Startpagina Akkerbouw

Opbrengstresultaten wintergerst 2018

In 2018 werden door het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen in het Vlaams Gewest vijf rassenproeven op zesrijige wintergerst aangelegd.

Leestijd : 6 min

Het rassenonderzoek werd gerealiseerd door:

- de Vlaamse overheid, Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving, Team Voorlichting in samenwerking met Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, Rumbeke-Beitem (proefplaatsen Huldenberg, provincie Vlaams-Brabant en Geraardsbergen-Nieuwenhove, provincie Oost-Vlaanderen)

- Inagro vzw, afdeling Akkerbouw, Rumbeke-Beitem (proefplaats Zuienkerke in de kustpolder, provincie West-Vlaanderen)

- vzw PIBO Campus en het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs (PIBO), Tongeren (proefplaats Tongeren-Koninksem, provincie Limburg)

- het Vrij Technisch Instituut, Land- en Tuinbouw, Poperinge (proefplaats Poperinge, provincie West-Vlaanderen)

Het rassenonderzoek omvatte uitsluitend zesrijige rassen. Een overzicht van de rassen in proef is weergegeven in Tabel 1.

Korrelopbrengst

Bij de rassenkeuze zijn, voor wat de korrelopbrengst betreft, volgende criteria belangrijk:

- de regelmatigheid van het ras over de diverse proefplaatsen binnen hetzelfde jaar

- en de regelmatigheid van het ras over de jaren.

Bij de rassenkeuze is het immers niet aangewezen zich enkel te laten leiden door de opbrengstcijfers van één jaar. Om het opbrengstvermogen van een ras optimaal te evalueren is het noodzakelijk resultaten over meerdere proefjaren (bij voorkeur minstens drie proefjaren) te beschouwen. De opbrengstcijfers van één jaar zijn immers eigen aan de groei- en klimaats-omstandigheden van het betreffende jaar.

Gesteld kan worden dat het meerjarig gemiddelde van een ras des te betrouwbaarder is, naarmate de korrelopbrengst van het ras over de jaren stabieler is.

Bij de rassen waar slechts één jaar resultaten beschikbaar zijn is de nodige omzichtigheid geboden bij de beoordeling.

Daarnaast dient er bij de rassenkeuze ook rekening gehouden te worden met onder andere legergevoeligheid, ziektegevoeligheid of andere eigenschappen.

Tevens is het belangrijk om, in functie van het uit te zaaien areaal wintergerst, meerdere rassen te kiezen om aldus aan risicospreiding te doen. Resultaten uit het verleden leren trouwens dat het opbrengstpotentieel van rassen wisselend kan zijn in functie van het perceel en het jaar; soms zijn zowel de perceelsverschillen als de jaarverschillen zelfs zeer groot.

In de hiernavolgende tabellen is de korrelopbrengst per ras weergegeven in relatieve cijfers (procenten) ten aanzien van het gemiddeld resultaat van de getuigerassen. De gemiddelde opbrengst van een ras over de proefplaatsen is uiteraard betrouwbaarder naarmate het op een groter aantal proefplaatsen slaat en de korrelopbrengst over de proefplaatsen regelmatiger is.

Resultaten Vlaams Gewest 2018

In Tabel 2 is de korrelopbrengst per ras weergegeven in relatieve cijfers (procenten) ten aanzien van het gemiddeld resultaat van de rassen Domino, Hedwig, KWS Keeper, KWS Tonic, KWS Meridian, Monique, Quadriga, Rafaela, Veronika en Verity. De gemiddelde opbrengst van een ras over de proefplaatsen is uiteraard betrouwbaarder naarmate de korrelopbrengst over de proefplaatsen regelmatiger is.

VL_LBL_IN_20180817_WG 1

Opbrengsten meer dan 5 % boven het gemiddelde

Smooth (hybride): gemiddeld 108,8 % (variërend van 104,2 % tot 116,3 %). Dit ras behaalde een goed tot zeer goed resultaat over de laatste vier jaar, maar toch is er een sterke variatie te bemerken in functie van het jaar.

Jettoo (hybride): gemiddeld 108,6 % (variërend van 105,4 % tot 111,5 %). Het ras verkreeg een zeer goed resultaat in 2018, maar lag slechts één jaar in proef.

SU Jule: gemiddeld 108,2 % (variërend van 102,9 % tot 117,3 %). Net als Jettoo, behaalde dit ras een zeer goed resultaat in 2018. Het lag slechts één jaar in proef.

Bazooka (hybride): gemiddeld 105,6 % (variërend van 103,7 % tot 107,3 %). Het ras behaalde een goed resultaat over de laatste twee jaar.

Verity: gemiddeld 105,1 % (variërend van 103,7 % tot 107,9 %). Dit ras behaalde ook een goed resultaat over de laatste twee jaar.

WG2

Opbrengsten tot 5 % boven het gemiddelde

Tektoo (hybride): gemiddeld 104,2 % (variërend van 99,1 % tot 109,1 %). Het ras verkreeg een zeer goed resultaat in 2018, maar lag slechts één jaar in proef.

Wootan (hybride): gemiddeld 103,9 % (variërend van 98,3 % tot 110,2 %). Het ras behaalde een goed resultaat over de laatste drie jaar.

KWS Tonic: gemiddeld 103,6 % (variërend van 99,0 % tot 106,2 %). Het ras behaalde een goed resultaat over de laatste vijf jaar.

Hedwig: gemiddeld 103,3 % (variërend van 94,3 % tot 107,4 %). Het ras behaalde een goed resultaat over de laatste twee jaar.

Quadriga: gemiddeld 101,9 % (variërend van 99,8 % tot 105,0 %). Het ras behaalde een goed resultaat over de laatste vier jaar.

Hook (hybride): gemiddeld 100,9 % (variërend van 95,4 % tot 108,3 %). Dit ras behaalde een gemiddeld tot goed resultaat over de laatste twee jaar.

KWS Meridian: gemiddeld 100,7 % (variërend van 97,3 % tot 108,7 %). Dit ras behaalde een gemiddeld resultaat over de laatste vijf jaar. Enkel in 2017 scoorde het 2,1 % onder het gemiddelde.

WG3

Opbrengst tot 5 %  onder het gemiddelde

Veronika: gemiddeld 99,8 % (variërend van 95,7 % tot 103,2 %). Het behaalde een nagenoeg gemiddeld resultaat over de laatste drie jaar.

KWS Keeper: gemiddeld 99,6 % (variërend van 93,9 % tot 109,2 %). Dit ras behaalde een gemiddeld resultaat in 2018, en lag voor het eerste jaar in proef.

Monique: gemiddeld 98,5 % (variërend van 96,2 % tot 101,1 %). Dit ras verkreeg een goed resultaat in 2016, een gemiddeld resultaat in 2017 en lag 1,5 % onder het gemiddelde in 2018.

Rafaela (tolerant dwergvergelingsvirus): gemiddeld 96,4 % (variërend van 91,7 % tot 99,9 %). Dit ras behaalde een goed resultaat in 2015, 2016 en 2017, maar in 2018 lag het 3,6 % onder het gemiddelde.

Opbrengsten meer dan 5 % onder het gemiddelde

Domino (tolerant dwergvergelingsvirus): gemiddeld 91,2 % (variërend van 81,5 % tot 99,4 %). Dit ras lag 5 % onder het gemiddelde over de laatste drie jaar.

Links staat een ras zonder halmbreuk, rechts een ras met zeer veel halmbreuk.
Links staat een ras zonder halmbreuk, rechts een ras met zeer veel halmbreuk.

Legergevoeligheid en halmbreuk

Legering kwam in onvoldoende mate voor in de rassenproeven in 2018, waardoor de rassen niet adequaat konden beoordeeld worden naar legergevoeligheid.

Kort vóór de oogst van de wintergerst trad op drie proefplaatsen in belangrijke mate halmbreuk op. Finaal konden er tussen de rassen duidelijke verschillen vastgesteld worden voor wat de graad van halmbreuk betreft. Daarnaast werd vastgesteld dat naargelang het ras de halmbreuk hetzij op de onderste helft, hetzij op de bovenste helft van de stengel optrad.

Minst gevoelig voor halmbreuk bleken SU Jule, Jettoo (hybride) en Smooth (hybride). Meest gevoelig voor halmbreuk waren vooral Rafaela, en verder ook Tektoo (hybride), KWS Tonic, Hook (hybride), Veronika, KWS Meridian en Monique.

WG4

En verder

In tabel 4 is de gevoeligheid voor bladziekten weergegeven waarbij de aanwezige bladziekten (netvlek kenziekte, bladvlekkenziekte, dwergroest, meeldauw) gezamenlijk geëvalueerd werden. Minst gevoelig voor bladziekten zijn Jettoo (hybride), Veronika, KWS Keeper en Hedwig. Meest gevoelig was KWS Tonic.

Het hectolitergewicht van de wintergerst bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 67,9 kg in 2018, tegenover 66,6 kg in 2017. In vergelijking met 2018 en 2017 lag het hectolitergewicht in 2016 behoorlijk lager, namelijk gemiddeld 57,1 kg. Smooth (hybride) haalde een hoog hectolitergewicht. Bazooka (hybride), SU Jule en Hedwig haalden tamelijk hoge hectolitergewichten. Bij Jettoo (hybride), Tektoo (hybride), Wootan (hybride), KWS Meridian, Veronika, Verity en Hook (hybride) bleek het hectolitergewicht gemiddeld. Quadriga, Monique, KWS Tonic, KWS Keeper, Domino en Rafaela zaten qua hectolitergewicht tamelijk laag of laag.

Opmerkelijk is het lage vochtgehalte waarbij de wintergerst werd geoogst dit jaar.
Opmerkelijk is het lage vochtgehalte waarbij de wintergerst werd geoogst dit jaar. - TD

Het duizendzadengewicht van de wintergerst bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 49,8 g in 2018, variërend tussen 45,3 g en 55,9 g bij 15 % vocht. In 2017 lag het duizendzadengewicht iets lager en bedroeg gemiddeld 46,5 g. Verity kende een tamelijk hoog hectolitergewicht. Bij Quadriga, Veronika, Jettoo (hybride), Rafaela, KWS Tonic, Smooth (hybride), KWS Meridian en KWS Keeper bleek het gemiddeld. Hedwig, Monique, Bazooka (hybride), Hook (hybride), Domino, Wootan (hybride) en Tektoo (hybride) kenden dan weer tamelijk lage duizendzadengewichten.

Het vochtgehalte van de wintergerst bij de oogst bedroeg gemiddeld over alle rassen en proefplaatsen 11,6% in 2018, met een variatie tussen 10,8 % en 12,2 %. Dit was beduidend lager dan in 2017 (gemiddeld 14,7%) en in 2016 (gemiddeld 14,0%). Bij SU Jule was het vochtgehalte tamelijk hoog. Rafaela scoorde het laagst.

De strolengte na het toepassen van groeiregulatoren werd ook gemeten. In 2018 was die voor alle rassen tussen 93,8 cm en 106,9 cm. Alle rassen zaten boven 98 cm, behalve Rafaela, Domino, Tektoo (hybride) en KWS Tonic.

Inagro, Vlaamse overheid

Departement L&V, PIBO, VTI

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken