Nieuwe middelen en spuitstrategieën ontdekken bij Bayer

Voor de vakpers werkte Bayer een coronaproof bezoek uit. Andreas Vandersmissen, uit het support team Agri van Bayer leidde ons uiterst vakkundig rond.

Fabulis OD

Een nieuwigheid op het proefplatform van Bayer dit jaar is de groeiregulator Fabulis OD in granen. De actieve stof hiervan, namelijk prohexadione, is al gekend in de markt. Als pluspunten worden aangehaald dat het erkend is voor alle graanteelten en in tegenstelling tot sommige andere middelen op de markt zorgt Fabulis voor homogeniteit in het gewas. Nog een groot pluspunt is de flexibiliteit in toepassing, zowel wat betreft het toepassingstijdstip als de dosering.

Aardappelen

In de aardappelteelt werd de nieuwe bescherming tegen aardappelmoeheid, Velume Prime, gedemonstreerd. Andreas Vandersmissen benadrukt dat het veel meer is dan een aaltjesverhaal. Dit middel heeft tot doel een gezonde omgeving te creëren voor de aardappelplant zodat kwaliteitsverlies en opbrengstderving door intensief aardappelen te telen wordt ondervangen. Het is een vloeibare formulering die vollevelds met de spuitmachine kan toegediend worden of via rijenbehandeling. Volgens Vandersmissen is de toepassing steeds rendabel in rotaties van 1 op 4 of minder.

Nog in de aardappelen lag er een onkruidbestrijdingsproef aan omdat we in deze teelt toch met enkele moeilijke onkruiden geconfronteerd worden, zoals melganzenvoet, zwarte nachtschade, maar ook doornappel. Die laatste vormt een steeds groter probleem en de afnemende industrie wil het niet hebben omwille van de giftigheid. Vermoedelijk is de opkomst van doornappel te linken aan warmere temperaturen. Het is een snelle groeier en een onkruid dat blijft kiemen en blijft groeien. Als het aardappelloof op het einde van de teelt verdwijnt, kan doornappel terug hergroeien. Hierom is een hoge middelendosering belangrijk, om nawerking te hebben.

Als spuitadvies geeft Bayer de combinatie van Artist en Challenge aan. Hiermee worden al goed melganzenvoet en grassen bestreden. Naast de 3 actieve stoffen uit voornoemde middelencombinatie moet afhankelijk van de verwachte onkruiden nog op zoek gegaan worden naar een vierde actieve stof om een volledig onkruidspectrum te bestrijden.

Onkruidbestrijding graan

In de graanteelt werd ook de inzet van voorjaarsherbiciden bekeken. Dit jaar is opmerkelijk omdat we in het voorjaar maar laat op het veld konden, door de natte bodemomstandigheden. De onkruiden stonden dan veelal ook al wat groter. “Belangrijk is om de dosering van het herbicide aan te passen in functie van het stadium van het onkruid”, benadrukt Andreas. Drie factoren zijn voor hem van belang voor het welslagen van de onkruidbestrijding: ten eerste het stadium van het onkruid, ten tweede de middelendosering en ten derde de partners die in het schema zitten.

Bij Bayer schuiven ze hun Sigma-assortiment naar voren omdat er hier producten zijn volgens een verschillende formulering en op basis van de actieve stof mesosulfuron. Dit is sterk tegen grassen zoals duist, windhalm, straat- en raaigras. Omwille van de systemische werking van de middelen is er voldoende luchtvochtigheid nodig.

Vandersmissen haalt aan dat met dezelfde spuitoplossing enkele dagen vroeger of later behandelen een verschil kan maken. “Het onkruid kan snel groeien en als er te laat of onder gedoseerd wordt, kan het wel eens een ‘net niet-verhaal’ worden. De middelen werken, daar kan je zeker van zijn. Maar je moet de dosering afstemmen op het stadium van het onkruid en in functie van de aanwezige onkruidflora ga je de partners juist moeten bepalen.”

Ziektebestrijding gerst

De actieve stof chloorthalonil valt weg, de fytowereld buigt zich dan ook over de vraag hoe we dit verlies kunnen opvangen. Bayer legde op zijn platform in Houtain-Le-Val dan ook meerdere objecten aan. Een voorname conclusie die ze trekken is om tijdens de T1-bladbehandeling ergens eind april hun fungicide Fandango Pro in te zetten. De strobilurine in het middel brengt veel bij naar de netvlekkenziekte. Ook de actieve stof prothioconazole zorgt voor versterking.

Om een goede korrelvorming te hebben bij gerst is het belangrijk ze nog eens te behandelen in het stadium dat het laatste blad volledig ontrold is. Hier adviseert Bayer middelen uit zijn Xpro-gamma. Andreas Vandersmissen geeft aan dat dankzij deze producten een breed pallet aan ziekten in de aar bestreden kan worden. Denk zo aan ramularia, dwergroest, blad- en netvlekkenziekte. De bixafen zorgt voor nawerking. Vermoed wordt dat het alternatief voor chloorthalonil technisch gezien minder sterk zal zijn. De juiste variëteiten kiezen en tijdig behandelen zal in de toekomst dus zeker belangrijk zijn.

Tarwe gezond houden

In de tarweteelt ligt een fungicidenproef aan met behandelingen op verschillende tijdstippen. Opmerkelijk door de droogte en stress stond de tarwe midden mei soms al in de aar, waar dit anders ergens begin juni is. Op het demoplatform van Bayer werd de tarwe dan ook in de aar gespoten op 27 mei met producten uit het Xpro-gamma. In het tweede knoopstadium, op 3 mei gespoten, is het zoeken naar alternatieven voor epoxiconazool en chloorthalonil bevattende middelen, want dit zijn actieve stoffen die verdwijnen. Andreas Vandersmissen geeft aan dat we dus genoodzaakt zijn om sterke molecules te gaan hanteren. In de T1 in tarwe schuift Bayer Kestrel en Fandago Pro naar voren. Door de hoge dosis prothioconazole hebben we een voordeel naar septoria, gele roest en voetziekten. Andreas duidt er ook op om de dosis te handhaven. Dit zowel omwille van de anti-resistentie strategie als omwille van de nawerking.

Maïs

In de maïsteelt lag een uitgebreide proef aan voor de onkruidbestrijding. Dit zowel om de positionering van middelen na te gaan als om de strategie tegen moeilijke zomergrassen te evalueren en om te kijken welke nawerking er is. De 2 voor de hand liggende spuitstrategieën zijn ofwel een voor-opkomst toepassing gevolgd door een correctie gericht naar de onkruiden die er staan of een vroege na-opkomst toepassing. Vroeg spuiten betekent selectiviteit naar de maïs toe plus hem de kans geven om flink door te groeien.

In de voor-opkomst toepassing wordt het middel Adengo naar voor geschoven. In de na-opkomst zijn middelen op basis van tembotrione (zoals Laudis), sterk naar moeilijke grassen, melde, melganzenvoet. Middelen op basis van thiëncarbazone, bijvoorbeeld producten uit het TC Max gamma zijn sterk op klassieke grassen, panicum soorten, veelknopigen, kamille, haagwinde, veenwortel, aardappelopslag. Deze middelen zorgen naast een contactwerking ook voor bodem- en nawerking.

Tim Decoster