De Lille laat Merlo zien
De Lille, Merlo-invoerder voor de Benelux, nam recent de gelegenheid om deze Italiaanse fabrikant aan de vakpers voor te stellen. Merlo blijft diep trouw aan zijn eigen filosofie en heeft meer in zijn aanbod dan enkel verreikers.

De oorsprong van de onderneming gaat terug tot het jaar 1964, toen gestart werd met de constructie van de eerste machines. Eigenlijk is er nog een langere geschiedenis, want er al een dorps-smid, Giuseppe Merlo, actief in 1911. De eerste gebouwde machine door Amilcare Merlo in 1964 wordt echter genomen als datum van het historisch ontstaan van de onderneming.
Momenteel staan 3 van de 5 kinderen van Amilcare en zijn zus Natalina aan het hoofd van de firma, namelijk Paolo, Silvia en Andrea Merlo.
Familie zorgt voor zekere dynamiek
Tot op de dag van vandaag gaat het om een familiebedrijf. “Dit geeft een bepaalde dynamiek achter de onderneming”, stelt Mattia Bodino, verantwoordelijke marketing bij Merlo. Hij lichtte de geschiedenis en filosofie van het bedrijf toe. “De familie kan zelf voor de financiering zorgen, er is geen vreemd kapitaal van de bank nodig. Zeker in het eerste post-coronatijdperk was dit belangrijk.”
Verder geeft hij aan dat ze niet alleen ‘zelf financierend’ zijn, maar dat ook alle diensten volledig geïntegreerd met elkaar samenwerken, dat ze toegewijd zijn aan design en productie, maar dat er vooral een managementvisie op lange termijn is. “Merlo bereidt de volgende 10 jaar voor, niet de volgende 10 maanden. Wij bekijken wat een investering opbrengt op lange termijn, niet op de korte termijn.”
Merlo heeft één productielocatie, die momenteel een oppervlakte bestrijkt van 330.000 m2. Daar zit de fabricatie van de vuilniswagens niet bij. Die is enkele honderden meters gescheiden van de moederlocatie. Zo’n 92% van de componenten wordt ‘in huis’ gemaakt. Van de plastic onderdelen is 80% zelf ontworpen en 70% zelf gemaakt.
Momenteel zijn er 1.683 personeelsleden. Op 5 jaar tijd kwamen er 281 medewerkers bij. Over diezelfde periode groeide de omzet met 55%. Vorig jaar was de productie goed voor zo’n 8.000 machines. Dit willen ze opdrijven naar 10.000. 81% van de productie wordt geëxporteerd.
Naast de moederlocatie in Italië heeft Merlo nog eigen vestigingen in 7 landen, namelijk Frankrijk, Duitsland, Polen, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Australië en Amerika. Het doel van de familieonderneming is om ‘high level’ machines in de markt te zetten. In ons land lukt dat via een succesvolle samenwerking met invoerder De Lille, die al 39 jaar bestaat.
Filosofie komt tot uiting
Het meest bekende product van Merlo zijn de verreikers. Doordat alles in eigen huis gebeurt, konden ze een ‘basischassis’ ontwikkelen, waarrond 12 verschillende modellen worden gebouwd. Dit gebeurt door te variëren in de configuratie met een andere laadarm, cabine, wielassen, motoren…
Het volledige gamma bevat momenteel meer dan 100 verschillende modellen. Merlo geeft aan dat ze niet de enige zijn met een product op de markt. Daarom wil de fabrikant dat de gebruiker zijn filosofie voelt. Ze willen bewust geen ‘assemblagefirma’ zijn, daarom bouwen ze 90% zelf. Een motivatie hierachter is dat ze zelf actief componenten ontwikkelen. Ze wachten niet tot iemand in de markt aanbiedt wat ze vragen. Door zoveel zelf te produceren, kunnen ze onmiddellijk ingrijpen als er een modificatie moet gebeuren of wanneer er andere verlangens zijn.
Merlo geeft aan dat ze een besparing kunnen realiseren door de eigen productie. Er komt immers geen extra speler in het spel die ook wil verdienen én er zijn geen vervoerskosten die verrekend moeten worden. De besparing die Merlo realiseert door zelf zoveel componenten te produceren, wordt naar eigen zeggen geïnvesteerd in kennis en in de productie. Ze onderlijnen dat ze een premiummerk willen zijn.
De motoren, die worden wel ingekocht. De reden hierachter zijn de enorme ontwikkelingskosten die met de productie van een motor gepaard gaan én ze kunnen zo de ideale motor selecteren op de markt voor hun product. Wijzigen de noden van een machine of van Merlo aan een bepaald type motor, dan kunnen ze ook snel schakelen en anders inkopen op de markt.
De wielassen bouwt Merlo zelf op, wel geven ze toe dat de productie van gietijzeren onderdelen wordt uitbesteed aan derden en dat deze gebouwd worden volgens de specificaties en vereisten van Merlo.
Toepassingstechnieken ontwikkelen
Een van de recentste ontwikkelingen bij Merlo waar ze best fier op zijn, is de techniek waarbij de verreiker herkent welk uitrustingsstuk of ‘bak’ is aangekoppeld, Tac Lock genaamd. Dat is belangrijk, omdat alle uitrustingstukken andere instellingen en veiligheidslimieten hebben. Zo wil je bijvoorbeeld met een werkkooi niet dezelfde bewegingen doen als met een schepbak.
We vermeldden het reeds, maar Merlo maakt meer dan alleen verreikers. Ongeveer 59 jaar terug bouwde ze de eerste kleine, zelfrijdende betonmixer. Aan dat oorspronkelijke concept blijven ze nu nog trouw. Het gaat om een compact voertuig voor de mediterraanse markten of voor kleine bouwwerven. In ons land draaien er enkele van bij betonfabrieken.
Een ander product is de zelfrijdende werktuigdrager. Daarvan zijn er uitvoeringen die vooraan een bosfrees of klepelmaaier aandrijven, of ze worden ingezet in de bosbouw of bij de winterdienst. Een andere mogelijkheid is een hydraulische maaiarm opbouwen aan de zijkant om wegbermen te onderhouden.
De Cingo-rupsdumpers mogen we niet vergeten te vermelden. De Cingo is meer dan dat, eigenlijk is het een rupswerktuigdrager voor een telescopische laadarm, sneeuwfrees, klepelmaaier... of een ander werktuig. Verder maakt Merlo persinstallaties (als opbouwunit) voor vuilniswagens en accessoires voor verreikers, zoals schepbakken, klemmen, werkplatform... Dit gamma uitrustingsstukken wordt sinds 1996 vermarkt onder de naam TreEmme
Grote investering gepland
Tijdens ons bezoek kondigde Merlo een structurele investering aan, die vorig jaar begon en loopt tot en met 2027. De hoogtepunten hiervan zijn een nieuwe expeditiehal om de logistiek beter te organiseren en nieuwe/uitgebreidere montagelijnen voor de verreikers. De investering omvat ook nieuwe lasposten voor de laadarmen en hydraulische cilinders, net als nieuwe metaalbewerkingsmachines (zoals cnc-frezen) en gietinstallaties voor kunststof. Er komt tevens een nieuwe ‘controlekamer’ voor de data die verzameld worden via het telematicaprogramma MerloMobility. Het gebruik van de machines wordt hier gemonitord en problemen worden bewaakt, om continu aan productverbetering te doen.
De afdelingen ‘elektronica’ en ‘hydraulica’ krijgen een nieuw gebouw met 2 verdiepen, de testzone wordt uitgebreid, net als de afdeling die het ruw metaal verwerkt en de afdeling die hydraulische cilinders maakt. Bijna de gehele fabriek van Merlo bestaat uit 2 verdiepen. Enerzijds is dit efficiënt omgaan met de beschikbare ruimte, anderzijds is het heel handig om veel intern transport ondergronds (via de kelder) te laten gebeuren. Dit transport wordt verder geautomatiseerd en uitgebreid in de toekomst.
Tot slot kregen we een korte blik op enkele nieuwe machines die Merlo recent of in de nabije toekomst in het gamma opneemt. Enerzijds gaat het om 3 nieuwe rotorverreikers voor de bouw- en constructiesector, maar ook over een nieuwe Cingo, de M12.3EVO. Naast een efficiëntere Yanmar-motor krijgt deze Cingo een nieuw modern en ergonomisch design mee.
Voor de landbouwsector werd het prototype van de nieuwe TurboFarmer TF38.10TT-CS verreiker getoond. Deze heeft een nieuwe cabinestructuur en laat zich opvallen door een gewijzigde instap. Bij het openen van de cabinedeur wordt een heel klein beetje van de cabinevloer weggenomen. Zo stoot de bestuurder zijn scheenbeen niet bij het instappen.
Gelijkaardig aan voorgaand model is de nieuwe TurboFarmer TFe38.10-CS. Dit is een verdere ontwikkeling in het gamma elektrische voertuigen van Merlo, die binnen afzienbare tijd gecommercialiseerd zal worden.