
Het groeiseizoen vervroegen
Gibberellinen komen van nature voor in planten en in gras versnellen ze de celdeling en vergroten ze de celstrekking. Dat zorgt voor langere bladeren en stengels. In andere teelten zoals druiven worden ze al langer gebruikt. Eens de bladeren voldoende ontwikkeld zijn, is er voldoende aanwezigheid van gibberellinezuur in de plant. Ook bij oudere bladeren is er voldoende gibberellinezuur aanwezig in de plant, maar dit wordt op dat moment niet meer gebruikt voor extra groei.
Het is in de beginfase, bij een beperkt blad en bijgevolg een beperkte fotosynthese dat gibberellinezuur de beperkende factor kan zijn. Extra gibberellinezuur verschaffen, levert op die momenten snel extra groei op.
In landen zoals Nieuw-Zeeland, Australië, de VS, Chili en sinds kort ook Nederland is men al langer aan de slag met groeiregulatoren in gras. In Nieuw-Zeeland zouden deze al gebruikt worden op 15 tot 20 procent van het areaal.
Groeiregulatoren werken op alle grassoorten, maar ze werken zeker ook op alle onkruiden, zeker als die veel bladoppervlak hebben waar groeiregulatoren op kunnen terechtkomen. Dat is een bijkomend argument om onkruidbestrijding in grasland ernstig te nemen.
Wat producten zoals SmartGrass concreet verwezenlijken is het vervroegen van het groeiseizoen. De groeicurve gaat vroeger omhoog. Daar kunnen groeiregulatoren een meerwaarde bieden. Het maakt ze erg geschikt voor boeren die nog maïs na gras willen planten. “Een toepassing bij een lengte van 10 tot 15 cm is ideaal. Het kan ook prima tussen de twee en zeven dagen na het maaien”, aldus Paul van der Kooij. Wanneer er echt kort gemaaid wordt (5cm), zal het eerder richting de zeven dagen gaan.
Gras moet kunnen groeien
Groeiregulatoren kunnen de groei versnellen, maar het zijn geen wondermiddelen. “Het is géén meststof”, beklemtoonde de heer van der Kooij. “Het weiland moet al een goede voedingstoestand hebben en mag niet onder stress staan. Er mag geen droogte of nachtvorst zijn. Temperatuur en vochtigheid moeten er zijn. Het gras moet kunnen groeien”, aldus Paul van der Kooij.
Geen verdunningseffect
Meer gras dus met dezelfde nutriënten, maar dat betekent volgens Nufarm niet dat er een ‘verdunningseffect’ is. “We zien een hogere opbrengst in vers product, maar geen lager drogestofgehalte of geen lager eiwitgehalte. Je krijgt dus op een seizoen meer drogestof per ha.” Voorwaarde is wel dat er op tijd gemaaid wordt. Wie het gras te lang laat staan, verliest zijn voorsprong in vergelijking met onbehandelde percelen. “Wanneer raaigras het vijfde blad aangemaakt heeft, begint het onderste blad al af te sterven. Wees er op tijd bij”, hamerde Paul van der Kooij erop. Ook proeven uitgevoerd door Universiteit Gent in 2015 vonden een wezenlijke meeropbrengst einde winter en na de eerste snede. Misschien even interessant in die proeven is dat er ook een effect onder de grond gevonden is. “Tot 30 % meer wortels vonden ze”, aldus Nufarm.
“Op de snede waarop je het toepast, pak je zonder twijfel de grootste winst, al zal er met de betere beworteling wellicht ook een nawerking zijn”, stelde de heer van der Kooij.
Winst pakken op 4-5 weken
Die noodzaak om op tijd te maaien, blijkt ook uit de praktijkervaringen die Nufarm bij 39 deelnemende veehouders opdeed. Met een grashoogtemeter werd de opbrengst bepaald. Bij percelen behandeld met Nugrass werd vooral na vier weken tot bijna 500 kg ds/ha extra gevonden. Het grootste effect is te zien vier tot vijf weken na toepassing. Dat effect verminderde na 5-6 weken, om daarna helemaal weg te deemsteren. Ongeveer acht weken na toepassing is er geen bijkomend effect meer.
SmartGrass is vloeibaar en moet een goede verdeling op het blad kennen. Dat maakt het moeilijker combineerbaar met vloeibare stikstof, dat net zo weinig mogelijk op het blad terechtkomt. Wel is het mengen met bladmeststoffen mogelijk, maar dat is nog geen courante praktijk. Nufarm adviseert voor SmartGrass een dosering van 20 gr/ha, met een waterhoeveelheid van 300 liter per ha. In Nederland wordt er ook een uitvloeier toegevoegd voor een betere werking, maar in België is die nog niet voor die toepassing erkend.
De boeiende rol van auxines
Naast groeiregulator SmartGrass heeft Nufarm nog een groeistof in haar gamma, weliswaar met een heel ander doel. Onkruidbestrijders voor in gras Cirran en Buttress behoren tot de phenoxies, een synthetische variant op auxines.
Auxines zijn groeistoffen die ook van nature aanwezig zijn in planten. Het zijn groeistoffen die zich in de groeipunten bevinden. Zonlicht breekt die groeistoffen af, waardoor de cellen aan de schaduwzijde van de plant sneller groeien dan aan de zonnezijde, waardoor de plant richting de zon groeit.
En er valt nog meer boeiends te vertellen over auxines. Bij een kunstmatige overmaat aan auxines groeien de planten zo snel dat ze de voedingsstoffen niet op tijd aangevoerd krijgen en zichzelf in een mum van tijd letterlijk doodgroeien. Vooral breedbladigen hebben hier last van; grassen en granen bijna niet. “Zij hebben een waslaag die hen beschermt en daarenboven worden de groeistoffen afgebroken door enzymes in deze gewassen”, aldus Patrick Piessens van Nufarm. Dat maakt ze tot prima selectieve onkruidbestrijders.
In de praktijk zijn het geen auxines, maar hun synthetische tegenhangers, de phenoxies, die hiervoor ingezet worden. Deze zijn stabieler en worden al meer dan 50 jaar ingezet. Ze kunnen ingezet worden vanaf midden uitstoeling tot het tweedeknoopstadium. Ze zijn veilig voor onder andere graan, gras, maïs, erwten... “Bijkomend voordeel is dat phenoxies ingrijpen in zowel het plantmetabolisme, de eiwitsynthese, de celdeling als het transport van voedingsstoffen. Dat maakt ze relatief weinig vatbaar voor resistentieontwikkeling en verklaart waarom ze al 50 jaar meegaan”, aldus de heer Piessens. Toch is ook het advies van Nufarm om een tankmix te gebruiken van verschillende groepen. Ook moeten de phenoxies gebruikt worden bij groeizaam weer van minstens 12°C en een luchtvochtigheid van meer dan 70%.
Onkruidbestrijding rendabele investering
In heel wat grasland wordt er weinig of niet aan onkruidbestrijding in gras gedaan. De nadelen zijn simpel, en laten zich ook becijferen. Onkruid heeft een lager drogestofgehalte dan gras, bevat minder VEM en DVE, heeft minder structuurwaarde en de verteerbaarheid is ook lager. “Goed grasland levert 12 ton drogestof per ha per jaar op, terwijl grasland met onkruid blijft steken op 10 ton. Vermenigvuldig dit met een waarde van 0,23 euro per kg drogestof en je komt aan een extra waarde van 460 euro aan extra opbrengst per ha”, zo becijferde Patrick Piessens. “Je mag daar het daaropvolgende jaar nog eens de helft bij optellen, zodat je tot een extra opbrengst van in totaal 690 € per ha komt. Reken je een kostprijs van de onkruidbestrijding van 100 euro – wat al heel duur is – dan kom je nog aan een duidelijke winst. Wat houdt een boer tegen om niet te spuiten”, vroeg hij zich af. Nog los van het financiële voordeel, zijn sommige onkruiden ook giftig, kunnen ze de smaak en geur van het grasland beïnvloeden en is bestrijding soms nog altijd wettelijk verplicht (distels).
Cirran en Buttress
Heel concreet heeft Nufarm de producten Cirran en Buttress als toepassingen in het gamma. Cirran bevat de synthetische auxinen MCPA en 2,4-D. De MCPA wordt opgenomen via het blad en kan zich van daaruit goed in de plant verspreiden. De 2,4-D wordt opgeslagen in de groeipunten, waardoor er een goede werking is op doorlevende wortelonkruiden. Daarnaast wordt de 2,4-D ook gedeeltelijk via de wortels opgenomen. Cirran laat zich ook prima combineren met Bovix of Primstar.
Buttress is naast weiland ook op luzerne gericht. Het is een product op basis van 2,4-D. Buttress kan in weiland aan een dosis van 4,0 l/ha gebruikt worden in combinatie met een middel op basis van MCPA (bvb. 0,5 – 0,75 l/ha U 46M750). Het is dan ideaal voor jong grasland en heeft een brede werking op alle eenjarige breedbladige onkruiden. In bestaand grasland kunnen de dosissen verhoogd worden voor een snellere en bredere werking. Dit kan zo nodig nog aangevuld worden met een extra middel tegen zuring. Voor luzerne kan het middel in de lente toegepast worden, maar wordt het vooral aangeraden voor in de zomer en herfst, van zodra de groei hernomen is.