Opinie: Schuiven we de hete patat door naar de boer?
Geïnspireerd door de druk besproken Pano-reportage over de aardappelteelt roept Linde Camps van Wervel, de agro-ecologische beweging, op tot eerlijke prijzen, eerlijke steun en echte duurzaamheid in die sector. “Voor mij staat het verhaal van de aardappelsector symbool voor iets groters: een voedsellandbouwsysteem dat goed lijkt te draaien, maar onder de oppervlakte kraakt.”

De voorbije weken kwam ik op heel wat plekken waar ik aan het denken gezet werd. En op die plekken ging ook de Pano reportage over de aardappelsector over de tongen. Al die gesprekken leggen een pijnlijke waarheid bloot: de Vlaamse boer zit klem tussen markt, macht en beleid. Contracten met verwerkers worden steeds strakker, marges steeds kleiner, maar de risico’s blijven en worden zelfs groter door de klimaatverandering.
Boeren telen en kweken met hart en ziel. Ik hoor regelmatig in mijn omgeving dat vrienden dromen om ooit zelf te boeren, tot je het romantische beeld doorprikt en hen de harde waarheid vertelt…
Laat ik beginnen bij de recente studie van Ruben Savels (UGent) en Bond Beter Leefmilieu (BBL). Deze studie toont aan dat de subsidies van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)
Daarbovenop vloeit er bakken overheidsgeld naar de weersverzekering, die bedoeld was om risico’s op te vangen, maar in de praktijk vooral risicovol gedrag in stand houdt.
De Pano-reportage die gedraaid werd in de Westhoek is dan ook het perfecte voorbeeld: een regio die enkele jaren geleden nog volledig onder water stond, maar waar de aardappelteelt weer massaal wordt opgevoerd, aangemoedigd door de nabijheid van verwerkende bedrijven én afgedekt door subsidies en verzekeringen.
De boer als zwakke schakel in een sterke keten
De aardappel is niet zomaar een product, het is cultureel erfgoed. En toch heeft de boer die hem teelt steeds minder te zeggen over wat hij verdient: de verwerkende industrie bepaalt de contracten, de prijs, de kwaliteitseisen en de leveringsvoorwaarden. En de risico’s dan? Wel, die liggen bij de boer. De winsten stromen echter wel naar de industriële spelers.
De pano-aflevering toonde hoe Vlaamse boeren gevangen zitten in een race naar efficiëntie, volume en schaal. Een systeem dat hun autonomie uitholt.
Een systeemfout blootgelegd
Volgens het onderzoek van Ruben Savels en BBL ging in 2023 meer dan 75% van de Vlaamse landbouwsteun naar directe betalingen, waarvan het grootste deel simpelweg gebaseerd is op het aantal hectare dat iemand bezit. Met andere woorden: wie meer grond heeft, krijgt meer geld. Zelfs als die grond gebruikt wordt voor intensieve teelten met een hoge milieudruk.
Ik hoef je de gevolgen niet uit te leggen: Grootgrondbezitters profiteren, terwijl kleinere, vaak duurzamere boeren het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Grondprijzen stijgen, waardoor jongere boeren amper nog kunnen instappen. Steun aan duurzaamheid blijft veel te klein en het systeem beloont omvang, maar niet de maatschappelijke meerwaarde.
Het resultaat ervan is pervers: een beleid dat bedoeld was om boeren zekerheid te geven, vergroot de kloof tussen groot en klein en tussen intensief en duurzaam.
Zekerheid voor risico, maar niet voor veerkracht
En dan die weersverzekering die ik daarnet aanhaalde… Ook dit is een voorbeeld van een goedbedoeld beleid dat verkeerd uitpakt.
Vlaanderen subsidieert momenteel tot 65% van de premie voor landbouwers die zich verzekeren tegen weerschade. Dat klinkt fair, maar de praktijk is minder mooi. Want wat gebeurt er?
Boeren blijven klimaatgevoelige gewassen telen in regio’s die daar minder geschikt voor zijn. Grote bedrijven kunnen zich gemakkelijk verzekeren, terwijl kleinere boeren de rest van de kosten moeilijk kunnen dragen. Bovendien betaalt de belastingbetaler mee aan het risico, maar niet aan het verminderen ervan.
Kortom, we subsidiëren niet de veerkracht, maar de kwetsbaarheid van ons voedselsysteem.
Het kan anders!
In Frankrijk bewijst het initiatief C’est Qui Le Patron?! dat een ander landbouwmodel wel werkt. Daar beslissen consumenten samen met boeren hoeveel een eerlijke prijs is en welke criteria belangrijk zijn: lokale teelt, milieu, dierenwelzijn, eerlijke marge. De boer krijgt zekerheid, de consument transparantie. Zo kan het dus ook!
Wat als we in Vlaanderen hetzelfde zouden durven? Wat als steun, verzekering én ketenverhoudingen allemaal gericht waren op maatschappelijke waarde in plaats van op hectares?
Voor mij staat het verhaal van de aardappelsector symbool voor iets groters: een voedsellandbouwsysteem dat goed lijkt te draaien, maar onder de oppervlakte kraakt. Een systeem waarin publieke middelen stabiliteit moeten garanderen, maar vaak de verkeerde richting versterken en een systeem waarin de boer het risico draagt, maar niet de beloning krijgt. Hoog tijd om dat verhaal te herschrijven naar eerlijke prijzen via transparante ketens, eerlijke steun via resultaatgerichte subsidies en eerlijke zekerheid via beleid dat veerkracht beloont en niet de kwetsbaarheid.
Wervel is een sociaal-culturele beweging die al meer dan 30 jaar ijvert voor agro-ecologische landbouw en voeding. Via onderzoek, educatie, campagnes en beleidswerk brengt Wervel boeren, burgers en organisaties samen om te werken aan een duurzaam voedselsysteem.





