Startpagina Actueel

Meer transparantie rond glyfosaat komt iedereen ten goede

Het Europees Hof van Justitie besloot vorige week dat alle studies en alle data over de herbicide glyfosaat moeten worden vrijgegeven. Daarmee behaalde Bart Staes samen met drie collega-groene leden van het Europees Parlement een klinkende overwinning. In onderstaande opinie betoogt Staes dat dit goed nieuws is voor de wetenschap, burgers en het leefmilieu, maar ook voor de boeren.

Leestijd : 4 min

De groene beweging stapte op 1 mei 2017 naar het Europese Hof van Justitie (ECJ) om van het Europees Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) te verkrijgen dat alle wetenschappelijke gegevens, data en rapporten die werden gebruikt voor de analyse van de schadelijkheid van glyfosaat openbaar worden. We kregen over de hele lijn gelijk.

Er worden jaarlijks nog tonnen glyfosaat over akkers en in tuinen verspreid. In 2014 was dat 825.000 ton wereldwijd en volgens marktanalyses zou dat stijgen tot boven het miljoen ton tegen 2019. Men onderschat de enorme business die dit goedje voor een aantal chemische bedrijven betekent, met ontdekker Monsanto op kop: tussen 2012 en 2019 zou de verkoop naar verwachting stijgen van $5,5 miljard tot bijna  $8,8 miljard per jaar. Monsanto/Bayer heeft een kwart van de wereldmarkt in handen. Bij driekwart van het gebruik gaat het over landbouwtoepassingen.

De toename is wereldwijd, zij het minder in Europa, gelieerd met de genetisch gewijzigde landbouwgewassen die vaak onder andere resistent zijn tegen glyfosaat. Van de ggo's die in Europa mogen worden ingevoerd, is meer dan de helft glyfosaattolerant gemaakt. Sinds de introductie van Roundup Ready-gewassen in 1996, is het gebruik van glyfosaat met een factor 15 toegenomen.

Uitspraak met gevolgen

Deze recente juridische uitspraak heeft niet alleen gevolgen voor het debat rond glyfosaat, maar voor de gehele Europese autorisatieprocedure voor pesticiden. Ik beschouw het dan ook als een aanvullende stap van een strijd tegen die chemie-intense landbouw, bovenop de goedkeuring van mijn eindrapport over pesticiden begin januari door het Europees Parlement. Daarmee gaven we een duidelijk advies aan de Europese Commissie én aan de lidstaten om de Europese toelatingsprocedures voor pesticiden te verbeteren en uiterst onverkwikkelijke controverses als die rond glyfosaat te vermijden.

Hoewel de Europese pesticidenwetgeving tot de beste van de wereld behoort, kan het beter. Zowel de Europese wetgeving over pesticiden als de implementatie ervan, moeten beter. Dat kan o.a. door een grotere transparantie tijdens de evaluatieprocedure - zowel de actieve substanties als de producten - én door de industrie minder zwaar te laten wegen op het wetenschappelijke proces.

Studies van de industrie zelf

Waarom zetten we deze juridische stap in mei 2017? Het EFSA baseerde zich voor zijn oordeel over de veiligheid van het meest gebruikte herbicide ter wereld op een aantal studies die aangeleverd werden door de glyfosaatgebruikende agrochemische bedrijven. Dat is op zich niet zorgwekkend, maar er moet transparantie over die wetenschappelijke gegevens zijn. Niet alleen vanuit het principe dat wetenschap niet gebaseerd kan zijn op geheime data, maar altijd gecheckt moet kunnen worden door andere wetenschappers. En zoals bekend was er wetenschappelijke controverse over de vraag of glyfosaat nu wél of niet mogelijk kankerverwekkend zou zijn.

De redenering achter de stap was ook dat het van fundamenteel belang is dat bij Europese besluitvorming het publieke belang voorrang krijgt op het commerciële, private belang. Toen we toegang vroegen tot de gebruikte wetenschappelijke studies, woog voor de EU-instelling dat laatste helaas zwaarder door dan het eerste; EFSA stelde dat het niet alle studies kon vrijgeven en sommige maar ten dele, omdat er auteursrechten op rusten van bedrijven als Monsanto.

Gebrek aan transparantie

De rode draad is een gebrek aan transparantie en een te grote invloed van belanghebbende bedrijven als Monsanto op het beleid en – mogelijk nog kwalijker - op het wetenschappelijke proces. Het Europees parlement organiseerde in oktober 2017 een hoorzitting over de zogenaamde ‘Monsanto Papers’. Het gaat hierbij om duizenden interne documenten die openbaar werden gemaakt als gevolg van de eerste rechtszaak in de VS, gewonnen door Dwayne Johnson. We zien maar het topje van een ijsberg, die nu al de contouren laat zien van een zaak van ‘corporate crime’, een waarbij Dieselgate en het gesjoemel van autofabrikanten verbleekt.

Maar waarom begon dan die Amerikaanse rechtszaak? Omdat IARC, het Internationaal kankeronderzoeksinstituut van de Wereldgezondheidsorganisatie, in 2015 een onafhankelijke wetenschappelijke beoordeling maakte van glyfosaat. De essentie van dat oordeel: “Glyfosaat is kankerverwekkend voor dieren en waarschijnlijk kankerverwekkend voor mensen”. En dan denkt u wellicht: de alarmbellen gingen af in Monsanto’s hoofdkwartier!? Nee, die alarmbellen waren het jaar ervoor al afgegaan.

Uit de interne documenten en e-mails waar we toegang toe hebben, blijkt dat Monsanto toen al wist dat IARC zich over hun geliefde herbicide ging buigen en wist dat dit slecht voor de business zou zijn. Monsanto wist dat het onderzoeksinstituut niet te beïnvloeden zou zijn en dat de bestaande, niet-gemanipuleerde wetenschappelijke literatuur zou laten zien dat er gezondheidsrisico’s verbonden zijn aan glyfosaat.

De Monsanto Papers laten een flard zien van een decennialange traditie waarbij Monsanto de wetenschap ronduit manipuleert. Hoe? Wetenschappelijke artikels zelf schrijven, en er dan ‘onafhankelijke wetenschappers die invloed konden uitoefenen bij regulerende instanties’ er hun naam aan laten verbinden; peer-reviewers wiens universiteit eerder een forse zak geld kreeg van Monsanto, onder druk zetten om kritisch onderzoek als peer-reviewers neer te sabelen; intimidatie van onafhankelijke wetenschappers; de bevoorrechte relaties met ambtenaren van de US Environmental Protection Agency...

Was deze rechtszaak een motie van wantrouwen tegen EFSA? Nee, helemaal niet. Toen ik vorig jaar het hoofdkantoor van EFSA bezocht, zei directeur Url dat hij juist blij was met het proces, omdat de uitspraak tenminste duidelijkheid zou creëren middels jurisprudentie. Zo weten ze beter wat ze wel en niet openbaar mogen maken. Ik verwacht dan ook niet dat EFSA in hoger beroep gaat.

Bart Staes, Groen, lid van het Europees Parlement

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken