Landbouwsubsidies voor wind- en zonne-energie lopen af in Verenigde Staten
De Amerikaanse minister van Landbouw maakt een einde aan subsidies voor de bouw van zonnepanelen en windmolens op landbouwgrond. Deze beslissing moet landbouwgrond in de VS vrijwaren voor de productie van voedsel.

Het departement voor Landbouw (USDA) zal niet langer zonne- en windenergieprojecten op productieve landbouwgrond steunen, zei de Amerikaanse minister van Landbouw Brooke Rollins in een bericht dat op 18 augustus gepubliceerd werd op X .
“Miljoenen hectaren rijke landbouwgrond worden onbenut gelaten om zonnepanelen te bouwen die worden gesubsidieerd door de Green New Deal. Deze vernietiging van onze boerderijen en vruchtbare grond brengt de toekomst van de volgende generatie boeren en de toekomst van ons land in gevaar“, zei ze.
Reuters meldt dat het departement volgens haar website meer dan 2 miljard dollar heeft toegewezen aan hernieuwbare energieprojecten, zoals zonne- en windenergie, via haar Rural Energy for America programma.
Ongeveer 170.000 ha land was bestemd voor windturbines en zonneparken in 2020, of minder dan 0,05% van de 364 miljoen ha landbouwgrond, volgens een USDA-studie in 2024. Bij lange na niet de ‘miljoenen hectaren’ waar Rollins het over heeft op haar sociale media.
De regering van voormalig president Joe Biden steunde zonne- en windenergieprojecten in landelijke gebieden en op boerderijen als onderdeel van haar inspanningen om klimaatschadelijke emissies te verminderen en hernieuwbare energie meer rendabel te maken.
Agrivoltaics
Landbouw en hernieuwbare energie hoeven geen tegenstelling te zijn. Verschillende (internationale) projecten doen bijvoorbeeld onderzoek naar het potentieel van zonnepanelen op landbouwgrond door de impact ervan op de productie zo minimaal mogelijk te maken. Zo doet de KU Leuven er onderzoek naar op haar onderzoeksboerderij. Zogenaamde agrivoltaics kunnen zelfs een teelttechnische meerwaarde bieden, bijvoorbeeld door fruit tegen hagel en zonnebrand te beschermen.
Verschillende aanvragen voor de bouw van zonnepanelen op landbouwgrond in Vlaanderen kregen recent een negatief advies (van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij), omdat de projecten eerder zonneparken zijn dan (volwaardige) agrivoltaics.
Ook kleine en middelgrote windmolens vinden een plaatsje op de boerderij, bekostigd met VLIF-steun. Pocketvergisters wekken dan weer groene stroom op met dierlijke mest en krijgen ruggensteun van de Vlaamse regering door middel van subsidies en een makkelijkere vergunningverlening.