Bizons en wilde paarden moeten van Nationaal Park Bosland stuk wilde natuur maken
In het Nationaal Park Bosland in Hechtel-Eksel worden binnenkort Europese bizons en wilde paarden uitgezet in een stuk wilde natuur van ruim 500 ha. Bedoeling is dat er niet langer aan natuurbeheer wordt gedaan en dat de natuurlijke processen alle ruimte krijgen. Dat meldt het Agentschap voor Natuur en Bos.

Het gaat om een pilootproject om beter te begrijpen hoe grote grazers een rol kunnen spelen in grote natuurgebieden en de ontwikkeling van biodiverse landschappen. Het is niet toevallig dat het project uitgerold wordt in het Pijnven in het Nationaal Park Bosland. Het gebied vormt ook nu al een groot aaneengesloten stuk natuur dat niet toegankelijk is voor bezoekers.
Grote grazers, zoals bizons en wilde paarden, zorgen voor meer variatie in een landschap, verspreiden via hun mest en vacht zaden en planten en zorgen zo voor een boost in de biodiversiteit. De Europese bizon creëert open plekken in dicht struikgewas en brengt zo extra structuur en leven in het bos. De wilde paarden zijn dan weer onmisbaar op de schrale zandgronden. Ze eten taai gras en houden zo de heide open en bloemrijk. Met hun hoeven en hoorns zorgen de grazers voor open zand en paadjes waar planten, bijen en vlinders van profiteren. Zo ontstaat een rijk leefgebied voor soorten die houden van afwisselende landschappen zoals de nachtzwaluw, de boomleeuwerik en de gladde slang.
In 2026 starten de werken om het raster te plaatsen en ten vroegste in de zomer van 2027 zullen de eerste dieren uitgezet worden. Die rasters zullen geen andere wilde dieren in het gebied opsluiten. Zo zal het geen invloed hebben op de everzwijnen, reeën en wolven in het gebied.
Op 13 november gaven Natuur en Bos en Vlaams minister van Omgeving en Landbouw Jo Brouns (cd&v) het startschot voor de ontwikkeling van het gebied.





