Startpagina Bieten

Nieuwe markten aanboren met suikerbiet

Dirk de Lugt is voorzitter van suikerbietencoöperatie Cosun, die de Nederlandse bietentelers een prijs betaalt waar de Belgische alleen maar van kunnen dromen. Dat neemt niet weg dat ook zij de gevolgen van het opheffen van de suikerquota voelen.

Leestijd : 6 min

De Nederlandse coöperatie Royal Cosun doet - net geen 120 jaar na haar oprichting - meer dan alleen suikerbieten verwerken tot suiker. Naast dochteronderneming Suiker Unie varen ook aardappelverwerker Aviko, inulineproducent Sensus, groente- en fruitconcentraatbereider SVZ, reststromenbedrijf Duynie en start-up Cosun Biobased Products onder de vlag van Royal Cosun.

Akkerbouwer Dirk de Lugt, voorzitter van de Nederlandse suikercoöperatie Cosun.
Akkerbouwer Dirk de Lugt, voorzitter van de Nederlandse suikercoöperatie Cosun. - Cosun

Die aanpak van differentiatie en diversificatie biedt de leden-akkerbouwers grote voordelen. Zo weten ze zich enigszins beschermd tegen de lage suikerprijs. Dat wil niet zeggen dat ze de lage suikerprijzen op de wereldmarkt niet voelen. Hoe gaan zij daarmee om? En hoe kunnen Belgische bietentelers daar hun voordeel mee doen? Landbouwleven vroeg het aan Cosun-voorzitter en akkerbouwer Dirk de Lugt. Hij teelt suikerbieten, pootaardappelen en granen op zijn bedrijf op het eiland Texel in Nederland.

De vorige campagne was de eerste zonder suikerquota. Voelt u de gevolgen?

“Ja, dat voelen we zeker. We hebben ons in de afgelopen vijf- zes jaar voorbereid op de verandering die er zou komen. Het was in de jaren 2012 - 2013 nog niet bekend wanneer het precies zou gaan plaatsvinden, maar wel dat het Europese besluit daartoe zou worden genomen. Dat betekent dat de industrie zich moest gaan voorbereiden op een vrije markt, waar de Europese prijzen steeds meer gecorreleerd zijn aan de wereldmarktprijzen.”

Wat betekent dat concreet?

“Dat betekent volatielere prijzen. Ze kunnen meer gaan bewegen, maar ook veel lager worden dan de afgelopen vijftien jaren het geval is geweest. Daarom zijn we flink gaan investeren in verwerking, zodat die de laatste vijf jaar veel efficiënter is geworden. Maar ook in de bietenteelt zelf hebben we stappen vooruit gezet in het verhogen van de suikerproductie per ha.”

Komt de huidige situatie overeen met uw verwachtingen?

“Wat we nu voelen is wat we aan hebben zien komen, maar dat het er zo snel na het afvoeren van de quota zo slecht aan toe zou gaan? Dat hadden we niet verwacht. Het heeft met veel dingen te maken, maar toch vooral met de enorme hoeveelheid suiker op de wereldmarkt. Er is groei in verschillende delen van de wereld, maar ook in Europa, wat ertoe heeft geleid dat de suikerprijs tot een dieptepunt is gedaald.”

Toch hebben jullie vorig jaar de hoogste suikerprijs van Europa uitbetaald aan jullie leden-leveranciers. Hoe verklaar je dat?

“Enerzijds is de markt vorig jaar behoorlijk naar beneden gegaan, en hebben zowat alle andere suikerbietentelers in Europa een contract gekoppeld aan de marktverwachtingen van volgend jaar. In België en Duitsland is dat zo. Cosun-suikerbietentelers zijn eigenaar van de fabriek, en zij kijken naar het vorige jaar. Er is een minimum bietenprijs met daarbovenop een stuk winst die de onderneming het jaar voordien gemaakt heeft. Daar zit nu net het verschil. Onze telers hebben vorig jaar nog kunnen profiteren van het goede jaar 2016.”

Dus het is dit jaar gedaan met die betere bietenprijs?

“Nou, de bietenprijs gaat naar beneden, maar wij verwachten toch een betere prijs voor de telers hier dan in de rest van Europa. Ten eerste omdat we die efficiëntere verwerking hebben, maar daarnaast hebben we ook een aantal niet-suiker activiteiten: aardappelen, chichorei, groenten en fruit, reststromen enzoverder. De resultaten daarvan zitten mee in onze bietenprijs.”

De vrachtwagens van Suiker Unie, onderdeel van Cosun, rijden op biogas, geproduceerd met reststromen van de suikerbietverwerking.
De vrachtwagens van Suiker Unie, onderdeel van Cosun, rijden op biogas, geproduceerd met reststromen van de suikerbietverwerking. - DC

Kunnen Belgische suikerbietentelers toetreden als lid van Cosun?

“Dat kan, maar dan moeten er Nederlandse bietentelers stoppen. Die stoppen niet zo gauw, en als ze dat al doen is er veel animo bij Nederlandse collega’s in de buurt om hun rechten over te nemen. Bovendien werken we met een zone-systeem. Zone 8 is daarbij het verste van de fabriek. Daarin laten we de bietenproductie niet toenemen, om het transport te beperken. Een stukje van België zit in de verste zone rond de fabriek van Dinteloord, dus daar zou je misschien een leverancier kunnen vervangen. Al bij al houdt het syteem de mogelijkheden voor Belgische bietentelers heel beperkt.”

Kunt u meer uitleg geven over die ‘rechten’? Is het een systeem voor aanbodbeheersing?

“Ja, klopt. In oktober 2017 zijn de Europese quota afgeschafd. Wij wilden er toch mee doorgaan. Voor het bepalen van die rechten zijn we afgegaan op de toewijzing die de telers in 2016 hadden. Als een teler toen het recht had om 800 ton bieten, op basis van 16  % suiker, te leveren volgens de Europese toewijzingssystematiek, vormt dat de basis voor de periode na de afschaffing.”

De vrachtwagens van Suiker Unie, onderdeel van Cosun, rijden op biogas, geproduceerd met reststromen van de suikerbietverwerking.
De vrachtwagens van Suiker Unie, onderdeel van Cosun, rijden op biogas, geproduceerd met reststromen van de suikerbietverwerking. - DC

Wat als je meer produceert dan waarvoor je rechten hebt?

“Voor wat je binnen je rechten produceert krijg je de maximale bietenprijs, de zogenaamde quotumprijs. Omdat de natuur natuurlijk bepaalt of er wat meer groeit, krijg je voor het surplus ook betaald, maar aan een lagere prijs.”

Hoe verhouden die quotumprijs en surplus-prijs zich? Hoeveel bedroegen ze in 2017?

“In 2017 kregen de telers binnen hun quotum ruim €46 per ton biet aan 17 % suiker. De surplus-prijs bedroeg €30 per ton, ook weer op basis van 17 % suiker. We hebben dit systeem bedacht om de productie te sturen. We willen maar produceren wat de markt vraagt. Als je de productie uitbreidt in een lage markt, dan moet je onder de kostprijs verkopen, en dat willen we vermijden.”

Hoeveel suiker vraagt de markt dan?

“We hebben nu twee fabrieken, die ongeveer 1,2 miljoen ton suiker nodig hebben om onze klanten goed te kunnen bedienen. Veel meer willen we eigenlijk niet hebben. Daar kan een beetje bij komen, door de natuur, of omdat boeren iets meer inzaaien om maximaal gebruik te maken van die quotumprijs. Vorig jaar betaalden we tussen de 10 en de 15  % van de bieten uit in surplus-prijs.”

Hoe kan je nog geld verdienen aan suikerbieten in een oververzadigde markt?

“De laatste vijf jaar hebben we meer aandacht voor toepassingen naast de gewone consumptiesuiker. Zo ontleden we bijvoorbeeld de microvezels in bietenpulp. De stoffen daarin kan je toepassen in de chemische industrie: in wasmiddelen om een lekker geurtje te geven, in dressings om smaak toe te voegen of in andere vloeistoffen, om ze te stabiliseren. Dan vervang je chemische middelen door puur natuurlijke, plantaardige stoffen.”

Hoever staan jullie daarmee?

“De markt is er. Ze is niet groot, maar ze groeit. Met een aantal producten zijn we zo ver dat we in de productiefase beland zijn. Dat wil zeggen dat we ze op kleine schaal produceren om ze in de markt te zetten. De vraag bij de voedingsindustrie is er zeker. Die willen ook meestappen in de circulaire economie. Om ze helemaal mee te krijgen moet de kwaliteit nog omhoog en de kostprijs naar beneden.”

Wat vindt u van de oprichting van de nieuwe coöperatieve suikerfabriek in Seneffe?

“Ja, dat is wat hè? Ik begrijp heel goed waarom de bietentelers in België dit initiatief nemen. Ze zijn natuurlijk getergd door onderhandelingen die niet in tevredenheid zijn geëindigd, met een te lage prijs voor de productie van bieten. De eerste coöperatieve suikerfabriek in Nederland, Suiker Unie, is ook zo opgericht, 120 jaar geleden, toen de private fabrieken de Nederlandse bietentelers veel te weinig uitbetaalden.”

Maar?

“Maar het is heel complex. Het gaat om een enorme investering. Je zet productie neer in een markt die al overvol is. Om de coöperatieve gedachte tot een succes te maken is er heel wat nodig. Je moet een positie veroveren in de markt, je moet je afzet opbouwen. De concurrentie zal het je alvast niet makkelijk maken. Het is een heel uitdagend initiatief, maar ik begrijp de keuze heel goed. En de coöperatieve kracht kan heel sterk zijn. Als je de relatie tussen boeren, fabriek en industrie zo sterk mogelijk maakt, dan kun je grote stappen vooruit zetten.”

DC

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken