De stap richting sleepslangen pakte goed uit
In onze zoektocht naar meer info over de techniek om mest toe te dienen via de sleepslang, kwamen we terug uit bij een loonbedrijf waar we al eerder te gast waren, namelijk dat van de familie Meganck-Haenebalcke in het Oost-Vlaamse Merendree.
Dat de investering in sleepslangbemesten hier goed uitpakte, bewijst de situatie vandaag: van één combinatie om mest toe te dienen werd enkele jaren geleden naar een tweede gegaan.
Voor dit jaar werd ook geïnvesteerd in twee nieuwe tractoren én in een nieuwe sleepslanginjecteur.
Stimulans richting sleepslangen
Kristof Haenebalcke, mede-zaakvoerder van het loonbedrijf, legt ons uit dat hij tot zo’n tien jaar geleden in een landbouwgarage werkte in de Oost-Vlaamse polder vlak tegen de Nederlandse grens. Hij kwam er veel in contact met akkerbouwers en zag een trend bij Nederlandse loonwerkers richting drijfmesttoediening via de sleep-slangtechniek. Belgische boeren zagen het resultaat van hun Nederlandse collega’s en hun interesse werd geprikkeld.
Kristof had plannen om in het loonbedrijf van zijn schoonfamilie te stappen en stimuleerde mee zijn schoonvader Paul om de stap te zetten richting ‘sleepslangen’. Deze zag het ook wel zitten en heel voorzichtig werden de eerste stapjes richting deze techniek gezet. Een tweedehands injecteur uit Nederland werd aangeschaft en de loonwerker bouwde zelf een pompwagen.
Tweede techniekpareltje
Loonwerkersfinesse
Een pientere chauffeur, en dat is Paul zeker, kan dankzij de zelf aanstuurbare zwenkarm tijdens het werk op het veld al inspelen op de plaats waar de slang komt te liggen. Dit is handig want van over de slang rijden komen alleen maar vodden. De schijven van de injecteur kunnen de slang ook lelijk beschadigen. Vooral bij het uitwerken van wendakkers en geren is deze hydraulisch aangestuurde arm enorm handig.
Voor landbouwers bestaat er een begrip zoals ‘gezond boerenverstand’. Voor Paul Meganck zouden we ook zo’n term moeten vinden. Iets in de aard van ‘loonwerkersfinesse’ zou hem wel passen. Naar eigen nood en met eigen inzicht en handen werd immers de mechanisatie aangepakt en werden vooral de kosten beheerst.
Finesse of handigheid zit verder in Pauls hoofd en handen als je ziet hoe hij een veld ‘leest’ en vervolgens aanpakt. Zo zagen we hem bezig met de bemesting van een veld. Na enkele werkgangen keerde Paul terug op de wendakker om dit deel reeds te bemesten zonder dat het veld al in zijn geheel klaar was. Navraag leerde ons dat dit bewust wordt gedaan omdat zo de slang niet over te lange afstanden moet versleept worden. Hier zit het risico dat de slang rond zijn as begint te tollen, met mogelijks breuk tot gevolg. Door een aangepaste ‘rijstrategie’ van Paul wordt hier galant op ingespeeld en het mogelijks probleem verholpen.
Paul gaf zijn ‘zwenkarm en sleepslang’ nog wat finesse mee. De eerste meter slang die start aan de zwenkarm is zo maar één meter lang. Dit is doelbewust gedaan omdat het de plaats is waar de meeste problemen met de slang optreden. Loopt er iets mis met de slang, dan moet er maar één meter vervangen worden. Verder gebruikt Paul nog een heel specifieke klem die hij vastgebout borgt rondom de koppeling van twee slangen. Dit zorgt voor extra zekerheid, net op de plaats waar de slangkoppelingen het snelst durven lossen.
Doorontwikkeld
Het sleepslangbemesten kende ten opzichte van in het begin een doorontwikkeling op het loonbedrijf van de familie Meganck-Haenebalcke. Zo werd oorspronkelijk gestart met een tweedehands sleepkouterinjecteur. Deze is mede onder impuls van de veranderde Nederlandse wetgeving vervangen door een injecteur met schijven.
Ondertussen werd de nauwkeurigheid van het toegepast gps-stuursysteem veel preciezer. Er werd naar een RTK-GPS-systeem gegaan met een nauwkeurigheid tot op 2 cm. De injecteur beschikt zelfs over sectie-afsluiting en in principe zou dit gekoppeld kunnen worden aan de gps. Echter doet Kristof dit doelbewust niet, o.a. omwille van schommelingen in de druk in de mestdarmen. Hierom houdt Kristof graag zelf de controle op de sectieafsluiting.
Wat niet wijzigde is de zorg voor de bodem. Net zoals de eerste tractor die voor de injecteur stond hebben de huidige tractoren die voor de injecteur staan een luchtdrukwisselsysteem om de bandenspanning te velde te laten teruglopen.
Voor bodem en capaciteit
Loonbedrijf Meganck-Haenebalcke was drijfmest aan het injecteren op de tarwepercelen én op akkerland van de familie Verstrynge in Sint-Margriete.
Toen we landbouwer Maarten Verstrynge vroegen naar de beweegredenen voor de drijfmestaanwending via het sleepslangprincipe, gaf hij ons een dubbele motivatie.
Allereerst is er volgens hem de bodemzorg, een primordiaal aspect. Volgens Maarten zorgt de tractor met sleepslangbemester voor veel minder bodemdruk én insporing. Dit komt de gewasstand én finaal de opbrengst ten goede.
Zelf heeft de familie Verstrynge een prachtig machinepark met keurig verzorgde tractoren én drijfmesttonnen waarvan zowel de wielen van de ton als de wielen van de tractor over een luchtdrukwisselsysteem beschikken. Zo kan er op het veld met lage bandenspanning gereden worden. Toch ervaart Maarten bijvoorbeeld in de aardappelteelt tijdens een droge zomer de sporen waar zijn drijfmesttank heeft gereden.
Een ander argument dat Maarten aanhaalde om in loonwerk via de sleepslangtechniek te laten bemesten, is het argument van de capaciteit. “De loonwerker bemest hetgeen nu moet gebeuren op één dag. Als we dit zelf moeten doen, zijn we een week bezig”.
Om de sleepslangbemester aan het werk te houden reed landbouwer Verstrynge met twee mesttonnen en werd er nog een loonwerker met twee tonnen ingehuurd. Tussen veld en mestput was de afstand slechts enkele kilometers. Helemaal niet ver, en toch kwam het bemestingssysteem snel ‘droog’ te liggen.