Startpagina Veeteelt

Melkveehouder strijdt tegen CETA

Limburger Luc Hollands is geen zwijger. Zijn temperament en engagement maakten van hem hét gezicht van het boerenverzet tegen het vrijhandelsakkoord met Canada. Ook nu het verdrag al deels in uitvoering is, geeft hij de strijd niet op. “Het stopt als één van de lidstaten of regio’s nee zegt. We hebben nog hoop.”

Leestijd : 6 min

België is bezig het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA), een vrijhandelsverdrag tussen Europa en Canada, te ratificeren. Het is al gedeeltelijk in werking. Deze week luistert het Vlaams Parlement nog naar een aantal betrokkenen. Daar is dit keer geen enkele landbouwer bij. Nochtans was ABS-voorzitter Hendrik Vandamme voorgedragen, als vervanger voor de Canadese boerenleider Jan Slomp.

Eind vorig jaar mocht melkveehouder Luc Hollands wel zijn visie uiteenzetten in het Parlement. Daarnaast betoogde hij in het verleden al met melkveehoudersverenigingen MIG en Flemish Milk Board tegen het verdrag. In dit gesprek legt hij geestdriftig uit waarom hij van het Canadese handelsverdrag niet het beste, maar het slechtste verwacht. “Mensen zijn ingeslapen, en andere mensen vullen hun broekzakken”, zucht hij.

Waarover gaat CETA precies? Europa en Canada openen hun markt voor elkaar, met gelijktrekking van de heersende regels, zodat alle producten zonder tussenkomst van de douane binnen kunnen. Dat vergemakkelijkt de handel. “Toch produceren we niet op dezelfde wijze”, werpt Hollands tegen. “Op de Canadese markt is bijvoorbeeld vlees te vinden van dieren die opgekweekt zijn met hormonen.”

CETA benadeelt vleesvee- en varkenshouders. Waarom bent u, als melkveehouder, tegen?

“Voor sommige producten, zoals melk, is dit handelsverdrag inderdaad interessant. Wij vinden echter dat iedere streek in de wereld zijn autonomie moet kunnen houden. Melkpoeder uit Europese overproductie gaat naar Afrika, en maakt daar de eigen, kleinschalige melkveehouderij kapot. Dat hele systeem werkt alleen voor de tussenpersonen die de melk verkopen.”

“De enige reden voor dit soort verdragen is dat er een paar mensen veel geld mee verdienen”, vindt Hollands.
“De enige reden voor dit soort verdragen is dat er een paar mensen veel geld mee verdienen”, vindt Hollands. - DC

“Mij interesseert het niet om Canadese melkboeren de doodsteek te geven. Daar wil ik niet van leven. Ik hecht belang aan de kwaliteit van de melk, voor de mensen hier. Verdragen als CETA stimuleren de neerwaartse spiraal waarin kwaliteit verzeild is geraakt. Melk goedkoper produceren is het enige dat telt. Tegelijk komen schandalen aan het licht. Eerst stond de muur ver, maar nu is ze daar.”

Waarom protesteren niet meer Vlaamse landbouwers? Boerenbond bijvoorbeeld was afwezig op de betoging twee jaar geleden.

“Boerenbond staat voor grootschalige, industriële productie, en die schreeuwt om export. De belangen zijn niet meer die van de landbouw. Ze zitten hoger. De boeren zijn nodig voor de productie, maar ze moeten niet teveel geld meer verdienen. Subsidies dienen om hen net niet te laten verzuipen. Landbouwfamilies zijn aan het dekapitaliseren, en financiële bonzen kopen de landbouwgrond op.”

Op dit moment is CETA al actief. Wat kan er nog gebeuren?

“Als één van de lidstaten nee zegt, kan het worden gestopt. Een opmerkelijk systeem: de Europese Unie laat het toe, maar de afzonderlijke lidstaten kunnen het verbieden. Daar zitten politieke spelletjes achter. Ze zijn er zich van bewust dat de mensen er niets van moeten weten. Wij hebben betoogd tegen CETA, maar niemand zou op straat komen vóór het verdrag.”

“Niemand weet waarover het gaat. Niemand. Mensen zijn ingeslapen, en andere mensen vullen hun broekzakken. Dat is al zo lang aan de gang in dit verhaal. Je kan niet anders dan vechten. Mensen denken: Ze zullen wel het beste met ons voorhebben. Nee. Dat is niet zo.”

“Ik wil dat mensen een eerlijke prijs krijgen voor kwaliteit. Wij zijn opgegroeid met een zucht naar het goedkoopste. We willen niet de beste bananen, we willen er drie plus twee gratis.”

Wat verwacht je van de hoorzitting in het Vlaams Parlement, afgaand op je eigen ervaring daar?

“Ik zie het positief in. Naar het Vlaams Parlement trekken is één van de topdingen die we hebben gedaan. De zaal liep helemaal vol. Groen en sp.a stonden van in het begin achter ons. CD&V schrok van wat ik daar vertelde. Open Vld schermde met nuances en technische details, terwijl N-VA zich vooral om de baggeraars bekommerde. Toen heb ik de discussie afgesloten met de vraag wat het belangrijkste was: de baggeraars, of de boeren en het eten van de burgers?”

Tegenstanders kaartten het speciale rechtbanksysteem, waardoor bedrijven overheden kunnen vervolgen, aan bij het Europese Hof van Justitie. Wat verwachten jullie daarvan?

“Heel veel. Het is een juridisch interessante kwestie. Zijn die speciale rechtbanken compatibel met het Europees recht? Dat is de vraag die we stellen, en het is een belangrijke. Natuurlijk hebben we nog hoop.”

Canada werkt met een aanbodbeheersingssysteem voor melk. Brengt CETA dat ook in gevaar?

“Natuurlijk, dat gaat verdwijnen. Vroeger hadden we hier zelf ook aanbodbeheersing, onder de vorm van quota. Wij wilden het behouden, we hebben ervoor betoogd. Je kunt boeren niet vragen zichzelf beperkingen op te leggen. Europees Landbouwcommissaris Phil Hogan doet dat nu ook, met vrijwillige aanbodbeheersing en producentenorganisaties. Dat werkt niet. Quota werken wel, tenminste wanneer de overheid ze goed beheert.”

“De Verenigde Staten kijken scheef naar Canada’s systeem, maar geven dankzij de ‘Farm Bill’ meer premies aan boeren dan wij hier. Dat wil een vrije markt zijn, maar is het niet. Links en rechts is er steun, zodat de boeren het hoofd net boven water kunnen houden.”

In welke andere handelsverdragen ziet u nog gevaar?

Mercosur is nog veel slechter dan CETA. Dat is een ware ramp voor vleesboeren. Bovendien zetten ze beiden het raam open voor andere verdragen. Let wel, ik ben niet tegen handel. Dat is de karikatuur die ze van ons maken. Wij kunnen hier geen bananen kweken, het is normaal dat er naar hier komen. Hetzelfde geldt voor appelsienen. Maar melk en vlees? Dat kan ik niet uitleggen.”

“Integendeel. Het brengt het milieu alleen maar schade toe. Van traceerbaarheid is geen sprake. Van groeihormoon zijn er in het vlees geen sporen meer terug te vinden, enkel in de ingewanden, en die voeren ze niet uit. De enige reden voor dit soort verdragen is dat er een paar mensen veel geld mee verdienen.”

Hoe moet een globale markt werken volgens u?

“Voor melk kunnen we beter lokaal werken. We halen melk van Nieuw-Zeeland naar hier, en voeren melk van hier uit naar China. Dat is waanzin. Dat transport legt heel wat druk op de planeet. We moeten met de echte kosten rekenen. We denken nog teveel op korte termijn, in het beste geval op 50 jaar, maar we moeten nog veel verder gaan: op 1.000 jaar. Dan zal er heel snel een oplossing zijn.”

“Je kunt boeren niet vragen zichzelf beperkingen op te leggen. Vrijwillige aanbodbeheersing en producentenorganisaties, dat werkt niet”, vindt Luc Hollands.
“Je kunt boeren niet vragen zichzelf beperkingen op te leggen. Vrijwillige aanbodbeheersing en producentenorganisaties, dat werkt niet”, vindt Luc Hollands. - DC

Hoe ziet u de toekomst voor de Belgische melkveehouders dan?

“We proberen iets tegen te houden, maar aan de andere kant bouwen we ook iets op, bijvoorbeeld met Bioterroir, een project van Biomilk.be. Alleen maar contra zijn, daar word je moe van. Nee, we moeten een alternatief bieden voor hetgeen we niet willen. We moeten oplossingen zoeken voor alle boeren.”

“Kijk, iemand met 100 koeien kan niet ook nog eens zelf kaas gaan maken. Die heeft een coöperatie nodig. Op zijn beurt kan die coöperatie samenwerken met supermarkten, voor een eerlijke prijs. Dan zijn we goed bezig. Of met kleine buurtwinkels, die nood hebben aan producten die niet te vinden zijn in de supermarkten. Die exclusiviteit kunnen we bieden met Bioterroir. Dan kunnen we ook een meerwaarde geven voor de consument, voor de omgeving...”

“De meeste collega’s zullen het iets anders moeten aanpakken. Weidegang maakt dat vlees en melk te rechtvaardigen zijn. Kleine melkveehouders hebben genoeg weide rond hun erf, die moeten geen kilometers rijden om voeder tot bij hun koeien te krijgen. We moeten teruggaan naar échte duurzaamheid, niet die uit de reclame.”

Wat is de taak van de overheid daarin?

“Zorgen voor de juiste regelgeving, en uitstoot en dergelijke correct taxeren. Overproductie kost trouwens ook geld, en veroorzaakt schade aan het milieu. Wat gaat Europa doen met alle poedermelk die ze in stock heeft? Velden bemesten? Met goede regelgeving en taksen heb je geen subsidies nodig. Wil je toch subsidiëren, doe het dan gericht. De Vlaamse premies voor het inzaaien van vlinderbloemigen bijvoorbeeld vind ik heel positief. Jammer dat ze niet dat stapje verdergaan om ook vlinderbloemigen in weides te steunen.”

“De politiek zegt al te snel dat ze niets kan doen, maar af en toe kan ze wel degelijk een verschil maken. Wat minister Schauvliege voor de vlinderbloemigen doet, of de € 2.000 die Waals minister Collin geeft aan elke boer die zich aansluit bij initiatieven als Bioterroir of Fairebel.”

Hoe ziet u uw eigen toekomst mét CETA?

“Ik heb de andere weg allang gekozen. Mijn bedrijf is omgeschakeld naar bio. Met Bioterroir stimuleren we zelf onze afzet, op onze voorwaarden. Verder ontvang ik boerderijklassen en vakantiegangers, en laat ik groepen ‘boerengolfen’ tussen de koeien. Als ik heel egoïstisch zou zijn zou ik zeggen: Doe maar. Ik heb er alleen voordeel bij. Maar zo ben ik niet. Iedereen moet overleven.”

DC

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken