Afvalschandaal bevestigt succes van milieuhandhaving
Voor Vlaams minister Jo Brouns (cd&v) van landbouw en leefmilieu betekent het recente afvalschandaal in de Kempen niet het falen maar integendeel het succes van de milieuhandhaving. Hij zei dat met zoveel woorden op de zitting van de commissie Leefmilieu in het Vlaams Parlement.

Die bijeenkomst dateert van 4 november. De afvalzwendel is volgens de minister al geruime tijd bekend bij de omgevingsinspectie die het gerecht er van op de hoogte bracht.
Gerechtelijk onderzoek
Er zijn de voorbije jaren tal van vaststellingen gebeurd op de bedrijven van de personen die erbij betrokken zijn en die zijn via in het totaal 13 pv’s overgemaakt aan het parket. Het is op basis van deze vaststellingen – dus net dankzij de omgevingsinspectie – dat het parket is kunnen overgaan tot een gerechtelijk onderzoek.
Dat leidde tot de huiszoekingen die op 21 oktober plaatsvonden. De afdeling Handhaving heeft hierbij op vraag van de onderzoeksrechter technische ondersteuning geboden. Door het geheim van het onderzoek kan volgens Brouns nog niet worden gecommuniceerd over de resultaten.
In zijn antwoord op vragen die parlementslid Mieke Schauvliege (Groen) hem daarover stelde, zei minister Brouns dat de omgevingsinspectie in eerste instantie een toezichtsopdracht heeft. Dit betekent dat zij toeziet op de naleving van de milieuregelgeving door bedrijven. Zij heeft hiervoor zeer ruime toezichtsbevoegdheden die andere opsporingsdiensten niet hebben. Het gaat hier over het recht op toegang, recht op inzage en kopie van zakelijke gegevens, recht van onderzoek van zaken, recht van onderzoek op transportmiddelen en het recht op het doen van vaststellingen door middel van audiovisuele middelen.
Verder heeft de omgevingsinspectie ook recht op bijstand van de politie bij het uitvoeren van het toezicht.
Parket beslist
Wanneer de omgevingsinspectie tijdens het toezicht misdrijven op de milieuwetgeving vaststelt, worden deze met processen-verbaal gemeld aan het parket, dat dan kan overgaan tot verder onderzoek. Als uit dit opsporingsonderzoek blijkt dat er sprake is van georganiseerde misdaad, is het aan het parket om te beslissen hoe hiertegen op te treden.
Als het parket overgaat tot een opsporingsonderzoek, kan het dan weer een beroep doen op de expertise van de omgevingsinspectie. In dat geval is er geen sprake meer van toezicht en is de toezichthouder ook gebonden aan de regels die voor de opsporingsdiensten gelden. Het zijn dus niet de handhavers die optreden tegen de georganiseerde criminaliteit, maar wel het parket.
De omgevingsinspectie heeft – lichtte Brouns verder toe - zelf ook de mogelijkheid om bestuurlijk op te treden, maar dat is steeds in de fase van toezicht. Dat is in dit concreet dossier ook gebeurd. Naast het opmaken van de pv’s werden er ook aanmaningen gegeven en bestuurlijke maatregelen opgelegd. Het verbaast ook de minister niet dat die slechts beperkt opgevolgd werden door deze criminelen.
Niet eigenhandig optreden
Er zijn volgens minister Jo Brouns voldoende handhavers op het terrein actief. Hij wijst daarbij nogmaals naar het feit dat de omgevingsinspectie geen opsporingsonderzoek doet, maar enkel toezicht houdt. Dat is een belangrijk verschil. De omgevingsinspectie tracht in eerste instantie om schendingen van de milieuregelgeving ongedaan te maken door raadgevingen, aanmaningen en bestuurlijke maatregelen op te leggen. De focus ligt hierbij op het herstel van eventuele schade die berokkend is door het niet naleven van de milieuregelgeving. Naargelang de aard van de vaststellingen wordt er nauwgezet samengewerkt met andere bevoegde instanties, zoals lokale toezichthouders, de OVAM, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het Departement Zorg.
“Het is niet de taak van de omgevingsinspectie om eigenhandig en alleen de strijd te voeren tegen georganiseerde misdaad”, beklemtoont Brouns. Zij dient een cruciale bijdrage te leveren aan het optreden van het parket wanneer die georganiseerde misdaad een substantiële impact heeft op het leefmilieu.
Bij het afvalschandaal dat recent in de Kempen losbarstte werd meer dan 3.000 ton vervuild industrieel zout, afkomstig van een glycerinefabriek, als meststof op akkers verspreid. Deze chemische cocktail vergiftigt het ecosysteem. Niet alleen interpellante Mieke Schauvliege is er van overtuigd dat dit het gevolg is van georganiseerde misdaad.





