Startpagina Maïs

Een coating kiezen, een cruciale bezigheid

Tijdens de teelt vraagt maïs een bepaalde zorg. Voor een goede start is zaad met een efficiënte coating echter een must om het rendement wat te verhogen. Thiram is voor uitzaai in 2020 verboden, maar er zijn heel wat alternatieven. Een overzicht.

Leestijd : 6 min

Vroeger werd er nogal banaal met deze teelt omgegaan, maar deze situatie is nu totaal veranderd. Zowel in grondvoorbereiding, bemesting, zaaitijdstip, zaad en zaaitechniek werden we nauwkeuriger. Voor het zaaien was er een evolutie merkbaar van ‘maïsplanter’ naar ‘maïszaaimachine’. Deze zijn preciezer en gesofisticeerd, en veel beter uitgerust, bijvoorbeeld met gps afsluiting per rij, en granulaat- en meststoffeninstallaties.

Naast het belang van een goed ras wordt vanaf uitzaai 2020 het nog belangrijker de juiste coating te selecteren. Deze keuze kan het rendement namelijk veel meer beïnvloeden dan het verschil in ras.

Tot en met vorig jaar kenden we thiram als fungicidezaadcoating. Alle zaadhuizen gebruikten deze (goedkopere) actieve stof als ‘standaard’-ontsmetting. Nu heeft men keuze uit verschillende actieve stoffen als fungicidecoating. Maar er zijn wel verschillen tussen de zaadhuizen.

Deze maïs staat te dun omdat er planten wegvielen.
Deze maïs staat te dun omdat er planten wegvielen. - Foto: LVC

Coatings

Zaaizaad coaten is niet zo eenvoudig als men denkt. Allereerst moet de actieve stof gekozen worden. Echter, ook het technische aspect vraagt veel ervaring. Daarom wordt dit door gespecialiseerde bedrijven uitgevoerd die er de nodige milieukundige vergunningen moeten voor hebben.

De maïszaaitechniek bestaat erin dat vacuüm aangezogen zaaischijven met kleine openingen door een voorraad zaad draaien. In een opening past precies 1 zaadje dat door het vacuüm wordt aangezogen. Belangrijk is dus dat deze coating niet loskomt van het zaadje, niet week wordt in vochtige omstandigheden en dat er geen stofvorming ontstaat zodat de opening van dit gaatje wijzigt of dichtslibt. Anders krijgen we missers.

Chemische coatings

Thiram (TMTD) is voor de uitzaai 2020 niet meer toegelaten doordat deze actieve stof geen herregistratie kreeg van Europa. Deze tamelijk goedkope multisite-fungicide werd naast op maïszaden ook op andere zaden algemeen toegepast, vooral vanwege de sterke kiemschimmelwerende werking op Pythium- en Fusariumstammen. Door het wegvallen van deze molecule ging men op zoek naar andere moleculen die van dienst konden zijn.

Pythium-aantasting op maïsplant.
Pythium-aantasting op maïsplant. - Foto: LVC

Redigo Mais (20 g/l metalaxyl en 100 g/l prothioconazool) aan een dosis van 15 ml geschikt voor 50.000 zaden. Dit wordt door DKC, Jorion-Philip Seeds en KWS naar voor geschoven als standaardontsmetting op de meeste van hun rassen.

Metalaxyl was oorspronkelijk een aardappelfungicide, die vooral tegen valse meeldauw werd ingezet en het best gekend is onder de handelsnaam Ridomil. Het is ook gekend als groentefungicide onder de naam Folio Gold.

De actieve stof prothioconazool kennen we uit verschillende handelproducten als graanfungiciden en uit Rudis in verschillende groenteteelten.

Influx (9,7 g/l metalaxyl-M en 25 g/l fludioxonil) is dan weer de standaardontsmetting bij Limagrain en Mas Seeds. Fludioxonil is ook één van de actieve stoffen uit Switch. Maxim Quattro die 4 actieve stoffen bevat (metalaxyl-M, fludioxonil, thiabendazool, azoxystrobine) is de standaard bij Syngenta en Pioneer.

Ziram die als merknaam Korit nu veelal naar voor geschoven wordt, sluit qua werking het beste aan met de vroegere thiram als men de dosis respecteert. Voor deze behandeling wordt een meerprijs gevraagd. Er kan ook een combinatie van Korit met een ander actieve stof gekozen worden.

De graad van bescherming hangt dus af van de te verwachten kiemschimmels tijdens de kiemfase van de plant. Indien de plant na 5-6 dagen opkomt, is dit uiteraard minder belangrijk dan wanneer de kieming lang duurt. Vandaar dat diep zaaien meer risico inhoudt. Ook vroeg zaaien in koude grond houdt meer risico in.

De kans op pythium is groter op percelen die een nauwe teeltafwisseling met maïs kennen en al zeker op percelen met in de rotatie spinazie, bieten, wortelen, selder en kolen. Voor rhizoctonia zijn vooral aantastingen te vrezen indien men in de teeltafwisselingen met maïs, biet, wortel, schorseneer en bonen zit.

Pythium-aantasting op maïsplant.
Pythium-aantasting op maïsplant. - Foto: LVC

Hét vogelafweermiddel (kraaien, kauwen, bosduiven, fazant patrijs…) Mesurol verdwijnt. Naast het vogelafwerend effect heeft het middel ook werking tegen vliegenmaden zoals fritvlieg en bonenvlieg. Dit middel is wel degelijk nog erkend voor uitzaai dit jaar. Zaadbehandeling en -levering dient te gebeuren voor 3 april, maar uitzaaien mag nog het ganse seizoen. Er is dan ook nog wat behandeld zaad verkocht. Het grote probleem hier was de beschikbaarheid van het middel. De meeste zaadhuizen hadden de raad van mandataris (Bayer) gevolgd en geen voorraad aangehouden aangezien verwacht werd dat er geen toelating meer ging komen voor uitzaai 2020 in Europa. Naast Mesurol (methiocarb) kennen we ook nog Sonido (thiacloprid) en Force (tefluthrin) als coatings insecticiden.

Putjes, ontstaan door vogels die maiszaad roofden.
Putjes, ontstaan door vogels die maiszaad roofden. - Foto: LVC

Sonido is zeer aan te raden bij uitzaai in percelen waar men een ritnaalden- en emeltendruk verwacht, zeker na meerjarig of permanent grasland. Vanaf het eerste jaar tot meerdere jaren na het scheuren van grasland kan men een hoge druk verwachten.

Force beschermt het zaadje tegen alle ondergrondse belagers waaronder ritnaalden en bonenvliegmaden. Deze zaden worden best niet dieper dan 4 cm gezaaid om de werking te behouden. Hetzelfde molecule is recentelijk ook erkend als granulaattoepassing. Het vogelafwerend effect dat een zaadhuis aan dit molecule toeschrijft is echt nihil te noemen.

Biostimulantiacoatings

Naast het coaten van zaden met chemische componenten gaat men ze ook meer en meer coaten met zogenaamde biostimulantia. Dit is een verzamelnaam voor allerhande producten die de plant extra sterkte en bescherming geven in de kiemfase. Ook meststoffen kunnen in kleine hoeveelheden een positief effect hebben op deze fase en als coating op zaad nuttig zijn.

Humifirst is een complex van humus- en fulvozuren die uit het natuurelement leonardiet worden geëxtraheerd. Die maken meer gebonden elementen toch vrij zodat deze door plantenwortels in hogere concentraties kunnen opgenomen worden. Zeker voor fosfor is dit een niet te onderschatten effect. Het werkt dus groei bevorderend. Initio Bird van KWS en Lumbio Kelta van Pioneer bevatten dit product als zaadcoating. Maar het kan ook op meststof verkregen worden.

Granulaten

Sherpa 0.8 GR (0,8 % cypermethrin) kreeg vorig jaar al een erkenning aan 12 kg/ha in de zaairij. Tegen ritnaalden en maïswortelboorder is dit zeker een aanwinst. Ook kregen we nu de erkenning van Force (trefluthrin) granulaat erbij.

Zak Sherpa-granulaat
Zak Sherpa-granulaat - Foto: LVC

Dit granulaat komt in 2 vormen op de markt. De eerste is Force Evo (0,5% trefluthrin), erkend aan 16 kg/ha in de zaairij tegen ritnaalden en aan 20 kg voor maïswortelboorder en met 1 toepassing per teelt. De tweede is Force 1.5 gr (1,5% trefluthrin,) erkend aan 12,2 kg/ha in de zaairij tegen bodeminsecten met 20 m bufferzone. Deze mag slecht één keer op 36 maanden gebruikt worden.

De verdeling van deze weinig mobiele moleculen is cruciaal voor de goede werking. Het monteren van karperstaarteindstukken op de machine helpt hierbij: zo komt het granulaat over een bredere zone rond het zaad te liggen. Ook het nieuwste systeem om deze in de grond te blazen in plaats van aan de zwaartekracht over te laten, heeft zeker een positief effect.

Meststoffen en micro (granulaat) meststoffen

Naast coatings en granulaten kan men ook meststoffen meegeven tijdens de zaai. Deze worden dan naast, maar meestal onder de zaairij in de grond gebracht. Op deze meststoffen kan men eveneens biostimulantia aanbrengen, zoals bijvoorbeeld de hierboven beschreven Humifirst die op de rijenbemesting ‘MaïsPower’ zit. Deze meststof bevat 17 eenheden stikstof, 8 eenheden fosfor en verder ook nog boor en zink per 100 kg.

Om aan de steeds strengere eisen te voldoen, brengen meerder producenten nu ook fosforvrije (P free) maïsstarters op de markt. Eigenlijk schiet men hier, door de strengere wetgeving, echt het doel voorbij.

Naast meststoffen die men aan dosissen in de grootteorde van 100 à 300 kg/ha toedient, kunnen ook geconcentreerd granulaat geformuleerde meststoffen die aan 10 a 30 kg/ha worden gedoseerd via aangepaste granulaatdoseertoestellen. Voordeel zijn de ergonomische dosissen. Nadeel is dat er dan geen granulaten extra gegeven kunnen worden. Ook vloeibare rijenbemestingssystemen bestaan, maar raakten in maïs op de achtergrond.

MAP 6 niet milieubewust

Het nieuwe MAP 6 is hier totaal niet milieubewust. Aangezien in dit MAP de klemtoon op kunstmest gelegd wordt, betekent dit dat we ons dienen aan te passen. Echter, we doen dit in een slechte milieukundige richting: alle stikstofhoudende producten gelijk waarderen is milieukundig fout.

Rijenbemesting en bladvoeding verdienen een uitzondering. Men kon hierin ook, naar analogie met de dierlijke mest, onderscheid maken naar inhoud en toepassingsmethode.

Rijenbemestingstechnieken die mineralen direct in de grond brengen: aan exacte dosissen, zeer nauwkeurig op de gewenste plaats in diepte en positionering ten opzichte van plant of zaad zonder overlapping, verdienen een aparte benadering van de wetgever.

Stikstof als bladvoeding geven, levert gemiddeld een 4 keer betere benutting op en zorgt voor minder reststikstof.

Ook deze producten verdienen aanbeveling in plaats van afstraffing.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Maïs

Meer artikelen bekijken