Startpagina Agribex

Geanticipeerd op evoluties en Steeno NV klaargemaakt voor de toekomst

Steeno maakte de voorbije jaren heel wat wijzigingen/evoluties door, waarbij de onderneming duidelijk klaargestoomd werd voor de toekomst en waarbij ook de generatiewissel aandacht krijgt. Met CEO Joost Vandesteene, hadden wij hier een verhelderend gesprek over.

Leestijd : 9 min

Joost Vandesteene is gedelegeerd bestuurder van de NV Steeno en neemt de algemene leiding op zich. Daanaast is hij al sinds zijn 25ste actief binnen het bestuur van Fedagrim, dat is ondertussen al meer dan 30 jaar. Vandesteene geeft aan heel lang van op de achtergrond de federatie mee bestuurd te hebben. Met Johan Colpaert vormde hij lange tijd een heel goede tandem, toen die voorzitter was en Vandesteene ondervoorzitter.

“Johan opvolgen als voorzitter lag niet binnen mijn mogelijkheden. Daarom hebben we de fakkel doorgegeven en een nieuwe wind laten waaien. Wel ben ik nog voor Agoria het aanspreekpunt binnen Fedagrim.”

De firma Steeno maakte de voorbije jaren heel wat veranderingen/evoluties mee. Waar startte het ergens en wat houdt het in?

De wereld rondom ons verandert, daar moeten we op anticiperen. Het gaat overal wat moeizamer. Waar vroeger boeren een sterkere tractor kochten én er dan een grotere ploeg bij kopen, is dit vandaag niet meer zo. De ploegenmarkt krimpt dus in aantal verkochte stuks. In aantal scharen neemt ze wel toe. We bouwen dan wel minder ploegen, toch zien we dat we meer diepgronders verkopen, net als cultivatoren en een lichte bouwlandinjecteur. We hebben ook een nieuw type ploeg uitgebracht, maar we hebben die door ‘coronaomstandigheden’ te weinig kunnen testen, waardoor ze te vroeg in de markt is gekomen en waardoor er een constructiefout bovenkwam. Die klanten hebben we ieder op zijn manier proberen verderhelpen totdat de definitieve oplossing er was. Van oudsher deden we veel constructiewerk voor de textielsector. We lasten voor een Belgische fabrikant veel chassis voor weefgetouwen enzovoort. Daar hebben we een heel grote klant die het om diverse redenen, onder andere de oorlogen her en der in de wereld, heel moeilijk kreeg. Waar hij vroeger een grote omzet betekende, is dit nu maar een kleine omzet meer geworden voor ons. Alle evoluties samen genomen maakte dat we moesten schakelen.

Dat zorgde er dan voor dat u meer constructie- en schilderwerk voor anderen bent beginnen doen?

Ja, er heeft zich een mooie opportuniteit aangeboden om voor AVR een deel frames van aardappelrooiers te lassen en te schilderen. Dat is iets dat we 3 jaar geleden zijn beginnen doen en dat ondertussen steeds toenam.

Sinds enkele jaren last en schildert Steeno meer en meer voor derden, zoals frames voor aardappelrooiers van AVR.
Sinds enkele jaren last en schildert Steeno meer en meer voor derden, zoals frames voor aardappelrooiers van AVR. - Foto: TD

Ik hoorde ook dat u afscheid nam van uw vestiging in Vichte (Anzegem). De locatie is zelfs verkocht.

Klopt, ik maakte een reflectie en werd me ervan bewust dat werken op 2 locaties (Vichte en Geraardsbergen) hoge kosten met zich meebracht en dat het omslachtig werken was. Soms lagen de stukken daar, soms in Geraardsbergen, er moesten dingen getransporteerd worden… Het was altijd een extra stap in de afhandeling van zaken. Ik kwam tot de conclusie dat werken op één locatie heel wat efficiënter zou zijn en kosten kon besparen. Dat was emotioneel geen makkelijke boodschap om te brengen naar de vorige generatie. Toch hebben ze mij gelijk gegeven als ze de verklaring achter de verandering begrepen. De ‘besparing’ door Vichte te sluiten, betekende een ‘investering’ in de locatie van Geraardsbergen. De Openbedrijvendag van 5 oktober jongstleden, waaraan we deelnamen, was de deadline om de herorganisatie afgerond te hebben en om te tonen aan het publiek dat bij wijze van spreken ‘Steeno 2.0’ klaarstaat om de toekomst aan te gaan.

Hebt u er geen spijt van om de locatie in Vichte zo snel verkocht te hebben? Een extra bedrijfspand kan altijd interessant zijn om achter de hand te hebben.

Het was niet mijn bedoeling om ze te verkopen, ik dacht nog aan verhuren ofzo. De locatie heeft zelfs niet officieel te koop gestaan. Er was een bedrijf dat van onze plannen hoorde en dat zelf naar ons is gestapt om het aan te kopen. Het contact met de toekomstige eigenaar voelde direct zeer goed. We hebben elkaar gevonden en denken zelfs elkaars klant te worden. Zij hebben af en toe metaalconstructies nodig, die kunnen wij dan leveren. Zij kunnen eventueel houtwerk op maat voor ons leveren, als de opportuniteit zich voordoet.

Eigen productie

Hoe hebt u de eigen productie dan intern kunnen reorganiseren?

Ik ben hiervoor niet over 1 nacht ijs gegaan. Ik heb genoeg nachten wakker gelegen om erover te kunnen nadenken (lacht). In de productie in Geraardsbergen heb ik een veel meer logische volgorde gestoken. Machines worden niet meer kriskras door elkaar gebouwd, maar zijn per productgroep georganiseerd op de werkvloer. Onderdelen staan niet meer in gangpaden opgeslagen, maar in het magazijn. Als de lasser of monteur ze nodig heeft, worden ze geleverd aan zijn werkpost. Met Fedagrim en Agoria heb ik vele bedrijven bezocht om te zien hoe zij het aanpakten om eruit te leren en om verbeteringen bij ons door te voeren. Ik heb het voorbeeld gegeven aan het personeel door op een weekend zelf veel beginnen te verhuizen en te organiseren in de werkplaatsen. Een andere evolutie is dat Steeno steeds meer onderdelen terug zelf is beginnen maken. Je spaart transport uit, maar de productiemachines kosten ook geld. Ik ga niet beweren dat ik er altijd goedkoper door kan produceren, maar je bent flexibeler. Je hebt zelf in de hand of je produceert of niet. Je moet niet wachten op een toeleverancier, je kan snel schakelen.

Hebt u dan veel geïnvesteerd in nieuwe productiemachines?

Ja, dat is een investering van jaren. Er zijn zo nieuwe verfinstallaties gekomen, een nieuwe lasrobot, een nieuwe laser- en nieuwe plasmasnijder, een buizenlaser, cnc-plooibank, ontbraamstraat… De vijfde, jonge generatie die tot het bedrijf is toegetreden, heeft mee de impuls gegeven om deze investeringen te doen. Mijn schoonzoon is boerenzoon én ingenieur automatisatie. Hij is de man om die productiemachines te beheren, samen met nog een neef. Dat je familie bent, is geen garantie om voor Steeno te werken. Het moeten jouw capaciteiten zijn die de firma nodig heeft. We hebben ook geïnvesteerd om onze milieu-impact te verkleinen. Onze klant, de landbouwer, voelt dagelijks de impact van het milieu op zijn bedrijfsactiviteiten. Wel, wij willen mee onze milieu-impact verkleinen. Daarom gaan we ons Thinner- en verfafval minderen. We hebben geïnvesteerd in een zuiver- en recuperatiesysteem hiervoor.

In de Steeno-fabriek in Geraardsbergen werd stevig geïnvesteerd de laatste jaren,  zoals in nieuwe spuitcabines.
In de Steeno-fabriek in Geraardsbergen werd stevig geïnvesteerd de laatste jaren, zoals in nieuwe spuitcabines. - Foto: TD

Zijn er nog productiemachines die vermeldenswaardig zijn?

Naast al de nieuwe toestellen zijn er nog enkele ‘gouden ouden’. Bij de sluiting van de Case IH/International fabriek in het Duitse Neuss in 1977 hebben we 2 persen kunnen overkopen, die vandaag bij ons nog prima hun werk doen. Daarnaast hebben we nog indrukwekkend uitziende vliegwielpersen van 1.000 ton. Ook onze ovens zijn vrij spectaculair. We hebben er eentje die een temperatuur van over de 1.000 °C kan bereiken. De ovens zijn permanent vernieuwd, waardoor ze evenwaardig zijn met nieuwe exemplaren. We hebben lasrobots, een polijstrobot voor onze ploegscharen…

Hoe speelt u in op de problematiek van het moeilijk vinden van personeel? Waar zitten de knelpunten?

Schilders en lassers zijn moeilijk te vinden. Iemand vinden om een machine af te lassen is het probleem niet, dat lukt nog snel, maar een lasser vinden die een plan kan lezen, die onderdelen kan monteren en die kan puntlassen nadat het is samengesteld, dat is moeilijk. Daarom kijken we er naar om kleine series van dezelfde machine na elkaar te laten bouwen of naar de mogelijkheden van een lasrobot. We werken ook met interimkrachten samen die aan projecten in productie en montage werken. De nieuwe generatie die aantreedt, zijn jonge mensen, die andere jonge mensen kennen en die hen mee richting Steeno brengen. De laatste jaren merk ik dat we terug meer sollicitanten krijgen. In andere sectoren gaat het minder goed, waardoor de stabiliteit van de landbouwsector herontdekt wordt. Door de herorganisatie heb ik personeel meer verantwoordelijkheden en autonomie gegeven. Daardoor hebben sommigen hun job herontdekt of een nieuwe adem gevonden en zijn ze er met vernieuwde moet tegenaan gegaan. Ik merk ook dat het ziekteverzuim is gedaald.

In de Steeno-fabriek in Geraardsbergen staan heel wat bijzondere productiemachines, zoals een oven die boven de 1.000 °C gaat.
In de Steeno-fabriek in Geraardsbergen staan heel wat bijzondere productiemachines, zoals een oven die boven de 1.000 °C gaat. - Foto: TD

Hebt u er nooit aan gedacht om uw productie te verhuizen naar buitenlandse (lageloon-) landen?

Ja, over nagedacht inderdaad, maar wij zien het niet als oplossing. Wil je succesvol zijn daarmee, dan moet er constant iemand die buitenlandse productie ‘overwaken’. Bijkomend bots je op extra transport. Alles is vervoerbaar, maar het heeft zijn kostprijs en je botst op grenzen. Hier in Geraardsbergen produceren en alles doen, gaat finaal sneller.

Ik zeg ook dikwijls : wij zijn te klein om groot te zijn, maar ook te groot om klein te zijn. Onze huidige omvang maakt dat een buitenlandse productie niet zinvol is.

Hoe verloopt de export van Steeno-machines?

Dat loopt richting Frankrijk, Nederland en een beetje naar Duitsland. We hebben ook al opportuniteiten weten te verzilveren in Oekraïne en Canada, in dat laatste door een uitgeweken Nederlandse boer waar we contacten mee hadden. In andere exportlanden zijn we aanwezig, maar eigenlijk te weinig. Er komt veel tijd, inzet en dus ook geld bij kijken om buitenlandse markten te bewerken. Hier botsen we weer op het feit van wat ik net zij: we zijn te klein om groot te zijn. Als ‘vreemd’ merk op een buitenlandse markt word je verwacht om goedkoper te zijn. Dat lukt niet altijd. Omgekeerd wordt in België vlot aanvaard dat buitenlandse merken duurder zijn…

Als ploegenfabrikant botst u op een beweging die niet-kerende grondbewerking verafgoodt en die de ploeg verkettert. Hoe staat u daartegenover?

We bouwen ook een heel gamma machines voor niet-kerende grondbewerking, dus we zijn mee met ons aanbod. Zolang de wereld bestaat, wordt de grond gekeerd. Met minder ploegen ben ik akkoord, maar niet met helemaal niet meer ploegen. Ik merk dat klanten die jarenlang niet geploegd hebben, toch terug bij ons staan om een ploeg te kopen. Ploegen valt voor mij niet uit te sluiten, wil je op lange termijn dezelfde opbrengsten houden en je onkruid beheersen. Niet-kerende bodembewerkingstechnieken leveren meer onkruiden op en vergen dus meer herbicide-inzet.

Steeno is  bekend als  ploegenbouwer, maar heeft  daarnaast ook  een gamma voor niet-kerende grondbewerking, diepwoelers en mestinjecteurs.
Steeno is bekend als ploegenbouwer, maar heeft daarnaast ook een gamma voor niet-kerende grondbewerking, diepwoelers en mestinjecteurs. - Foto: TD

Importmerken afgebouwd

Klopt het dat u ook afscheid nam van uw importmerken?

Ik ben grotendeels gestopt met de invoer van machines, behalve van de merken GTS Tigges (aandrukrollen) en Lehner (12 Volt-strooiers), omdat die nog goed bij de andere Steeno-producten passen. Met GTS Tigges ben ik trouwens 40 jaar geleden de invoeractiviteiten begonnen.

Wat is de reden hiervoor?

Er zijn meerdere redenen. Als je met dezelfde mensen zowel met importmerken bezig bent als met de eigen constructie, dan is er geen of te weinig focus op het eigen merk. Anderzijds stond de klant bij ons voor garantie bij machinebreuk of problemen. Steeno betaalde dat, maar vond vaak geen gehoor bij de buitenlandse fabrikant. Een ander feit is dat het met mijn gezondheid wat minder is gegaan. Mijn lichaam gaf aan dat het minder moest, dus werd het minder import. De evolutie is een beetje gebeurd in de filosofie van ‘schoenmaker blijf bij uw leest’. We zijn terug naar onze roots gegaan, namelijk machines bouwen, en proberen daar nu innovatiever te zijn. Wij moeten het hebben van onze inzet, sparen op onkosten, inzetten op specialisatie…

Hoe is die beslissing om de import af te bouwen onthaald bij leveranciers en klanten? Hoe worden gebruikers verdergeholpen?

Steeno laat geen klanten in de kou staan en zoekt oplossingen (krachtdadig). We zijn in vriendschap met onze importmerken uit elkaar gegaan. Waar nodig verbinden we de klant met de fabrikant ofzo om oplossingen voor problemen te vinden. We merkten ook dat de buitenlandse fabrikanten snel vrede namen met onze beslissing. Zij geven aan zelf invoerkanalen te willen opzetten of structuren die rechtstreeks dealers beleveren, zonder invoerder. Iedere tussenstap kost geld en in de toekomst moet er meer gekeken worden naar de kostenstructuur.

Evenementen

Hoe kijkt u zelf aan tegen de veelheid aan evenementen (beurzen, demonstraties…)?

Dat kan niet blijven duren! Maar dat zeggen we al heel lang (lacht). Talrijke evenementen zitten dicht op elkaar in de jaarkalender… dat wordt moeilijk. Het aantal landbouwers wordt ook niet groter. Een jaarlijkse beurs als Libramont wordt te snel in ‘roulatie’. Tegelijk zien we dat West- en Oost-Vlamingen graag naar de beurs in Gent gaan, omdat Brussel wat verderaf ligt voor hen. Agribex in Brussel is nog altijd wel een sterkhouder. Wij hebben jarenlang onmiskenbaar in de boekhouding gezien dat een ‘Agribex-jaar’ qua verkoop een beter jaar is. Nu mogen er in Brussel geen dierententoonstellingen meer doorgaan. Enkele meters verder dan de Heizelpaleizen, in een tent op Parking C (Vlaams grondgebied), zou het wel kunnen, pfff… Waar gaan we naartoe? We gaan kapot aan regels en vernietigen onze welvaartsstaat! Waarom, om dierenwelzijn? Er is toch niemand die beter zijn dieren verzorgt dan een boer, want zijn inkomen is ervan afhankelijk.

Met welk gevoel gaat u naar Agribex 2025?

Ik kijk er heel hard naar uit. Ik ga daar echt goedgemutst naartoe. Klanten ontmoeten, met hen uitwisselen over ideeën, positieve reacties ontvangen en leren uit negatieve ervaringen die gecommuniceerd worden. Zonder veel verplaatsingen te doen, zie je veel mensen op Agribex. Ik vind het echt een hele leuke ontmoetingsplaats.

Wat mag de toekomst verder nog brengen?

Ik hoop gezond te blijven. De bevolking beseft te weinig dat gezond leven start bij gezond eten. Daarom hebben we die lokale boer, die duurzaam produceert, nodig. De boer is het begin van alles, hij is onze toekomst. Daarom mag het wel eens stoppen met al die regels die hem versmachten of we stoppen onze eigen welvaart. Dat zou heel spijtig zijn voor onze kinderen.

Tim Decoster

Lees ook in Agribex

Edito: Inspireren en verbinden op de beursvloer

Edito Eens Sinterklaas eraan komt, tellen we de dagen af richting het nieuwe jaar. Om de 2 jaar hoort daar in die periode ook Agribex bij. Het is de traditionele afsluiter van het zogenaamde ‘beurzenjaar’. Voor deze editie koos organisator Fedagrim als thema ‘inspireren en verbinden’, en dat hoort zo op een beurs.
Meer artikelen bekijken