ook niet aan de orde zijn, terwijl dit in een recent verleden nog wel gebeurde.
Voedselproductie, en dan het liefst lokale, mag niet onder druk komen te staan. Daar heeft het nu wel alle schijn van. Er dient begrip te zijn voor elkaars standpunten en bekommernissen. Zo raken we samen verder met elkaar in de toekomst. Met een stiefmoederlijke, strenge of ingewikkelde benadering zal het niet lukken en zullen er nog vele (boeren)protesten nodig zijn.
Bij landbouworganisaties noteren we gemengde reacties op de aangekondigde versoepelingen. Fugea verwelkomt de administratieve vereenvoudiging, maar wijst erop dat de belangrijkste uitdagingen voor de landbouwwereld hiermee nog niet zijn aangepakt. Denk zo bijvoorbeeld aan de oneerlijke handelsrelaties en aan het verkrijgen van een billijk landbouwinkomen. Daar hebben ze een punt. Tot heden slaagt Europa erin om de landbouwsector te versmachten met zijn regels en om ze te onderwerpen aan oneerlijke concurrentie, maar is ze nog steeds niet in staat om landbouwers een toereikend inkomen uit hun basisactiviteit te laten genereren. Opnieuw rijst bij ons de vraag: waarom?
Laten we echter hoopvol afsluiten: beterschap lijkt (op enkele vlakken) op komst. Zo niet weet de landbouwer welk wapen hij moet inzetten: zijn tractor.