Startpagina Economie

BelOrient: een toekomstvisie voor de melkveehouderij waar productie en bodem nauw zijn verbonden

De ETI Groep, een Franse groep die bij ons wel bekend is door één van zijn drie afdelingen Vital Concept, huldigde in september vorig jaar in het Franse Bretagne de proefhoeve Bel Orient in. Ze werkt aan een toekomstvisie voor de melkveehouderij gebaseerd op drie polen (fokkerij, voeding en plantaardige productie) waar dierenwelzijn, innovaties en arbeidsrationalisatie de leidraad zijn. Landbouwleven nam er een kijkje.

Leestijd : 9 min

Het is in Rohan, op een uur rijden van Rennes in Bretagne, dat de ETI Groep en zijn drie afdelingen Agri Tech, Vital Concept en Alphatech, de kans kregen om een hoeve te verwerven met daarop 150 melkkoeien en met een oppervlakte van 155 hectaren. Hun doel? In de praktijk aantonen hoe sterk melkproductie en bodem met elkaar zijn verbonden. Dat is, volgens hun voorzitter, Patrice Etienne, een vaststaand begrip voor de landbouw van de toekomst.

Proefhoeve

Het nadenken over het project nam meerdere jaren in beslag, maar eens de hoeve aangekocht duurde het slechts één jaar om op een tarweveld van 7 ha groot een innovatief bedrijf uit de grond te stampen waarop in de eerste plaats allerlei proeven zullen uitgevoerd worden.

Melkstal, verschillende systemen van huisvesting, eigen voederfabriek, schuur voor het drogen van hooi, mestscheider,… allemaal zaken die het proefbedrijf moeten toelaten om aan de verwachtingen van de toekomst te voldoen en een bijna totale autonomie te bereiken.

Ruwvoederproductie als basis

Ook al is de bedrijfsoppervlakte verspreid over twee gemeenten, dan kunnen toch ongeveer 70 ha in droge periodes beregend worden, dit dankzij het feit dat de percelen gegroepeerd liggen. Met 80 ha hybride raaigras en 20 ha luzerne is ongeveer twee derde van de totale oppervlakte bestemd voor de productie van ruwvoeder. Globaal wordt een productie behaald van 1.200 ton droge stof per jaar, afkomstig van 4 of 5 sneden per jaar.

De overige 55 ha van het bedrijf zijn bestemd voor graanteelten: 20 ha gerst, 10 ha tarwe en 25 ha maïs. Doel van dit alles is om een zo groot mogelijke zelfvoorziening te bereiken op gebied van voeder. “Maar niet helemaal, want wij moeten nog een beetje eiwit aankopen om de melkproductie op het peil te houden dat wij wensen”, zo legt de voorzitter van de groep uit.

En hij vervolgt: “In de meest courante systemen van melkveehouderij is het rantsoen gebaseerd op kuilmaïs. Wat ons interesseert is het eiwit dat aanwezig is in het hooi. Dat moet ons toelaten een rantsoen samen te stellen dat dicht bij het evenwicht tussen energie en eiwit ligt. Op gebied van energie zal het hooi aangevuld worden met korrelmaïs en gerst om een stabiel rantsoen te bekomen het hele jaar door.”

Voor de plantaardige productie volgt Bel Orient een strategie die gericht is op behoud van de bodemkwaliteit om zijn landbouwpotentieel te kunnen optimaliseren. Daartoe wordt gewerkt met lange vruchtafwisselingen voor minder vervuiling en minder parasieten, opname van vlinderbloemigen in de rotatie, zorgen dat de bodem het hele jaar door bedekt blijft, afschaffing van het ploegen en toepassing van precisielandbouw gebaseerd op een analyse van het landbouwkundig potentieel van elk perceel. “Een zeer belangrijk begrip, want de biologische activiteit van de bodem is het kruispunt van de mooiste innovaties”, zo verzekert Patrice Etienne.

Achter de kalverboxen is de structuur van de stal voor de dieren vanaf 6 maanden identiek aan deze van de koeien in lactatie. Ze blijven dus in dezelfde omgeving tot wanneer ze het bedrijf verlaten, wat het welzijn van de dieren ten goede komt.
Achter de kalverboxen is de structuur van de stal voor de dieren vanaf 6 maanden identiek aan deze van de koeien in lactatie. Ze blijven dus in dezelfde omgeving tot wanneer ze het bedrijf verlaten, wat het welzijn van de dieren ten goede komt. - P-Y L.

Melkveehouderij

De melkveestallen op het bedrijf ogen indrukwekkend. Ze zijn lang en hebben geen muren of tussenschotten. Er zijn ook geen ligboxen aanwezig en ook geen traditionele voederplaats. Ze werden vooral ontworpen om het welzijn van de dieren te verhogen, wat moet leiden tot een langere levensduur en ook tot een hogere productie. In de melkveehouderij werken drie arbeiders en ze voeren tal van experimenten uit met als doel hun arbeidstijd te kunnen verminderen.

Doordat ze zo open zijn, zijn de stallen ook zeer goed geventileerd. De ligruimte voor de koeien is ook zeer goed bereikbaar. “Op dit ogenblik werken we met een strooisel op basis van gehakselde miscanthus dat om de zes maanden wordt vernieuwd”, legt één van de arbeiders uit. “Het strooisel wordt echter elke morgen omgewoeld met behulp van een rotoreg. Op die manier worden de uitwerpselen van de dag voordien onder het strooisel gemengd. Door de zeer goede natuurlijke ventilatie in de stal drogen die uitwerpselen zeer snel in de miscanthus.”

Wat de ligruimte aangaat is in elk lot van ongeveer 80 koeien 10 vierkante meter per koe voorzien. “De norm is eerder 6 vierkante meter voor een ingestrooide stal en 2,5 vierkante meter bij klassieke ligboxen”, zo legt de arbeider uit. “De levensruimte van de dieren werd hier dus duidelijk in overeenstemming gebracht met de behoeften van de koeien op gebied van welzijn.”

Naast de ligruimte bevindt zich een zone met buitenbeloop. Deze is uitgevoerd met een gegroefde rubbermat die 4 maal per dag door middel van water wordt gereinigd. Vervolgens komt de eetruimte. Daar bevinden zich enorme voederverdelers die tussen 2,3 en 2,6 ton voeder kunnen bevatten. Deze worden éénmaal per week bijgevuld.

Een andere installatie is de krachtvoederverdeler. Die wordt bevoorraad van uit een eigen voederfabriek die zich op enkele tientallen meter daarvandaan bevindt. Per lot van 80 koeien zijn drie krachtvoerautomaten voorzien. Ieder van die verdeelautomaten is verbonden met twee silo’s voor vast krachtvoeder en 1 voor vloeibaar krachtvoeder.

De voederverdelers worden eenmaal per week gevuld. Ze kunnen tot 2,6 ton hooi bevatten. Om het ruwvoederrantsoen aan te vullen zijn ook krachtvoerautomaten voorzien die rechtstreeks bevoorraad worden vanuit de eigen voederfabriek.
De voederverdelers worden eenmaal per week gevuld. Ze kunnen tot 2,6 ton hooi bevatten. Om het ruwvoederrantsoen aan te vullen zijn ook krachtvoerautomaten voorzien die rechtstreeks bevoorraad worden vanuit de eigen voederfabriek. - P-Y L.

Jersey en Prim’ Holstein

De veestapel is opgedeeld in twee loten 75 Jerseykoeien en 75 koeien van het ras Prim’ Holstein (Frans zwartbont). De keuze voor het Jerseyras kan verrassend lijken, maar vindt haar verklaring in meerdere factoren. Het is het tweede belangrijkste melkveeras in de wereld. In termen van liter per koe produceert het Jerseyras weliswaar minder dan de zwartbonten, maar het gaat hier om melk met zeer hoge gehaltes aan vet en eiwit. Het doel van de keuze voor twee rassen is vooral om te kunnen nagaan hoe elk van deze rassen reageert op de verschillende proeven die met de kudde zullen worden uitgevoerd.

De twee rassen worden in volledig gescheiden loten gehouden en de configuratie van de gebouwen waarin ze worden gehouden is symmetrisch. Elke stal heeft een ruimte voor de melkgevende koeien en een voor de droogstaande koeien. Merken we op dat enkel de koeien in lactatie toegang hebben tot een perceel van een ha dat ze een extra bewegingsruimte biedt.

De kalveren worden na de geboorte in geïsoleerde kalverboxen ondergebracht tot de ouderdom van 2 maanden, waarna ze in groepsboxen worden gehuisvest tot wanneer ze 6 maanden oud zijn. Nadien verhuizen ze in grote loten dieren van respectievelijk 6 tot 15 maanden en 15 tot 24 maanden.

De stal waarin de vaarzen worden gehuisvest is identiek aan deze van de koeien. Vanaf 6 maanden ouderdom tot wanneer ze het bedrijf verlaten, leven de dieren dus steeds in dezelfde omgeving.

Men streeft er naar om de Prim’ Holstein vaarzen te laten afkalven op de ouderdom van 24 maanden. Bij de Jerseyvaarzen is dat 22 maanden. Eén maand vóór de verwachte afkalfdatum worden de vaarzen in de groep van de koeien gebracht.

Wat het kalven betreft, werd de vaste keuze gemaakt om geen monitoring van de dieren te doen. De koeien die klaar zijn om te kalven blijven in de groep en kalven ‘wanneer ze er klaar voor zijn’. Tot zolang de arbeiders op het bedrijf aanwezig zijn worden de kalvingen opgevolgd.

Om elke koe afzonderlijk te kunnen opvolgen zijn ze voorzien van een halsband en een elektronisch oormerk. Dat laatste laat hen niet alleen toe om toegang te krijgen tot de krachtvoerautomaat, maar ook tot de melkstal. Elke melkmeter kan aldus de productie van elke individuele koe meten en registreren.

Door middel van dat elektronisch oormerk kunnen koeien die moeten behandeld worden ook afgezonderd worden dankzij een intelligente toegangspoort.

De blauwe halsband van zijn kant meet de activiteit van de koe. Bronst, opvolging van de vruchtbaarheid, rusttijd, herkauwtijd, … al deze gegevens worden verzameld in de bedrijfscomputer iCownet, ontwikkeld door Vital Concept. Die gegevens worden dan geanalyseerd in het kader van de verschillende experimenten die op het bedrijf doorgevoerd worden.

Melkstal in plaats van robot

Het vroegere melkveebedrijf van Bel Orient was uitgerust met melkrobots, maar op het nieuwe bedrijf werden deze niet behouden. De redenen? “We wilden in een evolutief systeem kunnen werken. Bij het ontwerp van het gebouw werd een ruimte gelaten tussen de stal van de melkkoeien en deze van de kalveren om er eventueel een derde identiek gebouw te kunnen neerzetten. Dan zouden nog eens 150 melkkoeien meer kunnen gehouden worden en tweemaal per dag in de melkstal die er nu is kunnen gemolken worden.”

“De huidige installatie werd ook gekozen omwille van het feit dat de werkingskosten ervan geringer zijn en ook om de alarmmeldingen die door een robot dag en nacht kunnen gestuurd worden te vermijden.” Op dit ogenblik is de melkstal een 2 x 16 eenheden, waarbij de koeien langs achter worden gemolken, maar indien nodig kan naar een 2 x 22 melkstal worden geëvolueerd.

Vermits in de stallen de dieren van de beide rassen volledig gescheiden worden gehouden, werd de grootte van de plaatsen van de koeien in de melkstal eveneens aangepast aan de gestalte van de koeien. In de melkstal is ook een dubbele leiding voorzien voor het evacueren van melk die niet geschikt is voor menselijk verbruik. De melkkwaliteit op het bedrijf is overigens goed, vermits men, sedert de start van het bedrijf, onder de 150.000 cellen/ml is gebleven.

Er werd gekozen voor een melkstal in plaats van een melkrobot en dit omwille van economische redenen, maar ook om organisatorische redenen.
Er werd gekozen voor een melkstal in plaats van een melkrobot en dit omwille van economische redenen, maar ook om organisatorische redenen. - P-Y L.

Economische efficiëntie

Er zullen diverse instrumenten worden ontwikkeld om gegevens te verzamelen en te analyseren om de efficiëntie van de verschillende toegepaste methodes te kunnen meten. De voederkostprijs van de kalveren, de vaarzen, de droogstaande koeien en de koeien in lactatie zullen zeer minutieus onderzocht worden door er een maximum aan parameters aan te verbinden.

Want, naast de structurele doelstellingen van het bedrijf, wil Patrice Etienne dat Bel Orient een ontwikkelingsplatform wordt van producten en technologische oplossingen die voor de drie activiteiten van de groep onmisbaar zijn.

Een eigen veevoederfabriek

Om het ruwvoederrantsoen te kunnen aanvullen hebben de ontwerpers van het bedrijf een eigen voederfabriek voorzien. Daarmee kunnen ze de voeders fabriceren en aanpassen aan de behoeften van de dieren. Daardoor krijgt Bel Orient een bijna volledige zelfvoorziening op gebied van veevoeding. Op uitzondering van de soja en het voeder voor de pasgeboren kalveren worden alle veevoeders op het bedrijf zelf geproduceerd.

De fabricatie van het voeder verloopt volledig automatisch. De verantwoordelijke voor de veehouderij heeft daarvoor ongeveer één uur per week nodig. Victor Etienne, beheerder van het bedrijf legt uit: “Voor de voeding van onze driehonderd dieren hebben we ongeveer 7 uur per week nodig. Daardoor bereiken we een zeer aanzienlijke tijdswinst ten opzichte van een klassiek melkbedrijf. Bovendien hebben we een betere controle op het geheel en bereiken we een product van betere kwaliteit. Ook de traceerbaarheid is veel beter.”

Tot 5.000 ton voeder per jaar

De voederfabriek op Bel Orient is in staat tot 5.000 ton voeder per jaar te produceren. “Gedurende ons eerste werkingsjaar zullen we ongeveer 600 ton voeder produceren”, aldus Victor Etienne. “De fabriek moet aan het bedrijf toelaten om zeer snel te reageren op wisselende omstandigheden en ook om een maximum aan formules te kunnen uittesten.”

“We starten formuleringen op vanaf 500 kg. Indien we een vermindering van de voeropname merken een drietal dagen later, kunnen we een additief toevoegen of de formule aanpassen en na verloop van opnieuw drie dagen wordt een nieuwe evaluatie gemaakt”

“Een veertiende silo zal ons toelaten om ook kleinere hoeveelheden voeder te produceren bv. voor de kalveren of om voeder te produceren voor klanten van buiten het bedrijf. We kunnen ook elders proeven doen met voeders die op Bel Orient worden geproduceerd”, zo onderstreept Victor Etienne.

Voeder in eigen handen houden

Indien voor een melkveebedrijf eigen voederproductie innoverend lijkt, dan is het dat niet in de varkenshouderij. Daar bestaat eigen voederfabricatie reeds lang. Het is een goede manier om het voeder opnieuw in eigen handen te nemen.

“Economisch gezien zal de structuur gemakkelijk rendabel zijn. Indien we rekening houden met de marges die bij de veevoeders in de handel gehanteerd worden, dan is het één van de zaken die het gemakkelijkst af te schrijven zijn. Voor de tonnages die op Bel Orient geproduceerd worden, zal de fabriek na tien jaar terugverdiend zijn”, zo vervolgt Victor.

Het is ook een fabriek die kan aangepast worden. “Indien we morgen zouden beslissen om de veestapel te vergroten, dan kan de fabriek ook aangepast worden in overeenstemming met de behoeften van de nieuwe veestapel.”

De veevoederfabriek op Bel Orient laat aan het bedrijf toe om nagenoeg al zijn samengestelde voeders zelf te produceren.
De veevoederfabriek op Bel Orient laat aan het bedrijf toe om nagenoeg al zijn samengestelde voeders zelf te produceren. - P-Y L.

Naar P-Y L.

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken