Noviteiten getoond tijdens proefveldbezoek in Bekkevoort
Bij akkerbouwer Manuel Vandebroeck in Bekkevoort, het nieuwe demobedrijf van de Vlaamse overheid, werden begin juni onder meer nieuwigheden en actualiteiten in suikerbieten en gerst getoond.

Na 5 jaar te gast geweest te zijn bij landbouwer Willy Ronsmans in Bertem, zal de Vlaamse over-heid nu 5 jaar proefvelden in akkerbouwgewassen mogen aanleggen op de Patatjeshoeve in Bekkevoort. Manuel Vandebroeck leidt er een akkerbouwbedrijf met aardappelen als centrale teelt. Verder verbouwt hij ook tarwe, gerst, maïs, bieten, cichorei en zomerveldbonen. Naast teelttechnische proeven (rassenproeven in tarwe, gerst en aardappelen) lagen er ook proeven aan in het kader van beleidsvoorlichting (proeven rond meststoffen in het kader van het MAP en proeven in het kader van de erosiewetgeving).
Meer aardappelen en wintergranen
Mathias Abts van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij gaf 3 opvallende factoren mee van de arealen die zijn aangegeven in de verzamelaanvraag van 2025. Vooreerst steeg het aardappel-areaal dit jaar met bijna 7%, een toename die vooral aan de sterke stijging (meer dan 50%) van het segment vroege aardappelen is toe te schrijven. Een tweede opvallende factor is de toename van het areaal wintergranen met meer dan 45% tot 60.000 ha. Tot slot blijft de ecoregeling ‘faunamengsel’, waarbij de vergoeding 1.500 euro/ha bedraagt, op een vrij hoog niveau. Het areaal daalde dit jaar wel met zo’n 20% naar 7500 ha.
Abts herinnerde de aanwezige akkerbouwers eraan dat elk spuittoestel vanaf 1 januari 2026 uitgerust moet zijn met minimum 90% driftreductie. De meeste logische optie om dat te bereiken is via de doppenkeuze, maar het kan ook via andere technieken, zoals een spuittoestel met luchtondersteuning of met een nauwere dopafstand.
Tweewassigheid bij bieten
KBIVB-medewerker Wout Joris gaf uitleg bij het mooie bietenperceel, waar de rijen al zo goed als gesloten waren. “Door de hele warme en droge lente konden we half maart al starten met de uitzaai. We kregen hier slechts een derde van de neerslag die er normaal zou vallen volgens de gemiddelden. Dat leidde bij de opkomst tot tweewassigheid in heel wat percelen. De eerst gezaaide bieten kwamen daarbij in meerdere etappes op. Dat vormde een probleem bij de opstart van de onkruidbestrijding. Wie die al vroeg in het seizoen opstartte – zelfs voor de opkomst van de bieten – heeft een stapje voor gehad, ook om de efficiëntie van je naopkomstschema te verbeteren.”
Joris waarschuwde dat je bij tweewassigheid heel voorzichtig moet zijn bij het doseren van bepaalde middelen, of dat je er zelfs mee moet wachten om ze in te zetten tot de laatste bieten zijn opgekomen. “Moeilijke onkruiden kan je voorzichtig bestrijden door het zeer selectieve FAR-mengsel te versterken met bijvoorbeeld Centium of Venzar. Later in het seizoen, bij het 4-bladstadium, kan je Frontier Elite inzetten. Het doel blijft om de volledige populatie aan planten te behouden om de hoge opkomst te maximaliseren.”
Nieuwe regelgeving Conviso One
Bij een demonstratieproef met Conviso Smart-bieten lichtte Joris de nieuwe regelgeving rond het gebruik van het herbicide Conviso One toe. “Je kan dit nog op 2 manieren gebruiken: 1 toepassing met 1 l/ha, maar voor het bereiken van het 2 bladstadium van de bieten, ofwel via 2 toepassingen met 0,5 l/ha bij een strokentoepassing. Dit laatste houdt in dat je slechts 60% van het perceel behandelt, bijvoorbeeld in de vorm van een rijenbespuiting. Uit eerder onderzoek bleek dat 1 toepassing met 1 l/ha onvoldoende is om het perceel proper te houden tot aan de rijsluiting. Voer dan het best achteraf een standaard FAR-behandeling uit op onkruiden in het kiemlobstadium. Daarlangs voerden we 2 toepassingen uit met onze rijenspuit op onze schoffelmachine. Tussen de rijen pasten we mechanische onkruidbestrijding toe om de percelen onkruidvrij te krijgen. Mede door de goede omstandigheden – droog weer – draaide deze strategie heel goed uit.”
Grassenbestrijding in bieten
Dit jaar ontving het KBIVB al veel meldingen van telers die problemen ervaarden met de grassenbestrijding in bieten. “Onderzoekers van het Bieteninstituut in Nederland ervaarden gelijkaardige problemen in Nederlands-Limburg. Ze verzamelden Engels raaigras en voerden daarmee een potproef uit. Daaruit bleek dat er geen enkel herbicide een afdoende werking op had. Enkel Centurion had nog enige werking aan de maximale dosis, maar ook die was niet 100%. Als zelfs het gebruik van Conviso One onvoldoende is, is het telen van Conviso-bieten geen oplossing voor dat probleem. Besteed dan meer aandacht aan de aanleg van een vals zaaibed, gebruik glyfosaat en/of bestrijd de grassen voor de start van je teelt.”
Diverse plagen
Naast enorme aantallen zwarte bonenluis zagen de KBIVB-onderzoekers dit jaar ook veel hazenschade kort na de zaai, na de opkomst van de bieten. “Daarbij wordt de stengel van de plant volledig afgegeten. Emelten (larven van de langpootmug) brengen bovengronds schade toe aan de bieten tot en met het 4 à 6 bladstadium. Typische symptomen zijn vraatschade en bladeren die onder de grond worden getrokken. Gelukkig is behandelen niet nodig, omdat de schade meestal heel beperkt blijft”, legt Wout Joris uit.
LCG-rassenproeven gerst
Wim Schueremans van Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant gaf toelichting bij de opvolging van de wintergerstproeven voor het LCG. “Na de voorvrucht tarwe werd er gediepwoeld en werden er 36 eenheden runderdrijfmest toegepast”, aldus Schueremans. “Vervolgens werd gele mosterd als groenbemester ingezaaid. In het najaar vernietigden we die met de schijveneg. Begin oktober werd de gerst niet kerend ingezaaid. De opkomst van de gerst was heel goed. In november voerde teler Manuel Vandebroeck een onkruidbestrijding uit met 0,5 l Mertil + 1 l Tolurex SC. Het dossier voor de actieve stof flufenacet – bekend van producten als Mertil, Herold en Liberator – werd door de Europese Commissie afgekeurd, waardoor je deze producten voor 10 december 2026 moet opgebruiken. België heeft nog niets beslist, maar wellicht zal je deze actieve stof dit najaar de laatste keer mogen gebruiken. Samen met de onkruidbestrijding werd het insecticide Sparviero aan 0,05 l/ha ingezet om bladluizen aan te pakken.
Van november tot half februari viel er veel regen, maar gelukkig kwam onze rassenproef de winter goed door. Op 6 maart voerden we een eerste stikstofbemesting uit met sulfazote, een vloeibare meststof op basis van zwavel en stikstof (90 eenheden), gevolgd door een tweede fractie (46 eenheden) op 14 april, waardoor we in totaal 136 eenheden stikstof konden toedienen. Verder werden er 2 ziektebestrijdingen uitgevoerd: op 5 april met 1,5 l Fandango Pro + 0,5 l Moddus als groeiverkorter en op 22 april met 0,5 l Mizona + 1 l Revystar Gold.”
Wintergerst
In de rassenproef wintergerst lagen 18 rassen aan. Opvallend daarbij is dat de klassieke variëteiten steeds meer plaats maken voor luizentolerante en hybride variëteiten. Schueremans overliep de 18 rassen, met daarbij 5 nieuwkomers. “Frimousse (Actura) is gemiddeld qua ziektedruk. LG Zefira (Jorion/Philip Seeds) heeft een gemiddeld ziekteprofiel. Caroussel (Arvesta) is luizentolerant en best gezond. Ovalie (eveneens Arvesta) is ook luizentolerant en heel gezond; het scoort in de ziektewaarnemingen als een van de beste. SY Colyseoo (Syngenta Seeds) kan je vergelijken met andere hybride variëteiten, maar is iets gevoeliger tegen dwergroest.”
Schueremans stond ook stil bij enkele andere opvallende rassen. “SY Dakoota (Syngenta Seeds) haalde over alle proefveldlocaties heen een van de stabielste opbrengsten. Alienor, een luizentolerante variëteit van Jorion/Philip Seeds, heeft een heel gezond gewas met een hoog hectolitergewicht en een interessant profiel. De hybride variëteit SY Bankook (Syngenta Seeds) heeft een gemiddelde bladgezondheid, maar een hoog hectolitergewicht. Integral (SCAM) is een redelijk kort gewas, maar is tolerant tegen dwergvergeling en haalde vorig jaar het hoogste hectolitergewicht. Het heeft ook een heel goede weerstand tegen legering en aarknikken. Hybride variëteit SY Scoop (Syngenta Seeds) haalde in 2024 over alle locaties heen de beste gemiddelde opbrengst. Fascination (Jorion/Philip Seeds) heeft een heel gezond gewas en is sterk tegen bladvlekken en dwergroest. Hybride variëteit SY Galilieoo (Syngenta Seeds), het oudste ras in de proef, scoorde de voorbije 6 jaren bovengemiddeld en haalde goede opbrengsten, waardoor het een betrouwbare keuze is.”
Quinoa en goudsbloem
Evi Matthyssen van Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant stelde 2 nieuwe teelten voor. Pseudograan quinoa behoort tot de familie van het onkruid melganzenvoet. Met als oorsprongsgebied het Andesgebergte is het een droogtebestendig gewas, dat je hier intussen ook kan telen. Het komt in aanmerking voor de ecoregeling voor eiwitrijke gewassen (600 euro per ha). “Je kan het telen onder contractteelt of voor de vrije markt”, zegt Matthyssen. “In dit laatste geval stropt het vaak na de oogst, omdat de Vlaamse consument het product niet zo goed kent of de bijna even dure geïmporteerde variant koopt. Daarom kijken we in het project Quikla met enkele landbouwers en de wielersport naar de branding van quinoa. We hopen een sportreep met Vlaamse quinoa op de markt te brengen.”
Goudsbloem wordt al sinds 2014 onderzocht; de teelttechniek staat intussen op punt. “De bloemen zijn vooral bekend in de cosmetica, farmaceutica en voeding. De zaden zijn in onderzoek bij de verwerkende industrie voor verven en coatings. Momenteel loopt er een operationele groep Gogo4IT met enkele telers en het bedrijf Muylle Facon om de zaadteelt op te schalen. Als alternatief teeltsysteem onderzochten we de voorbije 2 jaar of gouds-bloemen in onderzaai kunnen groeien bij gerst of tarwe. Zo groeien de planten op onder de bescherming van het graan en nadat het graan geoogst wordt als een nateelt. De eerste testen waren succesvol en 1 of meerdere bloemoogsten zijn zeker haalbaar.”