Startpagina Actueel

Testboerderij voor duurzame bio-economie

Op 23 april werd TRANSfarm gelanceerd. Het is de opvolger van het Zoötechnisch Centrum van de KU Leuven in Lovenjoel. Onderzoekers zullen in het centrum onder meer op zoek gaan naar duurzame toepassingen voor restproducten uit de landbouw om tot een circulaire keten te komen.

Leestijd : 3 min

Begin dit jaar werden de landbouwfaciliteiten van de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven geïntegreerd in de nieuwe groepsdienst TRANSfarm binnen de Groep Wetenschap en Technologie. TRANSfarm is de pilot farm voor circulaire bio-economie en biomedisch onderzoek. “Het is de opvolger – niet de vervanger - van het Zoötechnisch Centrum (ZTC)”, benadrukt Wouter Merckx, directeur van TRANSfarm. “We kunnen vandaag nog niets tonen, maar we lanceren een nieuw concept en de nieuwe website van TRANSfarm.”

Volgende stap

TRANSfarm is volgens Merckx geen nieuw initiatief, maar de volgende logische stap in bijna 100 jaar proefhoeve-onderzoek aan de KU Leuven. “We gaan verder op zoek naar antwoorden op belangrijke maatschappelijke vragen zoals klimaatverandering, dierenwelzijn, voedselkwaliteit en traceerbaarheid, zonder afbreuk te doen aan bestaande modellen. Het is ook een antwoord op de vraag van onze onderzoekers om kennis en labo-expertise letterlijk naar de stal of het veld te brengen. De testboerderij maakt de brug tussen het labo en de praktijk.”

Het ZTC bouwde op gevalideerde diermodellen voor voedingsonderzoek. TRANSfarm blijft actief in deze eerste pijler met zoötechnisch onderzoek. De tweede pijler is het biomedische onderzoek, met onder meer vaccinontwikkeling, antibioticumreductie en darmgezondheid. Merckx: “Hiernaast lanceren we nu een belangrijke derde pijler omtrent de productie en verwerking van biomassa en groene chemie.

Binnen TRANSfarm willen we deze drie pijlers opschalen vanuit de labo-expertise, zowel van binnen de KU Leuven als van bij collega-instellingen. Het unieke is dat we hierbij multidisciplinair zullen werken om een zo groot mogelijke meerwaarde te creëren. We willen zichtbaar maken dat we de kringloop kunnen sluiten, dat we kunnen streven naar nul-emissie en dat we dit doen op een wetenschappelijk onderbouwde manier.”

Merckx wijst er op dat het ZCT, een gemengd landbouwbedrijf in Lovenjoel, al een circulair systeem was. Er werd gewerkt rond biomassa, nevenstomen en het sluiten van kringlopen, gebruikmakend van precisielandbouw (precision livestock farming-PLF).

Nieuwbouw start eind mei

KU Leuven investeert nu bijkomend in een state of the art infrastructuur. “De plannen zijn klaar, de vergunningen zijn verleend en de budgetten zijn toegewezen. Op 20 mei beginnen we aan de opbouw van het nieuwe onderzoekscentrum op de locatie van de oude boerderij in Lovenjoel. De nieuwe infrastructuur moet van TRANSfarm en haar medewerkers de perfecte partners maken in projecten voor de labo’s van KU Leuven en internationale consortia.”

Er komt een nieuwe onderzoekshal voor de opschaling van onderzoek in het domein van de groene chemie, met raffinage en verwerking van reststoffen uit biomassa. Ernaast komt een proefstal met een hoge bioveiligheidsstandaard. Net als in het verleden wordt gewerkt met pluimvee, biggen en kleine herkauwers, voor de verderzetting van de bestaande dienstverlening. De stallen worden uitgerust met innovatieve controlesystemen en PLF-technieken.

Bestaande en nieuwe projecten

“We hebben jullie uitgenodigd om de lancering te vieren, maar uiteraard ook om de werking van TRANSfarm mee in te vullen”, stelt Wouter Merckx. “Vandaag lopen al enkele projecten, zoals productie van Vlaamse soja in samenwerking met ILVO en Inagro, het SoilCare-project met de Bodemkundige Dienst van België, en omtrent groene chemie waarbij reststoffen van de productie van biomassa worden geraffineerd en opnieuw verwerkt.

Onze naam staat voor translationeel – praktisch toepasbaar – onderzoek en transformatie in de landbouw. Door de expertise rond circulaire bio-economie aan de KU Leuven te groeperen, kunnen we beter met bedrijven samenwerken aan de toekomst.”

Wouter Merckx, directeur van TRANSfarm (rechts), en Gerard Govers, vicerector van de groep Wetenschap & Technologie, verwachten veel van de interfacultaire en multidisciplinaire aanpak van de testboerderij.
Wouter Merckx, directeur van TRANSfarm (rechts), en Gerard Govers, vicerector van de groep Wetenschap & Technologie, verwachten veel van de interfacultaire en multidisciplinaire aanpak van de testboerderij. - AV

Interfacultair en interdisciplinair

Ook Gerard Govers, vicerector van de groep Wetenschap & Technologie, is verheugd met de start van TRANSfarm. “Het was een lang proces. Het is echter belangrijk om deze stap zetten als we de meest innovatieve universiteit willen blijven op het Europese continent. Je genereert aan de universiteit kennis en je hoopt dat die wordt toegepast in de maatschappij. TRANSfarm is nodig om aan de spits te blijven.

TRANSfarm is geen facultair departementaal centrum. We kunnen maatschappelijke problemen vandaag enkel tackelen als we kennis uit verschillende kennisdomeinen bij elkaar brengen. Momenteel zitten er in TRANSfarm al medewerkers van drie faculteiten en minimaal vier departementen. De interfacultaire samenwerking is dus al van dag één een feit en dit zal in de toekomst zeker uitbreiden.”

AV

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken