Pachter beslist vrij over samenvoeging van verschillende percelen

Centraal in de pachtwet staat de teeltvrijheid van de pachter. Dit wil zeggen dat de pachter zelf vrij de aanwending van het gepachte goed kan bepalen.

Teeltvrijheid van de pachter

Art. 24 van de Pachtwet bepaalt immers dat alle bedingen die de vrijheid van de pachter omtrent de wijze van bebouwing van de gepachte grond of omtrent de beschikking over de producten van de hoeve beperken, voor niet-bestaande worden gehouden.

Het staat de pachter vrij om te kiezen welke teelt hij zal aanplanten of zaaien op het gepachte goed. Deze teeltvrijheid geldt zowel voor akkerland als weide. Hierbij kan dan de pachter zelfs een weide scheuren en er akkerland van maken. De pachter moet zich bij het scheuren van een weide wel houden aan alle andere regelgeving bijvoorbeeld inzake stedenbouw of natuurbescherming evenals artikel 29 Pachtwet.

Dit principe kan ook perfect worden toegepast op uw situatie. In dat opzicht kunt u dus perfect drie aanpalende percelen als één geheel gebruiken door de tussenliggende ploegvoor te verwijderen, zonder dat u hiervoor aan één van uw eigenaren om een toelating zou moeten vragen.

Op het einde van de pacht dient u wel het gepachte goed terug te geven in de toestand dat u het kreeg. Indien de eigenaren er op dat moment op aandringen, zult u wel terug de ploegvoor moeten open leggen.

Stedenbouwkundige vergunningsplicht?

Zoals wij reeds stelden, moet u wel de regelgeving inzake stedenbouw respecteren.

Artikel 4.2.1, 4° van de Vlaamse Codes Ruimtelijke Ordening stelt dat het aanmerkelijk wijzigen van het reliëf van de bodem, waarbij de aard of de functie van het terrein wijzigt, vergunningsplichtig is.

Op basis van de ons gekende info menen wij dat de nivelleringswerken die u wil uitvoeren in geen geval de aard en/of de functie van het terrein wijzigen. Het terrein is op dit moment een landbouwperceel en heeft een agrarische bestemming. Ook na de nivellering blijft u de kwestieuze percelen verder gebruiken voor agrarische doeleinden.

De nivellering kan dus enkel vergunningplichtig zijn voor zover het als een vergunningsplichtige reliëfwijziging moet worden aanzien.

Op dit punt merken wij op dat de omvang van de reliëfwijziging niet langer van tel is, noch om tot het oordeel te komen dat de wijziging wel vergunningsplichtig is, noch om te zeggen dat dit niet zo is. Ook het Hof van Cassatie oordeelde reeds in 2005 dat niet de omvang van de wijziging determinerend is, maar wel de invloed op de “bestemming, het feitelijk gebruik of het uitzicht van het terrein”.

In casu zal noch de bestemming noch het feitelijk gebruik van het terrein wijzigen.

Uit de rechtspraak blijkt dat dergelijke reliëfwijzigingen niet vergunningsplichtig zijn. Zo is er rechtspraak die stelt dat indien een opvulling met grond of aarde gebeurt om een terrein zijn geëigende of normale bestemming te kunnen laten vervullen, er geen sprake kan zijn van een wijziging die de aard of functie van het terrein wijzigt.

De Correctionele Rechtbank te Dendermonde heeft in het verleden een landbouwer vrijgesproken voor het ophogen van een waterzieke akker met de bedoeling om deze in bedrijfseconomisch opzicht en vanuit landbouwtechnisch oogpunt beter te kunnen bewerken.

De rechtbank oordeelde in dat specifieke geval aan de hand van de feitelijke gegevens dat een niveauwijziging van maximaal 30 cm over een oppervlakte van 25 are van een perceel dat zowel voor als na de reliëfwijziging als akker gebruikt werd, gelegen is in agrarisch gebied en niet storend is in de omgeving, geen aanmerkelijke reliëfwijziging is.

In de lijn van deze rechtspraak menen wij dat er geen sprake is van een vergunningsplichtige reliëfwijziging voor het dicht ploegen van een ploegvoor tussen twee percelen. Enkel wanneer u de waterhuishouding van de verschillende percelen in het gedrang zou brengen, lijkt ons dat u een stedenbouwkundige vergunning moet aanvragen. Veiligheidshalve kunt u natuurlijk altijd navraag doen bij de dienst stedenbouw van uw gemeente.

Grenspalen

Hoewel er in uw brief geen sprake is van grenspalen, willen wij u er toch op wijzen dat het verwijderen of verplaatsen van grenspalen een misdrijf is dat strafbaar wordt gesteld met een gevangenisstraf en/of een geldboete. U doet er dus goed aan om bij het in één blok gebruiken van de verschillende percelen de grenspalen toch goed en duidelijk zichtbaar te laten.

Meer zelfs, indien de verpachters zouden kunnen bewijzen dat er voor het samenvoegen van de verschillende percelen grenspalen aanwezig waren en die zouden op het einde van de pacht verdwenen zijn, dan kan u veroordeeld worden op uw kosten de grenspalen te laten terugplaatsen en zo nodig zelfs een nieuwe afpaling te laten uitvoeren.