Europese strategie voor generatievernieuwing: "Pak eerst de oorzaak van het probleem aan"
De Europese landbouwvisie belooft maatregelen om het aantal jonge boeren aan te zwengelen. De strategie voor generatievernieuwing wordt op 21 oktober verwacht. “Verkwisten we geen geld met een extra premie“, vraagt Frederik Vandenbroucke van Jong ABS zich af. Hij pleit ervoor om de oorzaken aan de grond van het tekort aan jonge boeren aan te pakken.

Wat verwacht jij als voorzitter van Jong ABS van een Europese strategie voor generatievernieuwing?
Ik juich het alleen maar toe dat ze een nieuwe generatie boeren willen stimuleren. Er zijn heel veel landbouwers die in de startblokken staan, maar die twijfelen. Beleidsmakers moeten echter eerst de oorzaak van het probleem aanpakken. Meer rechts- en grondzekerheid en eerlijke prijzen, in plaats van nog een subsidie.
Ook administratieve vereenvoudiging is nodig. Denk maar aan het sproeistoffenregister: dat zijn nodeloze Europese digitale registraties, terwijl je voor het Belgische Vegaplan al teeltfiches moet bijhouden. Op het einde van de dag willen we ons niet bezig- houden met papierwerk, maar voor onze dieren zorgen en met onze handen in de grond zitten.
Ik ben vooral benieuwd hoe Europa nog jonge boeren kan motiveren om te boeren, terwijl er continue strengere regels opgelegd worden en we als vervuiler worden gezien. Enerzijds zeggen dat je ons steunt, maar wel ons de hele tijd staan afbreken, dat rijmt niet met elkaar.
Dus het is geen kwestie van nieuwe subsidiestromen voor jonge boeren, eerder het totaalplaatje van boer zijn?
Waarom moet Europa jonge boeren stimuleren? Omdat het klimaat waarin wij boeren niet meer interessant voor ons is. Zorg ervoor dat een boer eerlijke prijzen krijgt en rechts- en grondzeker is. Dan zullen er voldoende jonge boeren komen. In het huidige politieke klimaat durven wij niet meer investeren. Dan mag je nog zoveel steun geven of maatregelen verzinnen om het welzijn van landbouwers te verbeteren… Ik ben voorstander, maar het blijft symptoombestrijding.
Je staat precies niet echt te wachten op zo’n Europese strategie voor generatievernieuwing?
In het veld zal het weinig verschil maken. Misschien kan ik als jonge landbouwer een extra premie trekken, maar eigenlijk wil ik dat niet. Het klimaat waarin wij werken moet verbeteren. Ze moeten de oorzaken van de problemen aanpakken. Mensen moeten terug beseffen dat de productieomstandigheden in Europa ideaal zijn om zelf lokaal en veilig voedsel te produceren. Er moet een einde komen aan ‘agribashing’, aan een klimaat van wantrouwen in plaats van vertrouwen. Zolang dat niet verandert, moet je je de vraag stellen of we geen geld verkwisten met een extra premie.
Papierwerk
Recent heeft het Europees Parlement nog een vereenvoudiging van het GLB goedgekeurd. Gaat het dan niet de goede kant uit volgens jou?
We zullen zien of wij dat effectief in de praktijk gaan voelen. Dat hangt vooral af van Vlaanderen en België, die altijd de eerste van de klas willen zijn. Af en toe komt er onder druk van een boerenprotest een versoepeling, zoals die van het kunstmeststoffenregister. Dat was een grote stap vooruit, maar veel papierwerk is er nog niet weggevallen.
Ik kan me voorstellen dat er altijd een minimum aan papierwerk nodig zal zijn?
Er zal altijd een minimumniveau zijn, maar wat er nu op de plank ligt, is absurd – denk maar aan de afgeschoten stalregistratie. Soms vraag je je af wat het nut is van een regel. Ik moet een kwartier lang bij elk hok van mijn varkens staan om te noteren hoeveel varkens spelen met speelgoed, hoeveel ze drinken, hoeveel er slapen… Ik vul dat in, maar het wordt nooit bekeken.
Investeringsklimaat
Ooit vatte de voorzitter van koepelorganisatie Ceja de noden van jonge boeren samen als toegang tot grond, kennis en kapitaal. Kan je je daarin vinden?
De toegang tot grond is de basis van alles. Zonder grond ben je bijvoorbeeld niets met kapitaal. Kennis zit meestal wel goed, maar de toegang ertoe voor het bredere publiek moet zo goed mogelijk zijn.
Investeringen worden betaald met leningen van een paar miljoen euro, die op 20 jaar afbetaald worden. Er worden vergunningen van onbepaalde duur verleend, maar hoeveel is die vergunning in de toekomst nog waard? We weten niet hoe de neuzen van politici binnen 5 jaar gedraaid zullen staan. De banken weten dat natuurlijk ook, wat het niet makkelijker maakt voor ons. Zij doen soms moeilijk, zoals de afbetalingstermijnen van een lening uit elkaar trekken.
Is het voorstel van de Commissie voor het volgende Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) positief voor jonge boeren?
Ik kijk daar argwanend naar. Vlaanderen zou voor een stuk zelf mogen kiezen hoe ze die financiering invullen. Dat zou dan meer naar vergroening en natuur gaan, boeren stimuleren om de biodiversiteit te verbeteren en agro-ecologie toejuichen. Dat is allemaal positief, maar we mogen de essentie niet vergeten: voedselproductie. Hier in Vlaanderen hebben we de kennis, de werkkrachten en de productieve grond. Onze beleidsmakers zouden landbouw juist hoog in het vaandel moeten dragen en onze voorvechter moeten zijn. Als beslissingmakers met een grote invloed op ons moeten zij landbouwers verdedigen, net zoals de vakorganisaties.
Aan andere landbouwers kan ik alleen maar zeggen dat het klimaat om te investeren in landbouw er zeker en vast is. De huidige geopolitieke veranderingen en het veranderende klimaat zullen ertoe leiden dat landbouw terug meer gewaardeerd zal worden. Er is zeker nog een toekomst voor jonge landbouwers, maar je moet durven springen. Daarvoor heb je ook rechtszekerheid nodig.
We moeten hoopvol zijn. Er blijft anders bitter weinig over. Jonge landbouwers mogen de moed niet verliezen. Als we nu een generatie verliezen, verliezen we ook de generatie erna. Je mist immers een deel van de kennis en het kapitaal om te starten als je niet uit een landbouwersfamilie komt. Het is niet onmogelijk, maar heel moeilijk.