Voor en na vergunning ageren
Uit deze complexe wetgeving kunt u als buur twee belangrijke rechten putten. Enerzijds kunt u tijdens een openbaar onderzoek bezwaar indienen tegen een voorgenomen bouwwerk en anderzijds kunt u nadat een vergunning is verleend, beroep instellen tegen de toegekende vergunning. Dit beroep kan zowel administratief zijn, waarbij u gewoon bij de administratieve hogere overheid vraagt de aanvraag op nieuw te beoordelen of het beroep kan jurisdictioneel zijn, waarbij u zich tot de gespecialiseerde rechter, de Raad voor Vergunningsbetwistingen, wendt.
Daarnaast behoudt u steeds ook nog uw mogelijkheid om op grond van het algemeen recht de burgerlijke rechtbank te vragen uw subjectieve rechten als eigenaar te beschermen.
Openbaar onderzoek
Een eerste belangrijk recht dat u
Uit uw brief menen wij te kunnen afleiden dat de gemeente een openbaar onderzoek heeft gestart. In dat geval zal ter plaatse een affiche moeten worden opgehangen met de mededeling dat er een openbaar onderzoek wordt gevoerd. Bovendien moeten, indien de aanvraag betrekking heeft op een perceel met een kadastraal nummer, de eigenaars van alle aanpalende percelen voor de aanvang van het openbaar onderzoek door het gemeentebestuur bij een ter post aangetekende brief of bij een individueel bericht tegen ontvangstbewijs in kennis worden gesteld van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsaanvraag.
Een openbaar onderzoek moet minstens 30 dagen duren en binnen die periode kunnen alle belanghebbenden hun opmerkingen en bezwaren tegen het voorgenomen bouwproject kenbaar maken bij de instantie die het openbaar onderzoek organiseert (meestal de gemeente). Hoewel de meeste gemeente vragen dat de bezwaren aangetekend worden verstuurd, volstaat eigenlijk ook een verzending per gewone post of afgifte op het gemeentehuis. Zelfs mondeling zouden bezwaren kunnen worden geuit volgens het voormelde Besluit van de Vlaamse Regering. Om bewijsproblemen te vermijden is het wel beter om ofwel uw bezwaar per aangetekende post in te dienen of een ontvangstbewijs van uw bezwaar te vragen.
Goede ruimtelijke ordening
Inhoudelijk wordt in een bezwaarschrift best aangehaald waarom u vindt dat de betreffende electriciteitscabine niet vergund mag worden. Om echt kans op slagen te hebben probeert u best argumenten te zoeken die kunnen doorwegen in de beoordeling door de vergunningverlenende overheid. Art. 4.3.1 VCRO legt deze criteria vast. Een vergunning wordt volgens dit artikel geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met een goede ruimtelijke ordening of met de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken.
Het aangevraagde bouwwerk wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van een duurzame ruimtelijke ordening.