Daarom trekken Belgische bedrijven naar een Franse beurs

Meer dan 1.200 exposanten gingen in september naar Rennes om zichzelf op de Space-beurs van hun beste kant te tonen bij Franse veehouders. Deze bedrijven en organisaties waren afkomstig van 40 landen. Ook een 35-tal Belgische bedrijven besloten dat het de moeite waard was om naar Space af te zakken.

Cobefa

Cobefa werkt al bijna 7 jaar lang samen met Terrena, een lokale verdeler, om haar stalvloeren en andere betonstukken in Frankrijk te verkopen, zegt Pierre Depottere van Cobefa. Al even lang komen ze naar Space om het contact met de klanten te onderhouden. “Vroeger waren we hier niet bekend, maar zonder lokale partner zouden we waarschijnlijk nog steeds niet naar Space afzakken. We missen de naamsbekendheid in Frankrijk. Nog altijd komen klanten die op zoek zijn naar betonoplossingen in de eerste plaats naar Space voor de lokale verdeler. Pas later leren ze ons kennen.”

Biolectric

Biogasinstallatieproducent Biolectric stond dit jaar wel met een eigen stand op Space. Dat was voor de eerste keer, legt Tom Vergauwe uit. “Tijdens de vorige edities werkten we samen met een partner, maar voor de eerste keer baten we een eigen stand uit. We staan meer volwassen dan vroeger in de Franse markt, en Space is de moeite voor ons, met zijn focus op melkveehouderij.” Het bedrijf uit het Waasland heeft al 120 biogasinstallaties geïnstalleerd in wat Vergauwe de ‘croissant van de Franse melkveehouderij’ noemt: Bretagne, het noorden en het oosten van Frankrijk.

Tegelijk wil Biolectric met haar aanwezigheid op Space hun klanten verzekeren dat ze niet weg zijn. Het was een nodig signaal nadat een subsidiemaatregel voor biogasinstallaties van de ene op de andere dag verdween door de val van de Franse regering. “Het wegvallen van die subsidie is jammer, maar door de Europese push voor meer biomethaan dient zich een nieuw interessant verdienmodel voor boeren aan.” Niet toevallig toonde het bedrijf op haar stand een container voor de productie van biomethaan.

Nooyen

Gerben Nooyen van het gelijknamige bedrijf was zelf present op Space om de Franse verdelers van zijn gecoate stalroosters te ondersteunen. “Al 25 jaar komen we naar Space. De Franse markt is dan ook belangrijk voor ons. In dit land heb je veel coöperaties. Als je die als klant tot je kan binden, krijg je veel varkenshouders te pakken.”

Het kost wel wat moeite om op Space aanwezig te zijn, zegt Nooyen, maar alle energie die hij en zijn team in de beurs steken, halen ze er dubbel en dik uit. “Het geeft ons de kans om langdurige relaties op te bouwen met onze klanten. Door op een beurs te staan, behouden we ook het contact met de eindgebruikers van onze producten, de varkenshouder. Daardoor leren we wat er speelt bij hen.”

Joskin

Landbouwmachinebouwer Joskin is ook al een kwart eeuw elk jaar een vaste verschijning op de Franse beurs, zegt Denis Dumont. “We moeten hier aanwezig zijn voor onze verdelers en ook voor de finale klanten. We baten een stand uit in de naam van Joskin, om onze verdelers te helpen bij de distributie van onze machines. De naam Joskin is bekender bij de klanten dan die van de verdelers.”

Space vindt plaats in Rennes, in het hart van Bretagne en de Grand Ouest. Het is een belangrijke streek voor het gamma van Joskin, legt Dumon uit. “Onze klanten in deze streek zijn voornamelijk gemengde bedrijven. Ze hebben zowel dieren als akkers en weides.”

Verberk

Dit half-Nederlandse, half-Belgische bedrijf, gespecialiseerd in de kalverhouderij, is passend gelegen in Baarle-Hertog/-Nassau, maar heeft ook een vestiging in Laval. Dat is de hoofdstad van het Franse departement naast het departement waar Space georganiseerd wordt. “Logisch dat wij veel van onze klanten tegenkomen op de beurs”, zegt Johan Drost van Verberk.

Tien jaar geleden startte Verberk met de verkoop in Frankrijk, in het begin nog rechtstreeks aan de klanten met tussenkomst van de integratoren. “Nederlandse integratiebedrijven hebben een groot deel van de Franse kalvermarkt in handen. Zij regelen de hele productie voor de kalverhouders.” De contacten met de eigen landgenoten zijn natuurlijk uitstekend.

Ondertussen ging de kalverhouderij in Frankrijk door een omslag. Het aantal dierplaatsen per bedrijf is gemiddeld verdubbeld, van 200 naar 400 kalveren. De vraag naar machines rees dan ook met gelijke tred. “Op een gegeven moment bereikten we genoeg kritische massa, zodat dealers interesse begonnen te tonen in onze producten. De taak van onze Franse afdeling is nu om hen zo snel mogelijk van onderdelen voorzien. We hebben zelfs een technicus ter plaatse voor ondersteuning.”

Ondertussen staat Verberk al 9 jaar op Space demonstraties van hun producten te geven. “Het is een belangrijke gelegenheid om het contact met de klanten te onderhouden en om nieuwe innovaties, zoals voederautomatisering, te tonen. Dat is al een tijd in Nederland en België ingeburgerd, maar komt ook op in Frankrijk.”

“Als buitenlands bedrijf moet je toch eerst het vertrouwen winnen van klanten. Zij zitten met vragen over de betrouwbaarheid van onze service. Ons voordeel is dat we goed samenwerken met de integratoren.”

Drost heeft één boodschap voor andere bedrijven die de grens willen oversteken. ”Begin er niet aan als je service niet goed zit. Maar eenmaal je het vertrouwen van een Fransman te pakken hebt, ben je binnen. Het zijn ook echte Bourgondiërs. Bespreek de zaken onder het genot van een hapje en drankje.”

Belgian Blue Group

“De Belgian Blue Group (BBG) is wereldwijd actief”, zegt Simon Noppen. Het bedrijf exporteert de genetica van het Belgisch witblauwras naar 55 landen. ”BWB is het beste vleesras ter wereld en wordt universeel gebruikt als kruisingsras. We leveren aan nagenoeg elk Frans geneticabedrijf. Het nummer 1 kruisingsras voor Prim’Holstein in Frankrijk is Belgisch witblauw. Als Belgen zouden we hier meer trots op mogen zijn.”

Aangezien BBG in Frankrijk niet rechtstreeks verkoopt aan veehouders, is hun stand relatief kleiner ten opzichte van de Franse bedrijven in dezelfde hal, die wel contact zoeken met boeren. “We zijn hier om de B2B-relaties met deze Franse geneticabedrijven te onderhouden, natuurlijk met behulp van Belgische bieren. Op de eigen beurzen, zoals Agribex, baten we dan weer een veel grotere stand uit, samen met CRV en AW.”

Thor Deyaert