Startpagina Veeteelt

Grootscheepse oproep tot onderzoek van effecten van dieren in onze omgeving op de volksgezondheid

Een breed veld van professoren, onderzoekers, beleidsmakers... hebben een open brief gericht aan de ministers De Block, Demir, Crevits en Beke om de effecten van dieren in onze omgeving op de volksgezondheid te onderzoeken. Er worden 10 actiepunten vooropgesteld.

Leestijd : 4 min

In het licht van de corona uitbraak werden enkele onderzoeksrapporten uitgebracht die de relatie tussen virusuitbraken en dieren in onze omgeving in kaart brengen”, stellen de onderschrijvers van de oproep. “De conclusie is dat door de toename van de wereldbevolking en in relatie hiermee de verhoogde contacten met wilde dieren, gezelschapsdieren en intensief gekweekte nutsdieren het risico op virusoverdracht van dier naar mens (zoönose) en van mens naar dier (omgekeerde zoönose) verhogen.”

“COVID-19 is een voorbeeld van een virus dat door de verhoogde contacten met wilde dieren overgebracht is naar de mens. Het influenzavirus is een voorbeeld van een virus dat van mens naar dier en van dier naar mens kan overgaan. ​Professor Rottier​, hoogleraar virologie aan de Universiteit Utrecht, kaartte -net als de Nederlandse onderzoeksgroep ‘Veehouderij en Gezondheid Omwonenden’ (VGO)- eerder het gevaar van veehouderij in relatie tot de volksgezondheid aan.”

Conceptnota strandde

“Ook Vlaanderen wordt gekenmerkt door een grote densiteit aan dieren, met bijbehorende risico’s. In 2017 plaatste de West-Vlaamse Milieufederatie het ontbreken van Vlaams onderzoek naar de gezondheidseffecten voor omwonenden op de agenda met een ​literatuurstudie​ waarbij de meest recente onderzoeken werden gebundeld. Een vervolgonderzoek​, in opdracht van de Provincie West-Vlaanderen en uitgevoerd door ILVO, kwam tot de conclusie dat specifiek voor de Vlaamse context te weinig gegevens beschikbaar zijn om betrouwbare uitspraken te doen. ILVO riep op tot het verder definiëren van onderzoeksvragen. Er kwam een aanzet met een conceptnota voor onderzoek, maar die strandde bij gebrek aan middelen en onvoldoende draagvlak bij de werkgroep. Het bleef daarna stil, terwijl de onrust bij de omwonenden niet is verdwenen.”

Naast het risico op overdracht van pathogenen bij contact met dieren zijn er specifiek aan de intensieve veehouderij nog bijkomende risico’s verbonden, stellen de onderschrijvers. “Ook fijn stof , endotoxinen, geurhinder en antimicrobiële resistentievorming houden een potentieel risico of een bewezen gezondheidseffect in. Daarom hebben we ons verenigd in een coalitie van (dieren-) artsen, academici en NGO’s, waarmee we oproepen om in Vlaanderen niet langer blind te blijven voor deze potentiële gezondheidsrisico's.”

10 actiepunten

1. Stel een werkgroep samen die zich toelegt op het definiëren van de onderzoeksvragen en opzetten en uitvoeren van dit onderzoek vanuit het One Health-principe. Maak hier de gepaste onderzoeksbudgetten voor vrij. Stel een transparante stuurgroep met gezondheidsprofessionals en middenveld actoren samen om dit proces op te volgen en voorzie hiervoor de nodige middelen.

2. Breng de densiteit van wilde, gezelschapsdieren en nutsdieren lokaal in kaart en koppel deze aan de densiteit van bewoners. Koppel de reeds gekende densiteit van nutsdieren aan een gradiënt voor expositie rekening houdend met aantal/aard/afstand dier-omwonende.

3. Breng de circulatie van pathogenen (virussen, bacteriën, parasieten) bij mens en dier (wild, gezelschapsdieren en intensief gekweekte nutsdieren) in beeld met de bedoeling een inschatting te kunnen maken van zoönosen en omgekeerde zoönosen.

4. Onderzoek de mogelijkheden om de circulatie van nieuwe pathogenen bij mens en dier zo snel mogelijk op te sporen, genetisch te identificeren en te controleren. Draaiboeken dienen hieromtrent opgesteld te worden.

5. Voer onderzoek naar het mogelijke effect van nabije veestallen op het microbioom neus en darm van omwonenden en de werknemers actief in deze sector.

6. Voer in het bijzonder ook onderzoek naar de welzijns- en gezondheidseffecten van geurhinder op omwonenden.

7. Breng de risico’s van fijn stof, endotoxinen, resistente schimmels en bacteriën op lokale en regionale schaal in kaart.

8. Organiseer de afstemming tussen zowel de Vlaamse, Waalse en Europese onderzoekers. In het bijzonder de onderzoekers van de VGO in Nederland. Betrek daarnaast ook het middenveld, om de agenda van het Vlaamse onderzoek gestalte te geven.

9. Voer het voorzorgsprincipe in binnen de milieu-effectenrapportage (MER) en baseer deze op de conclusies uit bovenstaand onderzoek. Neem mens en gezondheid op als sleuteldiscipline in het MER.

10. Voer een actieve bevraging uit van mensen in de buurt van stallen, om beeld te krijgen van de de zorgen, klachten en werking van de huidige mitigerende maatregelen.

De oproep wordt ondertekend door:

● Prof. dr. Hans Nauwynck, Laboratorium voor Virologie, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent

● Prof. dr. Benoit Nemery de Bellevaux, Respiratoire Aandoeningen en Thoraxheelkunde, KU Leuven

● Prof. dr. Hans Keune, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Universiteit Antwerpen

● Prof. dr. Koen De Schrijver, Epidemiologie en sociale geneeskunde, Departement arbeidsgeneeskunde, Universiteit Antwerpen.

● Prof. dr. Myriam Dumortier, Faculteit bio-ingenieurswetenschappen, departement milieuwetenschappen Universiteit Gent en Instituut voor natuur en bosonderzoek

● Prof. dr. Kevin Ariën, eenheid virologie, Instituut voor tropische geneeskunde Antwerpen

● Prof. dr. Herwig Leirs, departement biologie, evolutionaire ecologie, Universiteit Antwerpen

● Prof. dr. Katrien Lagrou, Laboratorium Klinische Bacteriologie en Mycologie, Universitair ziekenhuis Leuven

● Prof. dr. Tim Nawrot, Centrum voor Milieukunde, Universiteit Hasselt en Departement voor maatschappelijke gezondheidszorg en eerstelijnsgeneeskunde, KU Leuven

● Prof. dr. Erik Verheyen, departement Biologie, Evolutionaire Ecologie en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.

● Dr. Dirk Van Renterghem, pneumoloog, pneumoloog-oncoloog, AZ Sint-Jan Brugge

● Dr. Anton Buytaert, preventieadviseur en arbeidsgeneesheer

● Prof. dr. Jan Orbie, bestuurder EVAvzw

● Danny Jacobs, directeur Bond Beter Leefmilieu

● Antoine Lebrun, CEO WWF België

● Katty De Wilde, coördinator West Vlaamse milieufederatie

● Marc Joolen, directeur dierenartsen zonder grenzen

● Valerie Del Re, directeur Greenpeace Belgium

● Walter Rycquart, algemeen directeur Natuurpunt.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Veeteelt

Doordacht maaibeheer: waar let ik op?

Akkerbouw Er zijn dit jaar grote verschillen in grasstand waar te nemen tussen verschillende percelen. Dat is niet verwonderlijk, gezien de grote verschillen in beheer, waartoe we gedwongen werden door deze zeer natte winter en door de natte voorjaarsperiode.
Meer artikelen bekijken