Startpagina Actueel

Project ‘Boer Bricoleur’ brengt l’Atelier Paysan naar België

De Belgische bioboer Klaas Ysebaert uit Avelgem sleutelt al sinds 2016 aan het ideale elektrische wiedbed, samen met drie andere telers uit Noord-Frankrijk. Het wiedbed fungeert tevens als werktuigdrager. De vier doopten hun creatie de ‘chtit-bine’, en stelden de plannen gratis ter beschikking via het Noord-Franse machinebouwcollectief ‘Atelier Paysan’. Zo kan iedereen de machine nabouwen, aanpassen en zelfs verbeteren.

Leestijd : 5 min

Waarom ging Klaas Ysebaert uit Avelgem zelf aan de slag om een machine te maken? Hij kon toch gewoon een elektrisch wiedbed kopen? “Mijn eigen ervaring is dat als iets bestaat, het dikwijls voordeliger is om het te bestellen bij een machinebouwer”, begint hij voorzichtig. “Maar de combinatie van een wiedbed en een schoffelwerktuidrager, dat bestond nog niet.”

Klaas gaf enige tijd terug samen met instructeurs van het Noord-Franse machinebouwcollectief l’ Atelier Paysan een vijfdaagse cursus rond het snijden en boren van metaal en lassen in de loods van het Proefcentrum Groenten (PCG) in Kruishoutem. Gewapend met hun nieuwe vaardigheden staken de deelnemende boeren tijdens de laatste dagen vier werkende ‘chtit-bines’ in elkaar, elk met een andere spoorbreedte, al naargelang de tractor van de toekomstige eigenaar.

De cursus past in het Interreg-microproject ‘Boer Bricoleur’. Dat project wil boeren uit de grensregio Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen opleiden om zelf hun machines te bouwen en aan te passen. “Dat is voor veel kleinschalige biologische bedrijven een betaalbare aanpak, met een resultaat volledig op maat van het bedrijf”, meent projectcoördinator Carmen Landuyt van het ‘Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting voor de biologische teelt’ (CCBT). Naast l’Atelier Paysan en CCBT zijn ook Inagro, PCG en het Noord-Franse Bio en Hauts-de-France partner van het project.

Mechanisatie op maat

Wat houdt dat in, op maat van het bedrijf? “In deze regio zijn de landbouwbedrijven die biologisch werken veelal klein of middelgroot, met veel verschillende teelten. Niet alleen de onkruidbestrijding vraagt een heel eigen en specifieke mechanisatie”, verklaart Landuyt. Klaas zelf benadrukt het belang van de combinatie wiedbed-werktuigendrager: “Kleinschalige bioboeren hebben doorgaans weinig infrastructuur om hun materiaal weg te zetten.”

De projectpartners onderzochten waar biologische boeren nood aan hebben. “Velen wilden leren lassen, om zelf hun machines te kunnen aanpassen en repareren. Uit de enquête bleek ook interesse voor de machines van l’Atelier Paysan”, licht Landuyt toe. Vóór de vijfdaagse konden landbouwers deelnemen aan twee lascursussen.

Voordelen van de ‘chtit-bine’

Klaas ontwikkelde het allereerste concept van de ‘chtit-bine’. Hij beschrijft ze als volgt: “De chtit-bine is een multifunctionele werktuigdrager. Ze werkt op een elektromotor met twee zonnepanelen en een batterij. Je kan haar op twee manieren gebruiken. Ten eerste kun je er zittend op rijden om te schoffelen. De werktuigen hangen voor je. Je ziet het werk voor je uit. Deze manier van werken vraagt weinig vermogen en gebeurt vooral bij zonnig weer, van maart tot oktober.”

“Ten tweede kun je er al liggend onkruid op wieden of plantgoed planten. Je kan er veel handwerk mee uitsparen, en sneller en ergonomischer werken.” Concreet geeft Klaas aan dat hij er mét de ‘chtit-bine’ maar half zo lang over doet om een bak slaplantjes uit te planten: “Twee keer 150 slaplantjes zetten kost me met de hand 40 minuten, met de machine 20. Ik bespaar tijd en ik moet niet met gebogen rug op mijn knieën.”

Verbeterde ‘chtit-bine’

Hoe lang kan je doorwerken met de ‘chtit-bine’? “Dat hangt ervan af welke onderdelen je gebruikt. Met een goedkope batterij kan je de hele dag doorwerken zonder zon, schoffelen kan je een uur of vier volhouden. Is er wel zon, dan laadt de batterij op terwijl je werkt.”

Is de machine al veel veranderd sinds het eerste concept in 2016? “De nieuwste chtit-bine lijkt nog op mijn concept, maar wordt beter en beter door feedback elk jaar. Een voorbeeld van zo’n verbetering is dat er nu stuuraandrijving met ketting is, of dat de hefinrichting nu ook met een hendel gebeurt. De komende winter zullen de machines sterker en wendbaarder worden.”

Hoeveel kostte zijn machine hem? Klaas: “Je moet rekenen op zo’n 3.000 euro voor de onderdelen, met een stuk slijtage van de baguetten om te lassen, van de slijpschijf...” Het kostte hem natuurlijk ook veel tijd, maar hij deed het met plezier.

‘De boerenwerkplaats’

In de plaats daarvan stelden hij en zijn mede-ontwikkelaars de plannen ter beschikking van de Noord-Franse coöperatie ‘L’Atelier Paysan’, wat vrij vertaald ‘De Boerenwerkplaats’ betekent. Landbouwers, ingenieurs en bricoleurs verenigden zich zeven jaar geleden om het zelf bouwen van machines onder landbouwers te stimuleren. Dat leidt tot een grotere onafhankelijkheid van de toeleverende industrie, vinden ze.

De leden maken ontwerpen en berekeningen, geven opleidingen en bezoeken landbouwbedrijven. Ze richten hun blik vooral op mechanisatie, maar ook stallenbouw komt aan bod. Alle ontwerpen en plannen worden vrij gedeeld onder landbouwers. Hun cursussen zijn erg populair, maar zijn zonder de Franse subsidie een dure zaak voor Belgische boeren. Daar wil het project hulp bieden. “Het komt erop neer dat we de activiteiten van ‘L’Atelier Paysan’ wilden uitbreiden naar België”, vat Landuyt samen.

Aan de slag

Aan de vijfdaagse namen elf biologische landbouwers deel. Klaas was één van de drie lesgevers, naast een medebedenker van de chtit-bine en een ingenieur van ‘L’Atelier Paysan’. Die bracht één van de mobiele ateliers mee waarmee de coöperatie werkt, zodat de loods van het PCG snel transformeerde naar werkplaats.

‘L’Atelier Paysan’ zorgde ook voor de materialen. “Zoals we hier nu werken, doen we alles in serie. Een collectieve werf kan je veel tijd besparen. Bovendien is een beetje begeleiding, zoals bij ‘L’Atelier Paysan’, heel nuttig. Het is echt de bedoeling dat je zelf metaal gaat bewerken”, waarschuwt Klaas. Landbouwers die op zichzelf een chtit-bine in elkaar willen zetten, kunnen een pakket met materiaal bestellen bij de coöperatie.

Nog veel vraag

Tijdens de demonstratiedag zijn ze nog druk bezig, maar op het einde vertrokken vier afgewerkte chtit-bines naar huis met hun nieuwe eigenaars. “Elf komen er om te leren, en vier gaan er met een machine naar huis. Dat maakt de opleiding heel nuttig. Beginnend laswerk is niet perfect, maar wel sterk genoeg voor wat wij willen maken”, kadert Klaas. “Het gaat in de eerste plaats om de vaardigheden. Vier deelnemers wilden ook echt die investering doen”, treedt Landuyt hem bij.

Het microproject loopt nog tot 30 september.

Wie geïnteresseerd is, kan terecht op www.ccbt.be/boerbricoleur. Wie zelf aan de slag wil, kan terecht op www.latelierpaysan.org.

Dorien Colman

Lees ook in Actueel

Meer artikelen bekijken