Startpagina Agribex

De Vleeshoeve verwent Agribex-bezoekers met heerlijk stoofvlees

Al voor de derde keer op rij serveert De Vleeshoeve uit Temse stoofvlees met frietjes voor de hongerige beursbezoekers en standhouders op Agribex in Brussel. Voor het eerst zal dat stoofvlees niet bij de prijskampen te koop zijn, omdat een ordonnantie dergelijke veeprijskampen verbiedt.

Leestijd : 5 min

Voor Rudy Noens en zijn echtgenote Gerda van De Vleeshoeve waren de veeprijskampen nochtans de aanleiding om standhouder te worden op Agribex. “Wij kennen een aantal mensen die mee in de organisatie zitten van de veeprijskampen op de landbouwbeurs in Brussel. Ze wilden wat meer leven in de brouwerij brengen in die beurshal en de hongerigen spijzen. Een paar standen met voeding konden daarbij helpen”, vertelt Rudy.

Animo bij de prijskampen

“Het is jammer dat er voortaan geen dieren te zien zullen zijn op Agribex. Wij hadden daar onze vaste stek en we hadden daar op korte tijd toch al een beetje van een traditie opgebouwd. De bezoekers en standhouders wisten waar ze moesten zijn voor een lekkere portie stoverij. Het is afwachten hoe onze nieuwe plek op de beurs zal meevallen”, gaat hij verder. De Vleeshoeve staat bij We Love Local, een ‘beurs-in-de-beurs’ voor korteketenbedrijven uit de landbouw.

Rudy en Gerda bereiden voor de landbouwbeurs rundstoofvlees met vlees van eigen dieren. “Als men mij daarnaar vraagt, zeg ik dat wij in onze hoeveslagerij geen specialiteiten hebben, omdat elk van onze producten een specialiteit is. Hoe onze producten klaargemaakt worden, is hoe wij ze zelf willen proeven. Ons stoofvlees is dus geen specialiteit met één of ander geheim ingrediënt of bijzonder recept. Het is een eerder klassiek stoofvlees, en alle klanten zijn er heel tevreden over, zowel in onze winkel in Temse als op Agribex.”

Omgeschakeld naar vleesvee uit noodzaak

Rudy en Gerda houden in Temse zowat 200 stuks vleesvee van het Belgisch witblauwe ras. “Ik nam het bedrijf in 1993 over van mijn ouders. Zij hadden een bedrijf met melkvee en varkens. Bij de overname ging het niet makkelijk in de veeteelt in Vlaanderen. Om toen rond te komen moesten we met 2 nog elders gaan bijverdienen. Dat lukte niet met de melkbeurten van het melkvee en daarom zijn we al snel overgeschakeld naar vleesvee. Met de varkens zijn we dan later gestopt. We hebben elk een cursus gevolgd om het vlees van onze runderen te leren versnijden en verwerken en dan hebben we in 1999 onze hoevewinkel geopend. Daarmee hebben we een mooie zaak opgebouwd waarvan we met het hele gezin kunnen leven en werk bieden aan enkele externe krachten.”

Bijna alle runderen worden na het slachten verwerkt voor De Vleeshoeve. Slechts een handvol dieren per jaar gaat via het slachthuis naar de retail of slagerijen. “Men heeft het er vaak over dat rundvlees zoveel duurder is geworden, terwijl we eigenlijk nu pas opnieuw op een correcte prijs zitten na een veel te lange periode met een stabiele, lage prijs. Het is niet dat de vleesveehouders plots gigantische winsten boeken door die prijsstijging. Het is eerder dat we nu iets zekerder zijn dat we geen verlies zullen maken”, nuanceert Rudy.

Hij verwacht dat de prijzen voor rundvlees nog meer zullen stijgen, omdat hij veel collega’s ziet die willen stoppen met vleesvee, door ouderdom en de vele onzekerheden in de sector. Daardoor zal het aanbod nog slinken. “Het is bovendien niet het vlees of noem het het karkas of het basisproduct op zich dat zoveel duurder is geworden. De prijzen voor veevoer zijn bijvoorbeeld wel gestegen, maar niet in die verhouding. Wat rundvlees vandaag duurder maakt voor de consument, zijn de opgelopen kosten voor personeel, voor elektriciteit, voor controles en administratie, voor het slachten …”

Enkel witblauw in de stal

Alle ruwvoer komt van de 76 ha gronden die het gezin bewerkt: maïs, gras, spelt, tarwe en gerst. Een ander ras dan Belgisch witblauw komt bij Rudy niet in de stal. “Ik heb genoeg verhalen gehoord over andere runderrassen die een beetje ‘wilder’ zijn. Ik kan op elk moment zonder schrik bij mijn dieren gaan. Ze zijn kalm en er is altijd rust in de stal. En dit ras zorgt voor het beste rendement inzake groeisnelheid en vleeswaardes. Ze staan garant voor zware karkassen. De klanten zijn dol op de malse stukken vlees van het Belgisch witblauw.”

Een ander ras dan Belgisch witblauw komt bij Rudy niet in de stal.
Een ander ras dan Belgisch witblauw komt bij Rudy niet in de stal. - Foto: FVDL

Voor het dekken van de koeien gebruikt Rudy 4 eigen stamboekstieren die hij bij andere veehouders aankoopt. Kunstmatige inseminatie vergt volgens deze veehouder uit Temse te veel tijd. Voorts koopt hij geen extra dieren aan om af te mesten en werkt hij enkel met eigen kweek. In De Vleeshoeve wordt het assortiment van rundvlees aangevuld met vers varkensvlees en nog veel meer producten van lokale producenten.

Rudy en Gerda zouden graag zien dat hun zoon Wannes en dochter Charlotte De Vleeshoeve overnemen. Beiden werken al mee in de zaak. “Onze dochter heeft hotelschool gevolgd, terwijl de zoon het liefst in de stallen en op de akkers werkt. Het zou voor ons als ouders mooi zijn als ze het bedrijf samen verderzetten, maar als het anders uitdraait, zullen wij daar net zo goed vrede mee nemen. Het hangt bovendien niet alleen van hun keuze af. De politiek moet ons als vleesveehouders genoeg ruimte geven om te kunnen blijven ondernemen.”

Emissiereductie in de vleesveesector

Op dat laatst gaat Rudy nog wat dieper in. “Neem nu die verplichte emissiereductie van 5% die elk veebedrijf moet nemen tegen het einde van het jaar. Voor vleesvee zijn er bijna geen emissiereducerende technieken waar we een beroep op kunnen doen, terwijl de Vlaamse vleesveesector als geheel – door het grote aantal stoppers – al veel meer dan 5% gereduceerd heeft. Als ik 10 dieren minder mag houden, ben ik nog niet failliet, maar knabbelt de overheid wel opnieuw een deel van mijn omzet en van mijn winst weg. En is de 5% emissiereductie van mijn bedrijf dan zo belangrijk en nodig om ‘het klimaat te redden’, als je dat afzet tegenover de vervuiling door transport en industrie? Inzake klimaat kan de Vlaamse vleesveehouderij niet veel meer verbeteren, denk ik. Er moeten toch efficiëntere oplossingen bestaan voor die stikstofdoelstellingen?”, vraagt hij zich af.

Filip Van der Linden

Lees ook in Agribex

Meer artikelen bekijken