Startpagina Varkens

Slachterijgigant ziet kwaliteit en prijs herleven

“Er is een renaissance van kwaliteit aan de gang. Prijzen gaan omhoog en klanten willen ervoor betalen”, aldus de Duitse vleesbaron Clemens Tönnies op EuroTier. Tönnies pleit daarnaast onder meer voor handelsafspraken waarbij de grens voor varkensvlees niet dichtgaat als Afrikaanse varkenspest wordt vastgesteld bij wilde zwijnen.

Leestijd : 5 min

De slachterijgigant waarover we spreken, is niet de eerste de beste. Bovenstaande woorden kwamen immers uit de mond van Clemens Tönnies, eigenaar en CEO van de gelijknamige vleesgigant. Tönnies werd in 1971 opgericht. Sinds de start kende de vleesproducent in Rheda-Wiedenbrück (Noordrijn-Westfalen) een steile groeicurve. Vandaag werken er 8.000 mensen voor het bedrijf. De hoofdzetel is 18 ha groot en jaarlijks produceert het bedrijf 1,7 miljoen ton ‘output’ aan varkens- en rundvlees, convenience, slachtbijproducten en logistiek. De helft van de productie is voor export.

Uitstel biggencastratie

De hoopgevende woorden over de prijs klinken vanuit Belgische/Vlaamse ogen wrang, zeker gezien de absolute bodemprijzen die onze varkenshouders momenteel maar krijgen voor hun vlees. Een deel van die verklaring hiervoor ligt zonder twijfel in de prijsdruk vanuit Duitsland.

Maar ook voor de Duitsers liggen er ‘uitdagingen’ in het verschiet, die onze varkenshouders ongetwijfeld bekend in de oren zullen klinken. Zo wil de Duitse politiek eind dit jaar komaf maken met onverdoofde chirurgische biggencastratie. De sector dringt aan op nog eens twee jaar uitstel, maar het is lang niet zeker dat die er komt. Ook de Afrikaanse Varkenspest is iets wat letterlijk linksom of rechtsom afkomt op de Duitse varkenshouderij.

Consument versus burger

De ouders van Clemens en diens broer Bernd Tönnies hadden in de jaren vijftig een slagerij waar ze zeven varkens per week slachtten. Het is de tijd waarin de supermarkten opkwamen, herinnert Clemens zich. Vanaf de jaren ‘60 moest het altijd maar goedkoper en goedkoper. Vlees was immers de magneet om de consument in de winkel te krijgen. “De burger zegt dat het vlees duurder mag zijn en dat dieren beter gehouden moeten worden. Maar de klant kijkt enkel naar de prijzen. Als wij deze vicieuze cirkel niet doorbreken, zal de keten niet duurzaam zijn”, waarschuwde Clemens Tönnies.

Toch is Tönnies niet fatalistisch. Hij ziet zelfs een ‘renaissance van kwaliteit.’ “We zien een revival van kwaliteit en prijs. We hebben een nieuw koelproces dat de malsheid van het vlees positief beïnvloedt. Het maakt het vlees sappiger en geeft een mooie donkere kleur. We zien dat de prijzen omhoog gaan en dat de klanten ervoor willen betalen.”

Traceerbaarheid

Net zoals voor ons land is traceerbaarheid een ‘hot’ item voor Tönnies. Tönnies koppelt de slachtgegevens terug naar de boer. Op die manier kan die zichzelf benchmarken, dus zien hoe hij of zij scoort ten opzichte van de collega’s. Het slachthuis kan zien welk dier komt van welke slachthaak en van welk varken. Het eigen labo controleert de veiligheid van de producten. Export naar het Verre Oosten gebeurt via containers. Ook op dat niveau is nog bekend welk vlees in welke container belandt. Daarna worden de containers verzegeld en via het spoor naar de haven gestuurd.

Export nodig

Wat geldt voor ons land, geldt ook voor Duitsland: export is broodnodig. Te meer daar de binnenlandse consumptie afneemt. De totale vleesconsumptie is per hoofd gedaald van 62,8 kilo in 2011 naar 59,2 kg als verwachting voor dit jaar. De grote verliezer hierbij is de consumptie van varkensvlees, met een daling van vijf kilo op zeven jaar tijd (van 40,1 kg/hoofd/jaar naar 35,0 kg/hoofd/jaar). De consumptie van kip en runds/kalfsvlees is in die periode zelfs licht gestegen. “We verliezen dus niet alleen consumptie aan vegetarische alternatieven, maar ook aan andere vleestypes zoals kip.”

Het aantal slachtingen in Duitse slachthuizen is na een sterke groei tot 2011 (59,7 miljoen slachtingen) gestagneerd en zelfs weer wat gedaald tot dit jaar een verwachting van 57,3 miljoen geslachte varkens. Dit jaar verwacht Tönnies hiervan 17 miljoen voor haar rekening te nemen.

Tönnies ziet nog een groeimarkt, maar dan buiten Europa. Er is nog grote vraag naar varkensvlees in Vietnam, Afrika, Brazilië, Australië en zelfs de VS voor een stuk. “De wereldmarkt wil nog altijd meer varkensvlees, en het is die markt die we moeten benaderen”, aldus Clemens Tönnies.

Spanje varkensland

Van waar moeten die varkens komen? In Europa is qua productie niet Duitsland koploper (cijfers 2017: 27,6 miljoen varkens), maar Spanje (30,1 miljoen). Het aantal varkensplaatsen groeit bovendien in Spanje sneller dan in Duitsland, waar de groei in 2017 onder de 1%zat. Na het topduo Spanje-Duitsland volgt op grote afstand een viertal landen (Frankrijk, Denemarken, Nederland, Polen). Na het viertal volgen Italië en België (6,1 miljoen slachtingen). Vooral Polen ziet de topman van Tönnies in de nabije toekomst belangrijker worden, net als Roemenië en concurrent Spanje. Schrik heeft Tönnies niet. “We moeten de Duitse auto-industrie als voorbeeld zien. Dertig jaar geleden zei men dat iedereen met Japanse en Koreaanse auto’s ging rijden. Maar de Duitse autoconstructeurs hebben met de hoogste kwaliteitsstandaarden hun toekomst verzekerd. We moeten dat als voorbeeld nemen en de uitdaging samen aanpakken. Vlees is nog nooit zo veilig en kwalitatief geweest. Het is lekker, bevat een goede nutritionele waarde en maakt deel uit van een gezond voedingspatroon.”

Uitdagingen

Thema’s zoals veganisme en biggencastratie leven in Duitsland even hard dan in ons land. Clemens Tönnies loopt niet hoog op met de smaak van vleesalternatieven, maar vindt wel dat de varkenssector begrip moet tonen voor de verzuchtingen uit de maatschappij. “Als de maatschappij ons blijft aanvaarden, kan er ons als sector niet veel gebeuren. Zelfs als de consumptie in Duitsland terugloopt, zijn er wereldwijd veel mogelijkheden.” De sector moet wel een antwoord bieden op de soms terechte vragen over biggencastratie en huisvesting. Ook milieu, grondstoffenbeleid en omgang met personeel moet op een verantwoorde manier gebeuren.”

Afrikaanse varkenspest

Een grote bedreiging ziet de topman van Tönnies in de komst van Afrikaanse varkenspest (AVP). Specifieker waarschuwde hij voor handelsakkoorden waarin er geen onderscheid wordt gemaakt tussen AVP bij varkens in stallen en AVP bij wilde zwijnen. “We moeten dat onderscheid echt kunnen maken; we proberen hiervoor iedereen te sensibiliseren en we werken hieraan samen met Europees commissaris voor Landbouw Phil Hogan. We willen dat dit onderscheid gemaakt wordt, en we willen dit doen voor Afrikaanse varkenspest Duitsland binnenkomt. Want we weten dat het komt.”

Gezinsboerderijen

Tot slot viel het pleidooi van de slachterijtopman voor het platteland op. “We hebben een performante varkenssector, maar zijn geen industrie. Wij geloven dat gezinsboerderijen belangrijk zijn, omdat ze staan voor hun boerderij. Wij zeggen dat ook aan politici. Vergeet het platteland niet. Op elke economische missie zou een boer of een boerenverdediger mee moeten. Voedselverwerking is goed voor 1 miljoen jobs in Duitsland; we mogen best zelfbewuster zijn.”

IDC

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken