Startpagina Biolandbouw

Tienerdroom om biologisch te boeren uitgewerkt

Tijs Boelens is een man met een visie én een gefundeerde mening. Hij zet zich in voor het Boerenforum naast de noeste arbeid op zijn eigen biologisch bedrijf, de Groentelaar uit Pepingen nabij Halle.

Leestijd : 9 min

In het Pajottenland telen Tijs en vennoot Sander Van Haver op 2 ha samen met seizoensarbeiders biologische groenten op een duurzame manier met veel aandacht voor smaak en versheid op het tempo van de seizoenen. Afzet verloopt via de korte keten via lokale handelaren, horeca, groentepaketten of een marktkraam.

De coronacrisis heeft nagenoeg geen invloed op zijn bedrijf. Dit komt omdat hij voor een ander landbouwmodel koos, dat door kleine veranderingen meer veerkracht bezit.

Hoe ben je ertoe gekomen om je eigen biologisch akkerbouwbedrijf op te starten? Wat is jouw ‘drive’?

Ik groeide op in een landschap waar de link tussen landbouw en natuur nog redelijk logisch was. Het Pajottenland van mijn jeugd had nog veel kleine bedrijven en het landschap was dooraderd met haagkanten en beekjes. Ik was een buitenjongen, een natuurmens en voor mij hoorde landbouw daarbij. Ik wou elke dag buiten kunnen werken en zag de boeren rondom mij dat doen. Ik wou dus boer worden. Doorheen mijn tienerjaren is mijn landbouwdroom zich steeds meer gaan richten op die biologische sector. Niet alleen vond ik dat die landbouwtak meer zorg draagt voor de natuur, ik vond ook dat de mens er beter in past. Een eerlijker loon, minder blootstelling aan gevaarlijke producten… Dat zinde me wel. Een sociale en een ecologische bewogenheid brachten me dus dicht bij de biologische landbouw.

Van waar had je de (teelttechnische) kennis om dit te doen?

Met een droom als boer heb ik veel als seizoensarbeider gewerkt. En daarnaast las ik veel en spreek ik veel met collega-boeren. Op het vlak van teelttechnische kennis is mijn hoofd een spons. Ik onthou makkelijk en veel. Ik voel vaak ook aan wat er wordt bedoelt. Je moet de bodem niet alleen snappen, je moet hem ook aanvoelen. Ik kan dat (na 15 jaar in de sector) nog steeds niet zo goed als mijn oudere (vaak gangbare) collega's, maar dat heeft soms ook te maken met ongeduldigheid in het voorjaar... waardoor ik toch dat tikkeltje te vroeg aan een grondbewerking begin. Vaak voel ik dan wel aan dat het niet klopt en achteraf zie je dat ook. Al de kennis die je opdoet bij collega's moet je dus ook nog eens zelf beginnen toepassen. Ik merkte bijvoorbeeld op dat mijn echte leerschool pas begon toen ik mijn deeltijdse job opgaf en voltijds boer werd. Doen = leren... Zo worden alle jongeren in boerengezinnen écht goede boer(inn)en.

Met uitzondering van de wiedeg, is iedere machine van de Groentelaar voorzien van een snelkoppeldriehoek. Zo kan snel, veilig en meermaals per dag van machine verwisseld worden.
Met uitzondering van de wiedeg, is iedere machine van de Groentelaar voorzien van een snelkoppeldriehoek. Zo kan snel, veilig en meermaals per dag van machine verwisseld worden. - Foto: TD

Hoe pak je het praktisch aan? Van waar haal je de akkers?

Momenteel huren we al onze gronden, van particulieren of van collega's. Die collega's zijn zelf ook aan het omschakelen naar bio. Aangezien zij akkerbouwmatige teelten zoals grasklaver en granen (maïs, gerst-triticale …) doen, proberen wij mee te roteren met hen. We moeten die dingen wel nog eens op punt zetten, maar dit is het tweede jaar op rij en voor ons is dat echt prachtig. Een bodem ligt zeer groentevriendelijk na enkele jaren grasklaver! Het is wel een verschrikkelijke uitdaging om gronden te vinden... Moesten we meer biologische bedrijven in onze omgeving hebben zou dat de zaken sterk vergemakkelijken.

Je stond niet alleen aan de wieg van ‘de Groentelaar’. Wie stapten mee in het verhaal?

We begonnen ooit met zijn vijven. Seppe was biologische rundveehouder en dan 4 keer het jong geweld: Lies (werkzaam bij Landwijzer vzw en bloementeeltster in het Gentse), Lieven, Sander en ik. We hadden allemaal de ‘duurzame landbouw’-vibe te pakken gekregen bij de JNM (Jeugdbond voor Natuur en Milieu) en we wilden eraan beginnen. Lies, Lieven en Seppe begonnen elk met een eigen bedrijf/verhaal. Sander en ik gingen voort als magisch duo. We zijn heel andere persoonlijkheden, maar dat maakt ons veel krachtiger en verstandiger op bedrijfsniveau. Momenteel wordt ons team terug aangesterkt. Vorig jaar namen we een vroegere chef-kok, Lode Dalle, in dienst als voltijdse arbeidskracht. Dit jaar hebben we nog 3 vaste vennoten die toetreden (Julien, Tom en Anna). Zij hebben hun eerste Groentelaarperiode als seizoensarbeider doorzwommen, maar wilden meer. Ze wilden geen 'chef' die zei wanneer ze wel en niet mochten werken, maar ze willen mee aan het roer staan. Daardoor kan ons bedrijf nu verder groeien. Iets intensievere teelten uitproberen, directe verkoop opstarten en mankementen uit onze boerderij halen… Zonder hen was dat niet mogelijk. En achter de schermen staan er nog heel wat seizoensarbeiders die voor kortere of langere periodes kwamen/komen helpen.

Hoe pak je het aspect ‘personeel’ aan? Hebben zij jaarrond hun werk? Hoe zit de taakverdeling in elkaar?

Personeel komt neer op ‘ieder autonoom in zijn werkveld’. Sander managet echt De Groentelaar. Bij hem komen de vragen van hoeveel loon en hoeveel seizoensarbeid, maar ook welke investeringen en welke teelten voor hoeveel geld.

I edereen gaat dus regelmatig bij hem te rade wanneer ze iets nodig achten. Verder probeer ik zoveel mogelijk de kennis die ik reeds vergaarde te delen, maar laat ik ook ruimte voor een nieuwe aanpak. Dat is zeker niet altijd makkelijk, maar ik heb geen zin om overal als een broedse kip bovenop te blijven zitten. Delen en vooruit gaan, dromen en doen... Zoiets.

W elke teelten zitten in het aanbod? Hoe moeilijk is het om deze via de biologische wijze te verbouwen? Zijn er teelttechnische problemen die nog niet beheersbaar zijn?

We telen echt bijna alles. Strikt genomen vallen de teelten uiteen in 2 categorieën: tuinbouwmatig en akkerbouwmatig. In de akkerbouw roteren we op grotere percelen met kolen, knolselder, prei en rode biet. De andere groenten zoals ajuin, wortel, bloemkool en pompoen halen we bij collega's uit de buurt. In die akkerbouw roteert ook graan mee. Dat zijn speciale oude rassen die we zelf op tuinbouwmatig niveau vermeerderen.

In het tuinbouwmatige telen we verschillende slasoorten, andijvie, groenlof, roodlof, venkel, courgettes, paprika, busselui, aardbei, rabarber, rucola, peterselie, radijs…

Op kleine schaal worden oude tarwerassen vermeerderd.
Op kleine schaal worden oude tarwerassen vermeerderd. - Foto: TD

Ik denk dat in de biologische landbouw momenteel alles lukt. Je moet gewoon op zoek naar robuuste rassen. Niet de opbrengstvolumes zijn van belang, maar vooral de opbrengstzekerheid. Een voorbeeldje daarin zijn onze appelaars. Tussen onze groentepercelen planten we momenteel hagen van appelaars. We kiezen daar voor oude rassen die zonder al te veel extra zorgen een mooie productie hebben. Geen Jonagolds maar Reinette Hernaut bijvoorbeeld. In Gembloux hebben ze al onze oude rassen eens 'gescreend' op gebruiksvriendelijkheid in bedrijven zoals het onze. Aan hun lijst hebben we erg veel. De Jonagolds hebben we momenteel trouwens al in het verkoopsaanbod dankzij Danny Billens uit Oetingen, met die oude rassen verbreden we het aanbod in de regio. Bio is samenwerken he! (lacht)

Telen jullie naast groenten nog fruit of houden jullie dieren?

Fruit is dus sinds kort opgestart bij wijze van 'akkermeubilair', de rabarber-fruitboomrijen moeten de droge noord-oostenwinden of de droge zomerbries wat bufferen. Bovendien hopen we met de bladval de mineralenniveaus in onze grond nog wat op te krikken. Sander begon verder met kippen. Dit jaar is het een try-out, maar binnenkort gaan we met een mobiele kippenstal aan de slag. Dan worden eventuele grasklaverpercelen wat extra gevaloriseerd. Herkauwers hebben we momenteel niet. Dat is een zwak punt, maar we overbruggen dat door goed samen te werken met collega-boeren uit de regio. Hilde en Seppe van bioboerderij Dubbeldoel zijn daarin een logische alliantie, maar ook daar: hoe meer, hoe beter.

Merk je dat de extremere weersomstandigheden bijvoorbeeld heet of droog versus nat een grotere of juist kleinere impact hebben op je biologische bedrijfsvoering?

Biologisch telen heeft het grote voordeel van die robuuste rassen en een humusrijke grond. Wij merken grote verschillen op tussen percelen waar vroeger weiland was of eerder maïs-akker. Ook de stukken waar al 10 jaar biologisch op wordt geteeld zijn een droom. Maar bio alleen is niet genoeg. Er is een nood om meer te doen. Wij zijn nu aan de slag met die bomenrijen, maar eigenlijk zouden al de boeren (bio of niet) terug bomenrijen en haagkanten in het landschap moeten trekken. Op die manier komt er tijdens hete zomermaanden weer meer waterdamp in de lucht te zitten en verhoogt dat de kans op regenbuitjes. En dan kan je nog een tikkeltje verder gaan in een heuvelachtig landschap als het onze. Door bomenrijen mooi op de hoogtelijnen aan te leggen, voorkom je in de winters of na onweders al te veel uitstroom en erosie. Het water wordt door die bomenrijen in de grond 'gedwongen'. Die waterreserves zijn tot maanden erna merkbaar. Dat is echte agro-ecologie. Je moet echt de grens bio-gangbaar overschrijden en je moet met hele regio's vooruit. Samenwerking en kennisdelen is de sleutel tot succes. In een scenario waar we meer houtkanten creëren, geven die ook weer kansen voor jongeren die aan de slag zijn met hout, fruit of – nog lekkerder – ciders en sappen.

De Treffler wiedeg is het modernste stuk materiaal op het erf van de Groentelaar. Ze is op de groei gekocht, maar helpt nu ook de collega biolandbouwers.
De Treffler wiedeg is het modernste stuk materiaal op het erf van de Groentelaar. Ze is op de groei gekocht, maar helpt nu ook de collega biolandbouwers. - Foto: TD

Mechanisatie in bio is heel belangrijk. Hoe zit dit op jullie bedrijf?

We hebben een bedrijf dat zeer low-cost is. Niet omdat we ervan dromen, maar omdat we niet worden gesteund door grote budgetten of een goed overheidsbeleid. Elke frank die hier binnenkomt moet hier in twee worden gebeten. Om die reden werken we met de simpelste schoffels (2 en 3 rijïge achter de tractor). In onze wiedeg hebben we wat meer geïnvesteerd. Die is op de groei gekocht, maar dient ook om collega-boeren uit het granennetwerk (bio en gangbare boeren die granen produceren voor lokale brouwerijen). Op die manier kunnen ze de machine is uittesten en hun ervaringen delen. We kochten ook een plantmachine om het schoffelen en wiedeggen nog strakker te kunnen aanpakken, maar al bij al blijft het eerder low-cost. Belangrijkste factor blijft vakmanschap... alle dure machines ten spijt. Agro-ecologie en bij uitbreiding biologische landbouw, het is vooral kennis-intensief.

Hoe pakken jullie de biodiversiteit op het bedrijf aan?

Onze bomenrijen worden soms opgefleurd met bloemenranden. Waar mogelijk planten we ook hagen aan. Af en toe laten we uitgeoogste teelten in bloem gaan om exrtra bestuivers en natuurlijke vijanden aan te trekken. Soms schieten we voor die natuur ook eens in eigen voet. Een groenbemester met boekweit en zonnebloemen mag voor ons blijven bloeien en met zaden de winter ingaan. Dat geeft een prachtspektakel aan bloemen en akkervogels. De lente erna heb je dan wel meer ongewenste kiemers, maar het oog en het boerenhart wil ook wat hé. We doen dit om onze boterham te verdienen, maar die geelgorzen en die kneus, die zien we ook graag.

Was het moeilijk om klanten te vinden?

We merken op dat Vlaanderen een tandje moet bijsteken. Heel veel mensen zijn hard op zoek naar gezonde voeding, maar de biologische sector wordt te weinig ondersteund. De kracht van de verandering zit niet in megabedrijven met een anonieme bioproductie voor één of andere verwerker. Kleine bedrijven maken voedsel voor de mensen terug een tastbaar gegeven dat vertrouwen schenkt. De burger wil terug weten wat hij/zij eet en wij kunnen dat heel mooi tonen.

Doe je naast ecologische inspanningen ook sociale en/of maatschappelijke acties of andere?

Met het Boerenforum ben ik zeer actief en proberen we voortdurend boerderijen, generaties en sectoren met elkaar te verbinden. Ook proberen we het brede publiek te wijzen op de risico's van vrijhandelsakkoorden en steunen we de consument die ‘stemt met haar vork’. In het Brusselse verkopen we veel van onze productie aan (kleinere) biowinkels. Om die reden zie ik het Brusselse sociaal middenveld ook als een plek waar ik mijn verhaal kwijt kan. Ik steun acties van groepen die met landbouw en voedsel bezig zijn, ik overleg met sociale organisaties en zit samen met groepen uit de ecologische beweging om hen een reality check te geven van het gezonde boerenverstand (knipoog). Met onze recent opgestarte verkoop van pakketten in het platteland rondom ons bedrijf heb ik een heel nieuwe groep mensen die ik meeneem in de avonturen van de biologische landbouw. De respons is enorm dankbaar. Niet alleen komen tv-koks (Sofie Dumont) bij ons hun hart ophalen, we zetten ook prachtige samenwerkingsverbanden op poten. Momenteel is een groep Halse klimaatactivisten met ons aan het samenwerken om onze pakketten ook voor maatschappelijk kwetsbare groepen toegankelijk te maken. Boeiend en prachtig.

Wil je zelf nog iets kwijt?

Met de kleine stappen die je op bedrijfsniveau zet, wordt je leven en je regio echt een boeiende, mooie plaats. Laat ons daar allemaal voor gaan!

Tim Decoster

Lees ook in Biolandbouw

Granennetwerk van Brouwerij 3 Fonteinen wint BioVLAM

Akkerbouw Op 23 september werd de BioVLAM uitgereikt aan Brouwerij 3 Fonteinen voor het lanceren van een biogranennetwerk in het Pajottenland. Deze award, een initiatief van de biosector in samenwerking met VLAM, bekroont een gepassioneerde en innovatieve bio-ondernemer.
Meer artikelen bekijken