Startpagina Schapen

Demo-project Korte Keten in de schapenhouderij

Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde het Praktijkcentrum voor Kleine Herkauwers (PCKH) samen met het Departement Landbouw en Visserij recent in alle Vlaamse provincies een voorlichtingsvergadering voor schapenhouders. Voor ruim 250 aanwezigen werden vier onderwerpen toegelicht: korte keten afzet, bioveiligheid, biociden-registratie en voeding van schapen en lammeren.

Leestijd : 5 min

Twee van de vier behandelde onderwerpen maakten onderdeel uit van het demonstratieproject ‘Marktkansen voor Vlees van Kleine Herkauwers’, gefinancierd door Vlaanderen en Europa. Aan drie van de vijf vergaderingen werd trouwens ook een bedrijfsbezoek gekoppeld rond het thema korte keten. In een volgende bijdrage komen we op deze bedrijfsbezoeken terug.

De voorzitter van het Praktijkcentrum André Calus gaf een korte toelichting over het demo-project en ging vervolgens dieper in op de mogelijkheden en problemen in verband met de korte-keten-afzet van lamsvlees. De zelfvoorzieningsgraad voor lamsvlees in België is laag (15 à 20%), dus in principe zou er met schapen houden geld te verdienen moeten zijn. De realiteit is helaas anders, onder andere omwille van de (onbeperkte) invoer van goedkoop lamsvlees. Er moet dus uitgekeken worden naar meer renderende alternatieven: natuurbeheer tegen vergoeding, afzet aan de moslims tijdens het offerfeest mits acceptatie van reversibele verdoving of afzet via de korte keten.

Naar een beter rendement

Bij een eerder demo-project omtrent rendabiliteit in de schapenhouderij is een rendabiliteitsmodel ontwikkeld. Hieruit is gebleken dat een schapenbedrijf rendabel kan worden als voor de slachtlammeren €3,45 tot €3,85 per kg levend gewicht kan ontvangen worden. De realiteit is dat de handelsprijzen vandaag slechts 2€ per kg levend bedragen. Grote vraag is dan of met korte keten afzet, een hogere prijs voor de lammeren kan gerealiseerd worden, bijvoorbeeld 3,5€/kg .

Eén mogelijkheid om tot een beter financieel rendement te komen, was en is de realisatie van een tijdelijke slachtvloer tijdens het offerfeest, mits de moslims zover kunnen gebracht worden dat reversibele (elektrische) verdoving geloofsmatig acceptabel wordt. Er zijn al enkele plaatsen in Vlaanderen waar bewezen wordt dat dit kan, onder andere Roger Durinck uit Werchter wil hieromtrent zijn ervaringen delen. Pijnpunt is dat er onvoldoende klare info aan de moslimwereld gegeven wordt. ’Informeren’ zou hier beter op zijn plaats zijn dan ‘verbieden’.

Een tweede optie om lammeren tegen een acceptabele prijs af te zetten is het opzetten van een korte keten circuit tussen producent en consument. Men kan kiezen voor een hoeveslagerij, hoevewinkel, verkoop van vleespakketten, contracten/afspraken met beenhouwers/supermarkten, verkoop op markten/boerenmarkten, of via voedselteams of buurderijen.

Aanpak bij korte keten

Als je aan korte keten wil starten, moet je wel enkele zaken voor jezelf uitmaken of opzoeken. Allereerst moet je weten waar je wil slachten. Er zijn er nog twee tot drie plaatsen per provincie waar men lammeren kan slachten. De kostprijs van het slachten varieert in Vlaanderen tussen €17 en €37 per lam. Als het om versnijden gaat, kan je kiezen om het te laten versnijden. Dat kost tussen de  €50 en  €150 per lam, in functie van het soort bereide producten. Je kan er echter ook voor kiezen om zelf een slagersopleiding te volgen, en dan kan je een hoeveslagerij starten. Om de hoeveslagerij en winkel in te richten, is er wel nood aan drie of vier gescheiden ruimten en een investering tussen de  €15.000 en  €35.000.

Bovendien moet je weten dat korte keten tijd vraagt. Het transport naar het slachthuis, het terughalen van karkassen, het versnijden, de producten bereiden, het verpakken , de verkoop en promotie, … Dat valt allemaal niet te onderschatten. Als het om promotie gaat, is mond-tot-mondreclame al een goede start, maar ook social media (Facebook, Instagram,...) kan je als zaak wat bekender maken. Ook via folders en op markten staan kan helpen in het zichtbaar worden van je bedrijf. Voedselteams en Buurderijen zijn echter ook het vermelden waard, als het gaat om contact met de consument te maken.

Verlies wel niet de diverse reglementeringen en de administratieve verplichtingen (zie ook de publicaties van het Steunpunt Hoeveproducten) uit het oog. Ten slotte is het bij de korte keten afzet bijzonder belangrijk voldoende aandacht te besteden aan de vraagprijzen voor karkas of onderdelen. De prijsstelling moet dermate zijn dat er een degelijke vergoeding voor de kweek van de lammeren bekomen wordt, naast een correcte vergoeding voor alle bijkomende kosten, zoals de kosten van slachten en versnijden, de afschrijvingen en een vergoeding voor de supplementaire tijd die de organisatie van de korte keten vraagt.

Bioveiligheid

Eva Van Mael (DGZ) behandelde dan weer het onderwerp bioveiligheid. Bioveiligheid omvat het geheel van voorzorgsmaatregelen die genomen kunnen worden op het vlak van dierziektenpreventie. Belangrijk is attent te zijn voor risico’s die van buiten het bedrijf naar binnen kunnen komen. Eenmaal een probleem binnen het bedrijf is, kan het zich bij onvoldoende aandacht snel intern verspreiden. De risico’s in dalende orde zijn : contacten met vreemde dieren, contact met bezoekers (kledij, handen), contact met materiaal en voertuigen, insleep via de lucht, contact met huisdieren als katten en honden, maar ook insleep via knaagdieren. finaal kan zelfs het voeder een probleem creëren.

Er zijn wel verschillende maatregelen mogelijk om problemen te voorkomen. Zo kan men de aankoop van dieren vermijden of beperken tot één bedrijf (+ quarantaine), vaste laadplaatsen voor dieren en kadavers voorzien, bezoekers enkel met bedrijfskledij toelaten, enkel schoon drinkwater en niet gecontamineerd voeder geven, contact met ander diersoorten of andere dieren (weiden in de buurt) vermijden. Last but not least is goed reinigen en ontsmetten altijd aan te raden.

Voeding van schapen

en lammeren

Achiel Tylleman kwam als laatste spreker aan de beurt. Gezien de voederkosten binnen de schapenhouderij twee derden van alle kosten uitmaken, beklemtoonde hij vooral het maximaal benutten van gras en grasland. Hij wees daarbij ook specifiek op de impact van de pH (zuurtegraad) van de grond op de opbrengstpotenties. Uit de analyses van de Bodemkundige Dienst blijken ook frequent tekorten aan natrium, koper, kobalt, zwavel en sporenelementen. Waar vroeger omwille van varkensdrijfmestgebruik het teveel aan koper een probleem was voor schapen, is dit nu niet meer het geval.

De voederbehoeften van ooien in de diverse levensfasen en van lammeren werden uitvoerig toegelicht. Ook hier werd telkens het belang van goed gras, vers of als hooi of voordroog, onderstreept. Gras moet begraasd worden bij een hoogte van 6 tot 12 cm. Een goed bedrijfsmanagement impliceert dat men bij de grasgroeipiek in mei-juni tot 80 % van de weideoppervlakte maait. Daarnaast kan men, indien het bedrijf dit toelaat bijvoorbeeld na graan of aardappelen Italiaans raaigras inzaaien. Dat kan dan in het najaar of de winter en terug vanaf maart begraasd worden. Gras blijft immers nog altijd het goedkoopste voeder.

André Calus

Lees ook in Schapen

Hoe bereid je de aflamperiode goed voor ?

Schapen Op sommige bedrijven zijn de eerste lammeren al geboren, maar voor de meeste bedrijven vinden de geboorten plaats tussen half februari en april. De geboorteperiode is de meest delicate, maar ook de belangrijkste periode voor een schapenbedrijf. Het aantal lammeren is bepalend voor de rendabiliteit, maar het moeten wel levende en finaal verkoopbare lammeren zijn.
Meer artikelen bekijken