Startpagina Schapen

Hoe hittestress voorkomen?

Het PCKH, het Praktijkcentrum voor Kleine Herkauwers (schaap, geit, hert), organiseert elk najaar voorlichtingsvergaderingen. Omwille van Covid-19 werd dit jaar de traditie echter onderbroken en werd recent een webinar georganiseerd omtrent hittestress. Dit onderwerp werd uitvoerig toegelicht door dr. Bert Driessen, docent aan KU Leuven en onderzoeker gespecialiseerd in dierenwelzijn. De figuur en de foto’s bij dit artikel zijn ook genomen uit zijn presentatie.

Leestijd : 6 min

Iedereen heeft de mond vol van klimaatverandering. We noteren de jongste jaren niet alleen een algemeen hoger temperatuurniveau, maar we zien jaar na jaar ook diverse hittegolven ontstaan met dagtemperaturen die de 35 °C overstijgen. Voor onze regio’s is dit een nieuw fenomeen. Wij werken voor de diverse diersoorten met hoogproductieve rassen, die wat moeilijker dan normaal kunnen functioneren bij dergelijke hoge temperaturen. Tegelijk is dierenwelzijn een hot item en in extreme omstandigheden nemen ook de klachten toe.

Regeling lichaamstemperatuur

Een schaap is een homeotherm dier, dat wil zeggen dat het zijn lichaamstemperatuur constant probeert te houden, wat de omgevingstemperatuur ook is. Concreet moet de som van eigen warmteproductie en warmteopname uit de omgeving gelijk zijn aan het warmteverlies. Een schaap eet ruwvoeder en tijdens het verteringsproces ontstaat warmte. Wanneer het schaap in de zon loopt, dan neemt het warmte op, en het dier moet de geproduceerde warmte samen met de opgenomen warmte terug kwijtraken. Warmte gaat verloren door contact met een koeler oppervlak, door evaporatie (zweten en verdamping via de ademhaling) of/en door uitstraling naar de omgeving.

Op een temperatuurschaal van bijvoorbeeld -40 °C tot +40 °C is er voor elke diersoort een lage kritische temperatuur en een hoge kritische temperatuur (LCT = Lower Critical Temperature, UCT = Upper Critical Temperature) (zie figuur). Tussen deze temperaturen (LCT en UCT) zal het dier zonder grote moeite zijn lichaamstemperatuur op peil kunnen houden. Boven de UCT begint de lichaamstemperatuur op te lopen en moet het dier alles in het werk stellen om extra warmte af te geven aan de omgeving. Bij temperaturen lager dan de LCT moet het dier extra warmte produceren om zijn lichaamstemperatuur te handhaven. Alleen bij extreme koude is dit niet meer houdbaar en sterft het dier aan onderkoeling.

Figuur 1: De kritische lichaamstemperatuur is verschillend voor elke diersoort (LCT = Lower Critical Temperature, UCT = Upper Critical Temperature)
Figuur 1: De kritische lichaamstemperatuur is verschillend voor elke diersoort (LCT = Lower Critical Temperature, UCT = Upper Critical Temperature)

Hittestress

Hittestress is afhankelijk van de omgevingstemperatuur, maar ook van de luchtvochtigheid. Beide elementen worden in een (wat ingewikkelde) formule (Marai et al. 2007) opgenomen om de temperatuurvochtigheidsindex (THI) te berekenen. Is de THI < 22,2, dan is er geen hittestress. Tussen 22,2 en 23, is de stress gematigd, tussen 23,3 en 25,6 spreekt men van sterke hittestress en hoger dan 25,6 is er extreme hittestress. Ook windsnelheid en zonneradiatie spelen bij hittestress echter een rol en zijn niet in de index opgenomen.

Wat gebeurt er als de temperatuur boven de hoge kritische drempel uitstijgt? Om maximaal warmte kwijt te raken treedt er vasodilatatie (verwijden van de bloedvaten) op in de huid, verhoogt de ademhaling en de hartslag en is er meer bloedtoevoer naar de huid en minder bloed naar het maagdarmstelsel. Het dier zoekt schaduw, drinkt meer, en eet minder ruwvoeder. Niet alle dieren zijn even gevoelig. Dieren met hoog metabolisme (melk producerend of drachtig) zijn gevoeliger. Sterk gespierde rassen hebben meestal een kleinere longinhoud en moeten meer moeite doen (hijgen) om warmte af te geven. Scheren bij grote hitte kan tot problemen met zonnebrand leiden. Tijdig scheren van de dieren is dus aangeraden. Er is de meeste verdamping en het meeste warmteverlies bij hitte wanneer de wollengte zo’n 2 cm is. Dieren met een witte vacht warmen minder (snel) op dan dieren met een donkere vacht, maar dieren met een witte vacht zijn eerder gevoelig aan zonnebrand.

Gevolgen op langere termijn

In extreme gevallen kan het dier sterven als de lichaamstemperatuur te lang te hoog blijft. Over het algemeen nemen de dieren echter minder ruwvoeder op. Dat leidt tot minder groei en/of minder melkproductie. Grote hitte is ook nefast voor de vruchtbaarheid van de ram. De spermakwaliteit gaat omlaag en het kan 4 tot 6 weken duren vooraleer dat hersteld is. Een hitteperiode kort voor of tijdens de dekperiode kan dus vrij nefaste gevolgen hebben op de productiviteit van de kudde in het volgende geboorteseizoen. Bij drachtige ooien kan grote hitte ook meer embryonale sterfte veroorzaken en de lammeren die geboren worden zijn meestal iets lichter. In bepaalde gevallen leidt hittestress ook tot klauwproblemen.

Gedrag van de dieren bij hitte

De dieren hebben een verhoogde ademhalingsfrequentie en hijgen met open muil. In de kudde staan ze met de kop omlaag en zoeken ze beschutting in elkaars schaduw. Over het algemeen staan ze meer recht, ze worden trager, drinken meer en nemen minder ruwvoeder op. Overdag rennen ze naar beschutting. Ze grazen enkel ‘s morgens vroeg en tegen de avond aan.

Hijgende dieren bij grote hitte
Hijgende dieren bij grote hitte

Regelgeving

De wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren stelt: iedere persoon die een dier verzorgt of te verzorgen heeft, moet de nodige maatregelen nemen om het dier in overeenstemming met zijn aard, zijn fysiologische en ethologische behoeften, zijn gezondheidstoestand en zijn graad van ontwikkeling, aanpassing of domesticatie, aangepaste voeding, verzorging en huisvesting te verschaffen.

De jongste jaren staat het aspect dierenwelzijn hoog op de agenda en is het ook een gevoelig thema voor het brede publiek. De politiek heeft hier dan ook sterk op ingespeeld. De dienst Dierenwelzijn en de politie treden dan ook geregeld op bij klachten of vaststellingen van overtredingen. Zo worden ongeschoren schapen bij grote hitte weleens in beslag genomen.

Preventieve maatregelen op de weide

Elke schapenhouder heeft het goed voor met zijn dieren. Op vlak van dierenwelzijn betekent dat dat er bij warm weer gezorgd wordt voor beschutting en voor vers en proper water.

De wateropname van volwassen dieren ligt tussen 4,5 en 7 l per dag. De drinkbakken moeten geregeld nagezien worden, er moeten voldoende drinkpunten zijn, waterkuipen moeten geregeld bijgevuld worden. Ook de waterkwaliteit is belangrijk. Waterreservoirs in volle zon worden lauw, dat moet voorkomen worden door deze tanks in de schaduw te plaatsen. De drinkwatertemperatuur moet lager blijven dan 25 °C. Ook het geregeld reinigen van kuipen is een must, want op warme dagen ontwikkelen algen zich hier graag overvloedig in. Het drinkwater moet vers, fris en van goede kwaliteit zijn.

Beschutting als bescherming tegen hitte en zon is noodzakelijk en de beschikbare beschutte ruimte moet in verhouding staan tot het aantal dieren op de weide. Bomen en struiken, schuilhokken, schaduwdoeken, of een platte wagen op de wei kunnen voor schaduw zorgen. Schuilhokken moeten voldoende hoog zijn om luchtcirculatie mogelijk te maken, maar mogen ook niet als oven functioneren als ze te laag zijn en niet de aangepaste dakbedekking hebben.

Wat de regelgeving in verband met bouw van schuilhokken op de wei betreft : deze mogen maximaal een oppervlakte hebben van 40 m² per aaneengesloten groep van percelen. In agrarisch gebied is geen vergunning nodig, met volgende beperkingen: gemakkelijk verwijderbare wanden (hout), maximum 3 m hoog en minstens aan één zijde open.

Op hittedagen is het niet aangeraden om behandelingen uit te voeren zoals scheren, vaccineren, transport, spenen of klauwverzorging. Desnoods kan men ‘s morgens vroeg of in de late avond bepaalde behandelingen uitvoeren.

Maatregelen op stal

Het is belangrijk om bij warm weer geen overbezetting aan dieren te hebben. Uitloop is wenselijk, naast het creëren via open gordijnen, deuren en vensters van een luchtsnelheid van 2,5 m/sec. Geregeld uitmesten van de stallen en niet te dik instrooien wordt aangeraden. Ventilatoren moeten tijdig in werking gesteld worden. Voor wat het voeder betreft, kan je het best extra structuur via het voeder geven en ook vooral in de warmte broei voorkomen, dus tweemaal voederen per dag.

Besluit

De klimaatopwarming zorgt de jongste jaren voor steeds toenemende hitteperiodes. Dat zijn moeilijke periodes zowel voor mens als dier. Het is belangrijk dat we in deze periodes onze dieren goed observeren, maar ook dat we de nodige preventieve maatregelen nemen. Het is zonder meer wenselijk om in elke weide voldoende bomen aan te planten, zodat de dieren voldoende schaduw vinden in de warme dagen. Bij jonge aanplant dienen de stammen beschermd te worden tegen het afpellen van de schors door de dieren. En bomen aanplanten moet in deze periode van het jaar gebeuren. Anderzijds is steeds fris drinkwater voorzien een tweede must. Hittestress voorkomen is goed voor onze dieren, voor ons bedrijf en voor ons imago als sector.

André Calus

Lees ook in Schapen

Mooie Belgische finale van de Ovinpiades 2023

Agribex Wat in 2019 begon met een voorzichtige toenadering vanuit de Waalse schapensector naar Vlaanderen, groeide uit tot een volwaardige wedstrijd voor jonge schapenherders met een Belgische finale op Agribex in Brussel.
Meer artikelen bekijken