Inspiratie uit Malta: Is verder diversifiëren en meer verticaal integreren de toekomst?
Benedikt Sas (UGent), voorzitter van Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ), Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) en Vivee cv, bezocht deze zomer het mediterrane eiland Malta. Zijn vakantie bracht niet alleen rust, maar ook inspiratie voor de landbouwers en beleidsmakers in Vlaanderen.

De voorkeur van mijn vrouw en ik gaat veelal uit naar het bezoeken van boeiende culturele en historische plaatsen, zoals Malta. Op dit mediterrane eiland heeft de landbouw, net zoals in Vlaanderen, te kampen met weinig beschikbare gronden in een toenemende populatie, met problemen met droogte, moderne industrie, maritieme activiteiten en toenemende regelgeving vanuit de EU.
Het landbouwbedrijf van de familie Tabone, dat al 4 generaties professioneel met landbouw bezig is, pakt deze uitdagingen op een interessante manier aan.
Terrasstructuur
Hun bedrijf is gelegen op Gozo, het eiland ten noordoosten van het hoofdeiland Malta. De landbouw ontwikkelde zich daar al eeuwen geleden en zo werd het landschap gecultiveerd tot de zeer kenmerkende terrasstructuur van vandaag. En met succes, want door de surplus aan productie kon de bevolking hun vrijgekomen tijd spenderen aan de uitbouw van hun beschaving.
Zo werden in 3700 v. C. de Gghantija-tempels gebouwd te Xaghra op Gozo. Dit zijn veruit de oudste gebouwde tempels in Europa en mogelijk zelfs van de ganse wereld. De Grote Piramide werd pas gebouwd in circa 2600 v. C. Verschillende afbeeldingen en tekeningen van gewassen en dieren getuigen over het belang van de landbouw in die tijd: graangewassen, schapen, geiten, varkens, runderen, olijven, tijm, rozemarijn...
Zelfvoorzienend systeem
De landbouw op Gozo, en tevens op het grotere zustereiland Malta, heeft door de eeuwen heen een cruciale rol gespeeld in de economische, sociale en strategische ontwikkeling van de archipel. Het mediterrane klimaat, de eeuwenlange cultivatie van het landschap en de vruchtbare valleien, met de typerende terrassering van de heuvels, maakten het eiland bijzonder geschikt voor akkerbouw en veeteelt. Traditioneel combineerde men de teelt van graan, tomaten, olijven en druiven met het houden van melkvee, schapen, geiten en varkens, die samen de basis vormden voor een grotendeels zelfvoorzienend systeem.

Na de lange belegering door een grote legermacht van de Ottomanen, werden de moedige hospitaalridders in het begin van de 16de eeuw verdreven uit Rhodos. In 1530 kregen ze Malta toegewezen door Keizer Karel V en sindsdien spreekt men van de Soevereine Orde van Malta. In een regio waar strijd en oorlog constant een dreiging vormden, werd de landbouw expliciet door de Orde van Malta beschouwd als strategisch goed: voedselzekerheid was immers onmisbaar voor het voortbestaan van een vaak belegerde eilandengroep. Dit werd duidelijk na de Ottomaanse inval van 1551, waarbij bijna de volledige bevolking van Gozo werd gedeporteerd. Toch trok de Orde zich niet terug, maar versterkte juist de vestigingswerken van het eiland en stimuleerde herbevolking en herstel van de landbouw. Gozo bleef zo een onmisbare schakel in de voedselvoorziening van Malta.
Gozo onder druk
Vandaag staat de landbouw op Malta en Gozo onder druk, zoals ook in vele Europese landen. Het gaat om een kleinschalige sector in een dichtbevolkt gebied, die geconfronteerd wordt met toenemende droogte, strengere Europese regelgeving en hoge kosten, doordat veevoer (krachtvoer) grotendeels geïmporteerd moet worden. Daarboven-op is de prijs van landbouwgrond op Malta bijzonder hoog, vaak nog hoger dan in Vlaanderen, wat de toegang tot grond en uitbreiding van bedrijven sterk bemoeilijkt. Ook in Malta is er druk van natuurverenigingen om de natuur te herstellen en het landschat te restaureren naar een toestand zoals die was voor 3600 v. C.
Om deze uitdagingen te verlichten, ondersteunt de Maltese overheid landbouw en plattelandsontwikkeling, onder meer via subsidies en investeringen in agrotoerisme en diversificatie, vaak met medefinanciering vanuit Europese financieringsprogramma’s voor rurale ontwikkeling.
Familiebedrijf Tabone
Een voorbeeld van hoe landbouw zich aanpast en vernieuwt, is het bedrijf van de familie Tabone, dat al 4 generaties actief is op Gozo. Het was de grootvader die in de jaren 1950 de stap zette naar professionalisering en schaalvergroting. Hij ging kennis opdoen in Nederland en Duitsland, en importeerde vervolgens Friese drachtige koeien uit Nederland. Die koeien kruiste hij met het Brown Swiss-ras, dat efficiënter rantsoenen met veel ruwvoeder kan verwerken. Voor het vleesvee werd er gekruist met het Belgisch witblauw ras. Ook werden een deel Jersey-koeien gehouden om meer vette melk te winnen voor de productie van sommige lokale kazen.
Serrebouw werd opgezet in de valleien voor het telen van tomaten of komkommers. Vandaag zijn meerdere nazaten van de grootvader nog samen actief en combineert het bedrijf veehouderij – een 80-tal stuks melkvee, schapen en geiten, 60.000 kippen per jaar en een 2.000 tal varkens – met serreteelt van tomaten of komkommers, en de productie van olijven en druiven.

Door verregaande diversificatie spreidt de familie risico’s en benut zij verschillende marktsegmenten.. De landbouwactiviteiten vandaag worden voornamelijk getrokken door Jochem Tabone. Tegelijk kiest de familie voor verticale integratie: een groot deel van de productie wordt zelf verwerkt tot artisanale voedingsproducten, zoals kazen en verwerkte producten van tomaten of olijfolie, die rechtstreeks worden vermarkt via winkels, hotels en toeristische kanalen, in de korte keten dus.
De verbinding met agrotoerisme krijgt extra meerwaarde door het restaurant van de gastenverblijven, waar chef-kok Stephen Tabone de eigen producten transformeert tot culinaire gerechten die de kwaliteit en eigenheid van Gozo benadrukken (zie website van Tuta Agrotourism). Stephan Tabone focust zich meer op de uitwerking van de verticale integratie.
Inspiratie voor Vlaanderen
De casus van de familie Tabone op Gozo toont aan hoe landbouw zich kan handhaven in een omgeving van schaarse grond, hoge druk en veranderende klimaat- en marktomstandigheden.
Diversificatie en verticale integratie, met nadruk op kwaliteit, eigenheid en korte keten, blijken daarbij cruciale strategieën. Deze aanpak versterkt niet alleen de economische veerkracht van landbouwbedrijven, maar vergroot ook hun maatschappelijke waarde door de koppeling met toerisme, erfgoed en gastronomie.
In die zin kan het Maltese model van boerenbedrijven zoals dat van de familie Tabone misschien inspirerend zijn voor de landbouw in Vlaanderen. Daar bestaan immers soortgelijke uitdagingen rond schaalgrootte, regelgeving en grondprijzen, en kunnen een focus op hoge productkwaliteit, een sterke eigenheid door eeuwenlange cultivatie van het landschap, gevolgd door meerwaardecreatie, eveneens een mogelijk perspectief bieden voor de toekomst.
Hopelijk kan het ook inspirerend werken richting de Vlaamse overheid om de landbouw in Vlaanderen te koesteren als waardevol, eeuwenoud cultureel erfgoed en om dit krachtdadig te ondersteunen, gezien het grote strategische belang van landbouw en voeding richting de toekomst.





