Peter Meedendorp (Ceja): "Waarom zouden jonge mensen starten als zelfstandige landbouwer?"
Iedere boer zal Groene Kring wel kennen, maar ben je ook al vertrouwd met Ceja? Voorzitter Peter Meedendorp slaat op de Europese onderhandelingstafel om het boerenbestaan aantrekkelijker te maken voor jonge boeren.

Peter Meedendorp moet je niet vertellen dat vergrijzing zwaar weegt op de landbouwsector. “Slechts 11% van de Europese landbouwers is jonger dan 40 jaar, en slechts 7% jonger dan 35. Meer nog, de helft van de boeren is ouder dan 55, wat betekent dat de helft van alle boeren binnen 15 jaar stopt.”
Zonder generatievernieuwing dreigt een structurele krimp van het aantal actieve landbouwbedrijven in Europa. Weinig jonge mensen voelen zich geroepen om te starten in een sector zonder toekomstperspectief. “De grootste drempels voor jonge boeren zijn toegang tot grond, toegang tot financiering en toegang tot kennis”, vat Peter samen.
“Waarom zouden jonge mensen starten als zelfstandige landbouwer, met lange uren en een lage verloning, als ze elders aan de slag kunnen?” De landbouw kampt met lage marges, een ongelijke machtspositie in de keten en, volgens landbouworganisaties, met een overdaad aan (klimaat- en milieu)regelgeving. “Klimaat is een tweesnijdend zwaard voor boeren. Aan de ene kant hebben wij last van droogte en overmatige regenval. Aan de andere kant snijden de duurzaamheidseisen van de overheid in ons inkomen zonder dat wij in een positie zijn om die kosten door te rekenen aan verwerkers, retail en consumenten. Boeren zitten knel.”
Peter hekelt ook het gebrek aan duidelijkheid over toekomstdoelstellingen. “Beleidsmakers, boeren en milieu-organisaties hebben tijdens de vorige Europese Commissielegislatuur 5 jaar lang gebekvecht over Green Deal-doelstellingen. Maar we hebben het niet gehad over wat nu concreet de opdracht is voor boeren op hun erf. Voor gesprekken over welke stappen boeren vandaag en morgen op hun bedrijf moeten zetten, was geen ruimte.”
Boerenprotesten
Jonge boeren voelden zich daarom niet serieus genomen, en in de steek gelaten door de politiek en de markt. Dat ongenoegen bracht (jonge) boeren in het voorjaar van 2024 op straat. “De directe aanleiding voor de boerenprotesten verschilde per land. In Duitsland speelde de dieselaccijns, in Malta de wijncrisis. Maar overal klonk dezelfde vraag: Wat is mijn toekomst nog in de agrarische sector? En sta ik er alleen voor?”
De protesten brachten een diep gevoel van uitzichtloosheid aan het licht, die de Conseil Européen des Jeunes Agriculteurs (Ceja) hielp kanaliseren. “Tijdens de boerenprotesten speelden wij met Ceja een coördinerende rol. We hielpen jonge boerenorganisaties hun eisen helder te formuleren, politiek draagvlak te creëren, maar zaten ook zelf aan de onderhandelingstafel.”
Europese stem
Peter is sinds de zomer van 2023 voorzitter van Ceja, de Europese koepelorganisatie voor jonge boeren. “Ceja vertegenwoordigt 33 jongerenorganisaties uit 27 landen, met in totaal 2 miljoen jonge mensen actief in de landbouwsector.” Ceja is de stem op Europees niveau voor bijvoorbeeld Groene Kring in Vlaanderen en het Waalse Fédération des Jeunes Agriculteurs (FJA).
De organisatie wordt volledig gedragen door jonge boeren zelf, wat zorgt voor een praktijkgerichte stem in het Europese landbouwdebat. “In welke andere organisatie komen jonge ondernemers uit heel Europa een keer per maand samen om gezamenlijk te bouwen aan een gedeelde visie over onderwerpen als handel, dierenwelzijn en de agrovoedingsketen.”
Zelf heeft Peter samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf van ongeveer 300 ha in Oost-Groningen. “De streek is een veenkoloniaal gebied. We telen onder andere aardappels, suikerbieten, chicorei, graan, ui, hennep en boekweit. Daarnaast zijn we actief in loonwerk voor andere akkerbouwers en melkveehouders.”
Peter boert in een totaal andere context dan zijn collega’s in het bestuur van Ceja, zoals een varkenshoudster in de bergen van Oostenrijk. “Jonge boeren brengen hun eigen perspectief mee naar de vergaderingen van Ceja. Het is belangrijk om mensen met verschillende achtergronden te hebben, om recht te doen aan verschillende realiteiten en landbouw in Europa.”
Ceja zet bewust in op een breed samengesteld bestuur. Die diversiteit is volgens Peter de kracht van de organisatie, omdat ze elke consensus die ze bereiken extra krachtig en representatief maken. “Door alle verschillende meningen en belangen is het niet altijd gemakkelijk om een consensus te vinden, maar elke overeenkomst is er wel een die gedragen is.”
Strategische Dialoog
Ceja eiste tijdens de boerenprotesten samen met jonge boeren van Europese beleidsmakers concrete maatregelen om administratieve lasten te verminderen. “Een eerste resultaat was een GLB-hervorming terwijl de protesten nog bezig waren. De druk moest van de ketel.
Daarnaast was het nodig om terug met de rest van de keten en milieu- en maatschappelijke organisaties in gesprek te gaan. Ik schoof voor Ceja aan bij de Strategische Dialoog. Voor iedereen aan tafel waren die gesprekken bijna therapeutisch. Het was al lang geleden dat we met elkaar in gesprek zijn gegaan.”
Het resultaat van de Strategische Dialoog was een eindrapport met een aantal concrete maatregelen, waar de huidige Europese Commissie met landbouwcommissaris Christophe Hansen mee aan de slag is gegaan. Ook Ceja zet haar schouders mee onder een aantal maatregelen die van belang zijn voor jonge boeren.
“De Europese investeringsbank werkt bijvoorbeeld aan een leningpakket van 3 miljard euro. Nationale banken kunnen zich daarop inschrijven om jonge boeren die grond willen financieren rentekorting te geven.” Daarnaast wordt er werk gemaakt van de oprichting van een European Observatory voor landbouwgrond om eigendomsdynamieken in kaart te brengen en om speculatie door niet-agrarische spelers zoals supermarkten tegen te gaan.
De Commissie stelde daarnaast een versoepeling van regels voor, zodat jonge boeren die bedrijven overnemen die niet aan milieunormen voldoen, toch subsidie kunnen krijgen om te investeren in verduurzaming. “Een belangrijke maatregel voor boeren in Vlaanderen en Nederland die plots geconfronteerd worden met de stikstofcrisis. De ideale situatie om een bedrijf over te nemen bestaat niet. Er is altijd wel wat. Maar jonge mensen moeten wel de kans krijgen om te investeren en om door te gaan.”
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Deze uitzondering maakt onderdeel uit van een tweede pakket versoepelingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), dat de Commissie midden mei voorstelde. Daarmee stelt het uitvoerend orgaan van de EU tegelijk voor om een aantal milieuvoorwaarden voor inkomenssteun te versoepelen. Milieu-organisaties en landbouwexperten noemen het voorstel een afbraak van de milieu- en klimaatbescherming ingebakken in het GLB.
Volgens Peter begrijpen critici van het voorstel niet goed wat de milieuvoorwaarden zijn. “De originele klimaat- en milieuwetgeving, met juridisch bindende doelen, is niet afgeschaft, maar conditionaliteiten binnen het GLB werken niet, mede door de enorme diversiteit in landbouwpraktijken binnen Europa. Maatregelen bedenken die voor alle boerderijen in Europa werkbaar zijn, is niet zo makkelijk gebleken.”
Ceja pleit daarom voor een duidelijke scheiding tussen inkomenssteun en milieusteun. “Door die doelen te mengen, verwateren beide. Onze eis is dus de conditionaliteiten als voorwaarden voor basissteun volledig terug te brengen naar lidstaatniveau (zie kader). Liever zien wij aparte maatregelen die boeren aanmoedigen om de nog bestaande doelen te halen.”
De jongeboerenorganisatie ziet ook meer heil in gerichte ondersteuning. “Inkomenssteun op basis van sociaaleconomische parameters met focus op crisismanagement en investeringssteun. Milieumaatregelen zoals ecoregelingen moeten gebaseerd zijn op regionale realiteit, en moeten bijdragen aan de Europese doelstellingen.”
Beter boereninkomen
Goede inkomenssteun is jammer genoeg een noodzaak in een volatiele markt zoals de landbouwsector. “De marktwerking is per definitie verstoord in het nadeel van boeren. Niet alleen staan landbouwers in een zwakkere positie ten opzichte van verwerkers en retail, maar er moet altijd voldoende eten geproduceerd worden om aan de vraag te voldoen tegen betaalbare prijzen voor de consument. Een overschot is in het belang van de samenleving, maar drukt de prijs voor de landbouwer.”
Ceja kijkt echter verder dan het GLB om het inkomen van boeren te verbeteren. Om te beginnen hebben landbouwers via Europese regelgeving tegen oneerlijke handelspraktijken een sterkere positie nodig in de keten. “Die relatief nieuwe wet was een succes van de Europese landbouwlobby en bouwt een aantal beschermingen in voor de boer. Het verplicht bijvoorbeeld geschreven contracten, biedt boeren de mogelijkheid om producten terug op te halen als ze afgekeurd worden, en verbiedt het om boeren te laten zitten met vergankelijke producten.” De wet wordt momenteel opnieuw onder de loep genomen, wat de kans biedt om een aantal bepalingen over grensoverschrijdende handel te verbeteren. De Europese Commissie gaat ook de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) herzien, om meer ruimte te geven aan afspraken binnen de keten die boeren vergoeden voor bepaalde duurzaamheidsmaatregelen. “Nu steekt de mededingingsautoriteit daar vaak een stokje voor, omdat zij dat beschouwen als kartelvorming.”
Rentabiliteit is voor Peter ook voor een stuk crisismanagement. “Een slecht inkomen ligt vaak aan crisissen binnen de landbouw, zoals de klimaat- en marktcrisissen. Lidstaten moeten meer flexibiliteit krijgen om boeren te helpen bij rampen of marktverstoringen.” Het versoepelingsvoorstel van de Commissie zou lidstaten meer ruimte geven om GLB-budget daarvoor aan te wenden.
In Zuid-Europa zorgt klimaatverandering ervoor dat boeren toekomstperspectief verliezen. “Landbouwers in regio’s die lijden onder klimaatverandering hebben geld en kennis nodig om hun landbouwpraktijken aan te passen aan bijvoorbeeld droogte.”
Tot slot pleit Peter voor een territoriale aanpak om het boereninkomen veilig te stellen. “Boeren in een aantal kwetsbare regio’s zoals de Alpen of in plattelandsgebieden op de grens met Rusland kunnen niet altijd concurreren op de wereldmarkt, maar dragen wel bij aan de lokale maatschappij en economie. Steun die boeren om ze daar te houden, zodat een leegloop van het platteland voorkomen wordt.”
Strategie voor generatievernieuwing
Eind 2025 komt de Europese Commissie met een Strategie voor generatievernieuwing, plannen die uit de koker van de Strategische Dialoog komen. “Ceja dringt erop aan dat lidstaten verplicht worden om nationale actieplannen voor jonge boeren op te stellen. De focus blijft grond, financiering en kennis: de 3 essentiële pijlers voor een duurzame instroom van jongeren in de landbouw. De lidstaten zouden gedwongen moeten worden om eindelijk eens te rapporteren wat zij voor jonge boeren doen.”
Hansen is een Eurocommissaris die doorheeft dat een gebrek aan generatievernieuwing een existentiële bedreiging vormt voor de landbouw zoals we die nu kennen in Europa, zegt Peter. “Dat besef zien we terugkomen in zijn landbouwvisie. Toch zijn er nog 3 knelpunten.”
Zo kijken de jonge boeren van Ceja met argusogen naar aangekondigde hervormingen van de structuur van het GLB-budget. “Met een GLB in een single enveloppe zouden lidstaten zelf meer vrijheid krijgen om te bepalen wat ze met Europees geld doen.” Boeren moeten ook eindelijk meer duidelijkheid krijgen over wat hun opdracht op het erf is om te voldoen aan de klimaat- en milieuwetgeving.
De concurrentie op de wereldmarkt neemt niet af, wat deels de schuld is van de EU. “Haar vrijhandelsverdragen met de Mercosur-landen, Australië en Nieuw-Zeeland voeren de druk op de landbouwmarkt op, omdat ze landbouwproducten zoals suiker en rundveevlees importeren.”
Europees landbouwbeleid is verweven met elk aspect van het boerenbestaan. “Het frustreert mij hoe weinig aandacht er nationaal is voor het Europese landbouwbeleid. Daarom is mijn doel om de stem van jonge boeren aan de Europese onderhandelingstafel te brengen, om die serieus genomen te krijgen.”