Startpagina Schapen

Franse schapenhouderij zet bakens uit voor de toekomst

Op donderdag 14 maart 2019 organiseerde het Institut de l’Elevage (Idele) in Parijs zijn eerste Conference Grand Angle Ovin. Hier kwamen de meest diverse thema’s, die de Franse schapenhouderij beroeren, aan bod.

Leestijd : 6 min

Wie is de consument? Wat zijn de gevolgen van de Brexit? Wat betekent de herintrede van de wolf? Waar liggen de accenten binnen de schapenhouderij voor de toekomst? In deze bijdrage brengen we verslag van het eerste deel van de conferentie Grand Angle Ovin, die 160 deelnemers telde. De studiedag kon zowel rechtstreeks in Parijs gevolgd worden, als via videoconferentie op een zestal plaatsen in Frankrijk. De vraagstelling werd centraal gecoördineerd.

Situering

In Frankrijk is de schapenhouderij nog altijd belangrijk, zowel op productievlak als voor de instandhouding van het platteland. Door de Franse overheid worden dan ook voldoende middelen uitgetrokken voor ondersteuning via onderzoek en voorlichting. Dit staat in schril contrast met de zeer beperkte mogelijkheden die de schapenhouderij-sector in ons land te beurt vallen. Op de studiedag kwamen een reeks specialisten schapenhouderij, die vooral actief zijn binnen het Institut de l’Elevage (centraal of in de regio’s), aan het woord.

De schapenhouderij in Frankrijk

In 2017 waren er in Frankrijk nog 38.901 schapenbedrijven actief, 4.471 hiervan zijn gericht op de melkproductie. Opvallend is dat de melkproducenten duidelijk jonger zijn (25% < 40 jaar) dan de lamsvleesproducenten (15% < 40 jaar). Ook de bedrijfsgrootte (procentuele verdeling) verschilt nogal, zoals weergegeven in de tabel.

CALUS

Er zijn ongeveer 7 miljoen schapen in Frankrijk, anderhalf miljoen daarvan worden gemolken. Regionaal vinden we de schapen vooral in de meer zuidelijke regio’s Occitanie en Nouvelle Aquitaine.

Per jaar worden ruim 4 miljoen schapen en lammeren geslacht. Het gemiddeld karkasgewicht van de lammeren bedraagt 18,1 kg en de afgelopen jaren lag de karkasprijs per kg op €6,20. Dus ruim boven de gemiddelde prijzen die we in België/Vlaanderen kennen.

Frankrijk heeft een zelfvoorzieningsgraad aan lams- en schapenvlees van 50%. Het verbruik per hoofd per jaar ligt momenteel op 2,4 kg (dus nog een stuk hoger dan bij ons = 1,6 kg per hoofd per jaar).

Levende import is er uit Spanje en Nederland, de invoer van lamsvlees komt vooral uit het Verenigd Koninkrijk, Ierland, en Nieuw Zeeland. Levende export is er naar Spanje en Italië. De export van vlees is beperkt.

Opmerkelijk is dat de aankoop van lamsvlees voor 75% gebeurt door 50-plussers. En voor 60% gebeurt de aankoop in hyper- of supermarkten.

In Frankrijk wordt 276 miljoen liter schapenmelk opgehaald en hier wordt oa. 57.000 ton schapenkaas van gemaakt.

Qua rendabiliteit van de sector is het belangrijk dat Frankrijk voor de schapenhouderij een gekoppelde Europese steun heeft behouden, die bedraagt op jaarbasis € 14 à € 16 per ooi aan te vullen met € 9 / ooi voor zij die een afzetcontract hebben of aan directe verkoop doen (dit alles mits nog wat bijkomende voorwaarden).

De consument

Christophe Denoyelle (Idele) gaf een inzicht in wie nu die koper is van lamsvlees. Jonge mensen brengen geen tijd meer door in de keuken; kleine porties, wereldkeuken zijn aan de orde. De vleesaankoop daalt, maar ook het aantal vleeskopers daalt en vooral aankoop van gehakt ligt goed in de markt bij jonge mensen. Aankoop van vlees wordt ook bezwaard omwille van aspecten gekoppeld aan leefomgeving(klimaat), ethiek en gezondheid.

Maar de spreker is optimistisch. Lamsvleesgebruik heeft toekomst, mits enkele accenten. Ten eerste moet er meer aandacht voor lamsgehakt komen (in UK reeds 10 % van de markt). Ten tweede moeten versnijdingen op maat, klaar voor bereiding en zonder afval worden aangeboden, aangepast aan de gezinsgrootte. Ten derde is meer rekening houden met de wensen van de consument wenselijk. Vooral aandacht voor smaak en malsheid, minder vet, betere organoleptische aspecten en voedingswaarde is nodig.

Hierbij moeten we opmerken dat de ideale vetgraad volgens de Seurop-schaal in Frankrijk een waarde 3 heeft, terwijl deze in België/Nederland een waarde 2 heeft ( = minder vet).

De brexit en vrijhandelsakkoorden

Marie Carlier (Idele) besprak de handelsrelaties tussen de EU en Nieuw-Zeeland en Australië. Australië en Nieuw-Zeeland zijn respectievelijk de tweede en derde lamsvleesproducent op wereldniveau. Ze voeren respectievelijk 69% en 91% van hun productie uit. Dit is goed voor 70% van de wereldhandel in lams- en schapenvlees. De productiekosten zijn er een stuk lager dan in Frankrijk en in de EU, zodat ze onze markt sterk kunnen beconcurreren. Maar de productie is gekoppeld aan grasgroei en dus erg klimaatgevoelig (droogte).

Experte Marie Carlier (Idele) gaf uitleg over de globale handelsrelaties en de invloed  van de brexit.
Experte Marie Carlier (Idele) gaf uitleg over de globale handelsrelaties en de invloed van de brexit. - Idele

Er zijn nu reeds vele jaren quota-afspraken met Nieuw Zeeland en Australië voor invoer in de EU28. Ruim 287.000 ton lamsvlees mag er per jaar ingevoerd worden. Deze quota werden tot hiertoe nooit volledig ingevuld. Momenteel is de lopende afspraak dat 50% van het Nieuw-Zeelands lamsvlees naar de EU27 kan komen en 50% naar het VK (Groot-Brittannië). Voor Australië kan 20% naar de EU27 komen en 80% richting VK. Afspraken voor na de Brexit worden hier heel belangrijk om de druk op de prijzen in EU27 niet te verhogen.

Wanneer het klimaat hen niet voor problemen stelt, is het onmogelijk om te concurreren met Australische schapenhouders.
Wanneer het klimaat hen niet voor problemen stelt, is het onmogelijk om te concurreren met Australische schapenhouders. - Idele

Vervolgens had er een panelgesprek plaats omtrent de mogelijke gevolgen van de brexit. Maar gezien het gegeven brexit onduidelijk is en blijft, was ook dit gesprek niet bijzonder relevant.

Lamsvleesproductie en arbeidsinkomen

In deze interventie had Vincent Bellet (Idele) het over de factoren die het inkomen bij lamsvlees-productie beïnvloeden, en dit bij verschillende bedrijfsspecialisaties/-combinaties. Hij vergeleek de specialisatie ‘fouragers’, ‘herbagers’ of ‘pastoraux’ met de combinaties schapen-akkerbouw en schapen-rundvleesproductie. Algemeen is er een stijgende inkomenstendens tussen 2007 en 2016, en dan in 2017 een behoorlijke daling. Dit is ook zo voor de combinatie vleesproductie schapen-runderen op het bedrijf. Maar voor de combinatie ‘ovins-grandes cultures’ krijgen we een erg variabel beeld van het inkomen te zien doorheen de jaren.

De belangrijkste factor die de verschillen tussen bedrijven verklaart is het niveau van de (EU-) premies. Naast de productiviteit van de ooien die erg belangrijk is, trekken de impact van de mechanisatie-kosten en van de aankoop van krachtvoeder de aandacht.

Aandachtspunten

Een eerste tussenkomst was gericht op inkomen en werklast in de bedrijfscombinatie schapen-teelten. Een pleidooi voor een bedrijfsstructuur van de toekomst (GAEC, 250 ha, 550 ooien) in een samenwerkingsverband waar ‘de boeren’ in onderlinge afspraak ook minstens drie weken verlof kunnen nemen per jaar. De accenten voor een succesvolle bedrijfsvoering liggen op: eigen (kracht-)voederwinning, aandacht voor lamsvleesproductie (zowel genetisch als qua productiviteit) zoals de consument wenst, arbeidsorganisatie en beheersen mechanisatiekosten.

Tweede kort thema: biologische schapenhouderij. Nu is er in Frankrijk 6% bio-productie. Bio groeit, maar de rendabiliteit is niet zo goed, niettegenstaande de betere verkoopprijs. Oriëntatie is vooral gericht op korte ketenafzet.

Derde tussenkomst: eigen voederwinning, ook wat betreft eiwit. Geen krachtvoeder verspillen is hier het centrale thema: door korte dektijd, drachtcontrole, indelen in voedergroepen in functie van de behoefte, een goede voederplanning en vooral via het zorgen voor voldoende oppervlakte ruwvoeder zodat het ganse jaar maximaal kan begraasd worden. De leidraad in dit verhaal: 1 kg gras (drogestof) = 1 kg krachtvoeder! Gras gaat boven alles.

De laatste korte bijdrage analyseert pro en contra, sterkten en zwakten van de pastorale systemen , het herderen van kudden. Frankrijk heeft nog 10 miljoen ha grasland, waarvan 1,2 miljoen ha pastoraal begraasd worden, vooral in Lotharingen en de zuidelijke (meer bergachtige) regio’s. Doelstellingen hier zijn landschapsbeheer, behoud biodiversiteit, behoud van culturele identiteit en patrimonium, bewaren van multifunctionele ruimten, respect voor natuur en leefomgeving, preventie van branden...

Pastorale systemen komen het meest in aanmerking in voor mechanisatie moeilijk toegankelijke gebieden, ingesloten gebieden, of terreinen voor multi-functioneel gebruik.

Pastorale systemen worden ook geconfronteerd met heel wat uitdagingen: het doorgeven van ervaring en technische kennis, aanpassing aan de impact van de klimaatswijziging op de vegetatie, toegankelijkheid van de te begrazen terreinen, toenemende schade door predatie, de leefbaarheid van het herderen en ook de blijvende erkenning van de specifieke omstandigheden, onder andere via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Slot

In dit eerste deel brachten we rapport over deze zeer diverse studiedag omtrent de problematiek en de uitdagingen voor de Franse schapenhouderij. In een volgende bijdrage zullen we ingaan op de specifieke problematiek van de massale schade binnen de schapenhouderij in Frankrijk veroorzaakt door de honderden aanwezige wolven, maar ook op de uitdagingen die de onderzoekers zien voor de toekomst van ‘hun’ schapensector.

André Calus

Lees ook in Schapen

Mooie Belgische finale van de Ovinpiades 2023

Agribex Wat in 2019 begon met een voorzichtige toenadering vanuit de Waalse schapensector naar Vlaanderen, groeide uit tot een volwaardige wedstrijd voor jonge schapenherders met een Belgische finale op Agribex in Brussel.
Meer artikelen bekijken