Startpagina Akkerbouw

Een verzorgde bodem: dé verzekering tijdens extreme seizoenen

Je hoort het verhaal elk jaar opnieuw, maar het blijft nodig om landbouwers erop te wijzen: zorg voor een goede bodem en een hoge bodemvruchtbaarheid. Het levert meer opbrengst op, en het zorgt ervoor dat je bodem beter herstelt na seizoenen met erg nat of erg droog weer. Of je nu maïs, gras of aardappelen hebt staan, een juiste bemesting draagt hiertoe steeds bij.

Leestijd : 7 min

Er zijn verschillende aspecten die laten zien of je bodem wel optimaal is. Allereerst is er het gekende sponsverhaal: een goede grond houdt vocht vast, en daarbij dus ook mineralen en meststoffen. Ook bodemleven (zie ook artikel p. 12) helpt hier, zoals aaltjes, schimmels, bacteriën en natuurlijk regenwormen. Regenwormen graven gangen die de ‘spons’ verbetert. Om die nuttige beestjes te behouden, kan de landbouwer hen dus maar best wat voedsel geven. Organische stof in de bodem brengen, is dus de boodschap. Maar daarnaast is het ook cruciaal om te letten op de fysische kenmerken van de bodem, zoals bodemstructuur, en de juiste chemie te behouden in de bodem. Dat kan door juist te bemesten.

Groenbedekkers zaaien

Organische stof in de bodem brengen, dat kan al door groenbemesters te zaaien. Adviseur bij Agricamp Tuur Vandeweyer hamert dan ook op alle voordelen hiervan: “Groenbemesters zijn er niet voor de premies. Ze produceren biomassa die perfect, na onderwerking, kunnen dienen voor organische stof. Daarnaast leggen ze de nutrienten vast die nog over zijn. Percelen maïs en gras die verdroogd waren, en een een volledige bemesting kregen, hebben heel wat reststikstof. De groenbemester neemt die op om te kunnen groeien.”

Groenbemesters zijn niet alleen nuttig om de reststikstof op te nemen. Op bepaalde plaatsen kunnen ze erosie beperken en bij het kiezen van de juiste groenbemester kunnen ze ook de populatie plantparasitaire bodemaaltjes terugdringen. Bovendien kan een landbouwer het aanleggen als vergroening. “Als je groenbedekker zaait, zorg er dan wel voor dat je voldoende zaait. Ik weet dat je het voor premies kan doen, maar doe het vooral voor uw grond. Je krijgt er erna het resultaat van”, klinkt het nog.

De bodemanalyse, dé start bij bemesting

Als het over bemesting gaat, blijkt de bodemanalyse een onderschat wapen te zijn bij de landbouwer. Het zes pagina’s dikke bundeltje van deze analyse bevat veel nuttige informatie over het perceel, als de staalnames correct genomen zijn (zie foto). De bodemanalyse geldt voor vijf jaar, en het is met klem aangeraden om toch elk jaar voor de bemesting de analyse een keer te bekijken. “De drie belangrijkste parameters die je er uit moet halen zijn het stikstofleverend vermogen, organische koolstof en pH”, tipt de adviseur. Hij ziet bij landbouwers vaak dat de pH van de bodem te laag is, met het gevolg dat fosfor wordt vastgelegd in de bodem en nitraten moeilijk worden opgenomen door de plant. Bekalken is dan het beste advies. De streef-pH ligt tussen 5,5 en 6,5: dan is de opneembaarheid van de elementen veel beter. “Eigenlijk is kalk uw goedkoopste bemesting”, geeft hij mee. Alleen mag je bekalking en bemesting niet samen laten gaan.

De bodemanalyse bevat veel informatie over het perceel, als de staalnames correct genomen zijn, dus over het hele veld verspreid.
De bodemanalyse bevat veel informatie over het perceel, als de staalnames correct genomen zijn, dus over het hele veld verspreid. - Google

Hij merkt op dat dit najaar veel kalk is gestrooid. Niet onlogisch, want de omstandigheden waren goed en het was droog. Maar de landbouwer is gewaarschuwd, want niet alle kalk is hetzelfde. Landbouwkalk bevat veel magnesium, maar een te veel aan magnesium is niet goed voor de opname van kalium. Vandeweyer wijst dan ook op de optie gekorrelde zeewierkalk: 2.000 kg landbouwpoederkalk is te vervangen door 500 kg gekorrelde zeewierkalk. “Sommigen denken dat het duurder is, maar dat is niet waar als je weet dat gekorrelde zeewierkalk aan een veel lagere dosis wordt toepast. Een voordeel is dat zeewierkalk snel werkt, binnen twee maand begint het effect. De efficiëntie van landbouwpoederkalk is pas na 1,5 tot 2 jaar zichtbaar. Daar moet je rekening mee houden als je grond ruilt en wisselt.”

Naast het verhaal van bekalking, is ook bemesting een topic. Agricamp legde vorig jaar bemestingsproeven aan met diverse producten, in maïs, grasland en aardappel.

Bemesten in snijmaïs

De kunst is om net zoveel mest aan te brengen dan nodig is. In proeven met snijmaïs bleek immers dat 60 à 70 kuub drijfmest per ha zelfs minder opbrengst geeft dan wanneer je de normen hanteert. Het is beter om bij te bemesten wanneer het nodig is.

Het jaar 2017 was zoals velen zich herinneren, een moeilijk jaar, maar maïs kende echter wel een topjaar. Toen een bemestingsproef werd aangelegd waren de resultaten dan ook duidelijk. Maïs die Physiostart kreeg, maïs die PT-mix kreeg en maïs die NOV PK kreeg toegepast, leverden hogere opbrengsten dan maïs die het klassieke NP 22-8 kreeg. “De resultaten van NP 22-8 waren vergelijkbaar als die van maïs zonder meststoffen. NP 22-8 toepassen is dus weggesmeten geld. Het is beter te werken met stikstof die trager vrijkomt, zoals NOV PK.”

In het jaar 2018, wat dan weer een rampjaar bleek in maïs, vergeleek Agricamp in een volgende bemestingsproef de werking van NOV PK en van de biostimulant PT-mix. Beiden gaven een verhoging in opbrengst ten opzichte van de maïs zonder toepassing van meststoffen. Gebruikt men NOV PK en PT-mix samen, dan werd er nóg een hogere opbrengst bekomen. De PT mix heeft een meerwaarde in stressvolle jaren. In 2017 was er zo geen verhoging meer bij een toevoeging aan de NOV PK. “Bekijken we dit over de gemiddelden over de meerdere jaren, dan is er wel een verhoging bij toevoeging van de PT Mix”, besluit Tuur. “De kern van dit verhaal is dat we toch eens moeten denken aan biostimulanten om de bodem terug aan het werk te zetten en zo onze opbrengst te verbeteren.”

Bemesten in grasland

Bij grasland kan men KAS strooien om de bemesting bij te sturen en om problemen op te lossen. Als bodembemesting is dit dan weer niet het beste plan. Dat bleek uit een bemestingsproef in 2017. Er werden vier situaties met elkaar vergeleken. In een eerste situatie werd tijdens de twee snedes KAS bemest, in een tweede werd enkel bemest met Sulfan, in een derde enkel met Novurea S en in een vierde werd in de eerste snede NOV K en in de tweede snede Novurea S toegepast.

Hieruit bleek dat het effect van zwavel op de hoeveelheid droge stof merkbaar was: in vergelijking met de situatie met enkel de toepassing van KAS (3.870 kg DS/ha), scoorde de situatie met enkel Sulfan beter (4.603 kg DS per ha). KAS, die snelle stikstof bevat, deed het ook slechter dan maïs die bemest werd met Novurea S, die trage stikstof bevat (4.603 kg DS per ha). Door deze traagwerkende stikstof te gebruiken kan men tot 20% extra opbrengst krijgen.

Verder is ook kali niet te onderschatten. “Het heeft misschien niet zoveel effect als zwavel en traagwerkende stikstof, maar er is toch verschil merkbaar in opbrengst.” Ook bij maïs heeft kali zijn, nut. Na de droogte werd nog kali bijgegeven bij de groene planten, waardoor de opbrengsten minder desastreus waren.”

Op het einde van de proef waren de eenheden stikstof en kali gelijk.

Vandeweyer concludeert: “Goed gras verkrijgt men dus door veel zwavel en kali te gebruiken, door kleine giften op meer tijdstippen en door vroeg te starten (voor 15 maart). Bij een grondtemperatuur van 8 °C kan je rijden. Zolang het boven de 5 °C is, groeit gras, en dus kan je eventueel begin februari beginnen strooien. Wat KAS betreft, gebruik dat om bij te sturen waar nodig.”

Bemesten in aardappel

In een bemestingsproef met aardappel werden zes situaties getest. Telkens werden de meststoffen toegediend voor de rug werd opengemaakt en in de rug: Seedsprint, Physiostart, Nov P, Nov PK, Timac 13-5-17 en als referentie Ureum+DAP. Het klassieke verhaal was op zich wel goed in het begin en bij rooien zag men ook weinig verschillen tussen de verschillende situaties. Timac en de referentie (ureum en DAP) behaalden de laagste gemiddelde opbrengsten. De Timac 13-5-17 meststof behaalt met maar 65 eenheden stikstof dezelfde opbrengsten als de getuige met 115 eenheden stikstof. Aardappelen met NOV P en NOV PK deden het best door de traagwerkende stikstof. Physiostart zorgde ook voor een goed aantal knollen. Seedsprint deed het ook goed, maar algemene conclusies kan men nog niet trekken aangezien er nog te weinig ervaring mee is. Met de gemiddelde goede opbrengsten in het achterhoofd, werd ook gekeken naar de sorteringen van de aardappelen bij toepassing van NOV PK en Physiostart. In vergelijking met twee weken voor rooien, verbeterde de sortering > 40 mm naar 68 % van de aardappelen bij Physiostart en naar 82 % van de aardappelen bij NOV PK.

Ten slotte is bladvoeding geven nuttig om de bemesting te optimaliseren, aangezien het een snellere werking heeft in vergelijking met de bodem. “Je kan hier heel ver in gaan. Vraag daarom zeker raad aan je adviseur, zodat je zeker weet waar de tekorten zitten”, zo adviseerde Vandeweyer ten slotte.

MV

Lees ook in Akkerbouw

Doordacht maaibeheer: waar let ik op?

Akkerbouw Er zijn dit jaar grote verschillen in grasstand waar te nemen tussen verschillende percelen. Dat is niet verwonderlijk, gezien de grote verschillen in beheer, waartoe we gedwongen werden door deze zeer natte winter en door de natte voorjaarsperiode.
Meer artikelen bekijken