Startpagina Melkvee

Ook in Ierland komt graslandmanagement niet vanzelf

In het centrum van het Ierse eiland baten Billy, Mary, Liam en Mark Heffernan in Tullamore de ‘Heffernan Farm’ uit. In 2007 bestond de boerderij nog uit 56 dieren, vandaag melkt de familie 450 koeien. De keuze voor beweiding werd echter niet verlaten. Integendeel, het niveau van het graslandmanagement ging mee omhoog met de groei van de veestapel.

Leestijd : 4 min

450 koeien is een fikse veestapel, maar er leven wel drie gezinnen van: vader Billy met diens vrouw Mary, en de gezinnen van zonen Liam en Mark. Vorig jaar werd de Hefferman Farm nog uitgeroepen tot ‘Graslandboer 2017’, een titel die in het grasland-land bij uitstek wel wat wil zeggen.

Grass is great

Een belangrijk argument om hen die titel toe te kennen zal ongetwijfeld de forse productiegroei in gras zijn. Haalden ze in 2008 nog ‘maar’ 12,6 ton drogestof gras per ha binnen, dan is dit jaar na jaar gestegen tot een absoluut record van 19 ton in 2017.

De boerderij beschikt over een huiskavel van 132 ha, waarvan 95 ha in eigendom. En het is buiten wat gerst voor het stro bijna allemaal gras. Daarnaast beschikt het bedrijf nog over 60 ha gepacht land elders, eveneens grasland. “ Grass is great ”, grijnst vader Billy. Maïs kan er wel groeien, maar wordt gezien als te duur. “Vanaf de kalveren geboren worden, willen we er gras in”, aldus Billy.

Februari is hectisch

90 % van alle kalveren worden in februari geboren. Februari is niet toevallig ook de maand dat de koeien de eerste keer de weides intrekken, voor zo’n drie uur per dag. Het betekent wel dat februari een hectische maand is: er kalven dan zo’n 15 tot 20 koeien per dag af. Vader Billy neemt die maand voor een groot deel de uurtjes na middernacht voor zijn rekening.

Rotatiegrazen

Meten is weten, en dat is in Ierland niet anders. Eén tot twee keer per week wordt de lengte van het gras gemeten. Een kader van een vierkante meter wordt in het gras gegooid, het gras binnen die kader wordt gesneden en vervolgens gewogen. Gerekend aan 16 % drogestof geeft dit vervolgens de productie per ha.

Op een groot bord worden de grasproducties bijgehouden. Het aanbod aan grasland en de vraag worden met elkaar vergeleken. “We weten dat we nu 76 kg groei per dag per ha nodig hebben, terwijl de groei, het aanbod nu 66 kg per dag is.” Door de productie van elk perceel bij te houden, wordt snel duidelijk welke weides te weinig produceren en waar er bijgesleuteld en bijgevoerd moet worden.

De beweiding gebeurt volgens een systeem van rotatiegrazen. De dieren blijven 36 uur op een perceel en verhuizen dan naar een ander perceel. Koeien worden ingeschaard wanneer er voor 1.300 kg drogestof op de weides staat. Als het aanbod groter is dan de vraag, wordt er ook op de huiskavel gemaaid en ingekuild.

Maaien om te groeien

Vorig jaar werden er 9 snedes gewonnen. “Gras is een fantastisch gewas: hoe vaker je het afrijdt, hoe harder het groeit.” Volgens Eagasc, de Ierse landbouw en voedselontwikkelingsautoriteit, zorgt elke bijkomende graasbeurt voor een bijkomende grasproductie van 1,5 ton drogestof per ha. Het helpt mee de bovengemiddelde grasoogst op het bedrijf te verklaren: zij halen 18 ton drogestof terwijl het Ierse gemiddelde ‘slechts’ op 14 ton zit. Als streefdoel wordt zelfs tien graas- of maaibeurten per perceel naar voor geschoven.

Bemesting is uiteraard ook erg belangrijk. Veel bodems in Ierland zitten beneden de norm voor pH, fosfor en kalium. Volgens een studie zit 62 % van de Ierse bodems te laag in fosfor, en de helft te laag in kalimum. Op de Heffernan-farm worden er op gezette tijdstippen grondanalyses uitgevoerd, en wordt een uitgekiend bemestingsschema gehanteerd, inclusief bekalking.

Vruchtbaarheid op één

Het zijn zwartbonte koeien die de Heffernans melken, “British Friesians”, aldus Billy. Het zijn Holsteins die iets struisser zijn dan de typische melkkoe van hier. Het verklaart ook waarom ze nog  € 130 voor een stierkalf krijgen.

De koeien geven gemiddeld 6.000 liter per jaar, met 4,15 % vet en 3,6 % eiwit. Een hogere productie is geen onmiddellijk doel; de prioriteiten liggen elders. “Op één staat vruchtbaarheid”, antwoordt Bily gevraagd naar zijn prioriteiten, “daarna kijk ik naar goede gehalten in mijn stierkeuze, gevolgd door productie en diergezondheid.” Voor het systeem op de Heffernan-farm is het essentieel dat koeien in februari en bijvoorbeeld niet in april afkalven, zodat ze mee naar buiten kunnen. De eerste afkalving gebeurt op een leeftijd van gemiddeld 24 maanden. De tussenkalftijd bedraagt 370 dagen. “Het feit dat ze niet alles moeten geven voor productie, maakt die goede tussenkalftijd mogelijk”, beseft Billy.

IBR en BVD

De koeien worden gemolken in een 36-stands swingover met rapid exit. Er is ook voice assist, die de boer op attentiekoeien wijst. Koeien krijgen in de melkstal 2 tot 3 kg krachtvoer, maar niet afgestemd op de productie. Het melken neemt 2 tot 2,5 uur in beslag. “We dachten dat we bij 300 koeien gingen blijven. Hadden we toen geweten dat we zo snel richting 450 gingen gaan, dan hadden we wellicht voor een carrousel gekozen”, geeft Billy toe.

Op het bedrijf wordt er gevaccineerd tegen IBR, BVD, leptospirose en salmonella. De kalveren worden ook gevaccineerd tegen roto corona. “Voor BVD bestaat er een nationaal bestrijdingsprogramma, maar wij zijn al tien jaar vrij. Voor IBR is er geen nationaal bestrijdingsschema.”

De melk gaan naar Glanbia. Over de Brexit van buurland Groot-Brittannië heeft Billy geen mening. “Wat kan ik er over zeggen, ik ben geen Brit, ik zit niet in het parlement. Maar ik weet wel dat er nog altijd 66 miljoen Britten leven, en zij zullen blijven melk drinken”, zo stelt hij optimistisch.

IDC

Lees ook in Melkvee

SMP-prijzen blijven op laag niveau

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 3 april met ons de financiële situatie in de wereld en de internationale zuivelmarkten. De geschatte voorraad mageremelkpoeder ligt vooral door de lagere productie lager dan vorig jaar eind januari.
Meer artikelen bekijken