Startpagina Economie

Belgische landbouwministers over nieuw GLB: meer steun jonge landbouwers, respect verschil gewesten

De Belgische landbouwministers zijn tevreden over de uitkomst voor een nieuw GLB. “Wij hebben voldoende sterke instrumenten gevraagd om de verduurzaming van onze land- en tuinbouwbedrijven te versnellen”, aldus de Vlaamse landbouwminister Hilde Crevits (CD&V). “Daarnaast is het essentieel dat we de jonge landbouwers voldoende kunnen ondersteunen om onze land- en tuinbouw in Vlaanderen op lange termijn te vrijwaren.” Vlaanderen en Wallonië krijgen binnen het akkoord de ruimte via een eigen koers te komen tot EU-doelstellingen.

Leestijd : 3 min

Na 2 dagen onderhandelen hebben de 27 Europese ministers van Landbouw en Visserij een standpunt ingenomen over het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouw Beleid (GLB). Het standpunt is voor de Raad de basis voor haar onderhandelingen met het Europees Parlement en de Europese Commissie. De bedoeling is dat het nieuwe GLB in 2023 van kracht wordt. Dat GLB moet een veerkrachtige landbouwsector opleveren, die de voedselzekerheid garandeert en, de inspanningen op vlak van milieuzorg en klimaatactie versterkt, samen met het sociaal-economisch weefsel van de plattelandsgebieden.

Vlaams minister Hilde Crevits, Waals minister Willy Borsus en federaal minister David Clarinval legden tijdens de Europese Raad in Luxemburg in naam van ons land gezamenlijk een aantal belangrijke krachtlijnen op tafel die volgens hen in het voorstel van de Europese Commissie te weinig aan bod kwamen. België vroeg bijvoorbeeld voldoende aandacht voor jonge landbouwers.

Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits benadrukt dat de Raad van Europese landbouwministers in haar standpunt heeft opgenomen dat lidstaten instrumenten kunnen voorzien om jonge landbouwers aan te trekken tot het beroep maar ook om hen actief te ondersteunen tijdens hun bedrijfsvoering. Daarnaast werd ook de mogelijkheid ingevoegd om landbouwers die hun bedrijf moeten aanpassen aan nieuwe wettelijke normen op vlak van milieu bijvoorbeeld langer te ondersteunen.”

België heeft daarnaast ook gepleit voor voldoende instrumenten om bedrijven die hun verdienmodel willen aanpassen of veranderen, te ondersteunen. “Hier wordt nu de mogelijkheid voorzien om meer steun toe te kennen voor opleidingen en bedrijfsadviezen.”

Steun waar die nodig is

België toonde zich ook voorstander van een eerlijkere verdeling van de steun onder de landbouwers. Met andere woorden: meer geld naar actieve boeren en minder naar ‘pensioenboeren’ of grootgrondbezitters. Daartoe heeft België de mogelijkheid gevraagd en gekregen om het maximum aantal hectaren toe te passen op het niveau van de leden van rechtspersonen en groepen van natuurlijke personen, zoals momenteel mogelijk is.

België heeft ook aangedrongen op de noodzaak om de marktinstrumenten in geval van een crisis te actualiseren. Volgens ons land zijn ze nu niet afdoende. De recente crises tonen aan dat er een absolute noodzaak is om de marktondersteuningsmechanismen te versterken.

Waals en Vlaams beleid

Tot slot heeft België ook de toestemming gekregen om in Vlaanderen en Wallonië het gemeenschappelijk landbouwbeleid vorm te geven van een eigen regionaal strategisch plan. België is het enige land waar de uitvoering van het Europese landbouwbeleid 100% door de gewesten gebeurt en er geen federale coördinatie meer is. België vroeg Europa respect te tonen voor deze interne bevoegdheidsverdeling en Europa is daarop ingegaan. Federale minister van Landbouw David Clarinval: “Het was voor ons heel belangrijk dat deze nieuwe visie op het gemeenschappelijk landbouwbeleid in lijn bleef met de realiteit van ons land.”

Een realiteit waarbinnen Vlaanderen vooral een hoogtechnologische, intensieve en exportgerichte landbouw nastreeft, en de Waalse landbouw zich kenmerkt door een focus op extensieve, ecologische en local-for-local productie.

Jan Cees Bron

Lees ook in Economie

Meer artikelen bekijken