Het is weer zover. We zitten in ‘de zes donkere weken’, de drie weken voor en na Kerstmis waarin de dagen het kortst zijn en de donkere koude nachten zeer lang. De periode van het jaar waarin de dagen nauwelijks open en weer toe gaan. En wat is er dan gezelliger dan een mooi versierde en verlichte kerstboom, symbool van de herlevende natuur, om die donkere dagen toch wat sfeer en warmte mee te geven?
De kerstboom neemt in ons huidige kerstfeest een centrale plaats in. Toch is deze spar historisch niet gelinkt met Kerstmis. Al lang voor de geboorte van Christus werden er bomen versierd en vereerd. Verschillende heidense volken gebruikten bomen om kwaad af te weren of om kracht aan te ontlenen. De Germanen versierden omstreeks de winterse zonnewende een groene den, of takken ervan, met licht en geschenken, symbolen van nieuw leven en vruchtbaarheid.
De kerstboom zoals wij die nu kennen ontstond pas in de 16e eeuw in Duitsland. Lange tijd konden alleen de rijken zich een gedecoreerde spar veroorloven. In de 19e eeuw verspreidde het gebruik zich onder de brede lagen van de bevolking. De Katholieke kerk slaagde erin om dit heidens ritueel van bomenverering in te passen in de traditie van het kerstfeest, maar eigenlijk gaat het plaatsen van een groenblijvende boom een stuk verder terug naar de viering van de winterzonnewende (24 december)
Gezaagd, met kluit of in pot?
Wie een kerstboom in huis haalt heeft graag dat die zo lang mogelijk fris blijft en geen naalden verliest. Van groot belang voor het behouden van de naalden is de manier waarop de kerstboom opgekweekt wordt en de manier van rooien.
Potgekweekte bomen zijn het meest duurzaam. Deze planten worden verkocht met een intact wortelgestel en indien ze voldoende water krijgen (dagelijks water geven zodat de kluit nooit uitdroogt) verliezen ze praktisch geen naalden. Deze bomen kunnen, mits de nodige zorgen, na de kerstdagen in de tuin uitgeplant worden en het jaar erop opnieuw dienstdoen als kerstboom. Vaak worden ook potgedrukte kerstbomen te koop aangeboden. De kwaliteit van deze bomen is vergelijkbaar met deze in kluit en is vaak minder goed dan de kwaliteit van de potgekweekte. Om teelttechnische redenen worden alleen kleinere kerstbomen in pot gekweekt.
Bij bomen met wortelkluit kan men de kwaliteit bepalen aan de hand van de kwaliteit van de kluit. Een strakke kluit die goed vast zit aan de boom, zonder door te hangen, geeft aan dat de boom één of twee jaar voor het rooien werd rondgestoken. Op die manier worden de wortels gesnoeid en ontstaat er een uitgebreid wortelgestel van fijne worteltjes. Als zo een kerstboom ingepot in de huiskamer terecht komt, kan hij voldoende water opnemen om de kerstperiode zonder al te veel naaldval door te komen en kan hij nadien nog in de tuin worden uitgeplant.
Bomen met een loszittende of doorgezakte wortelkluit zijn voor het rooien niet rondgestoken. Het wortelgestel van zo'n boom bestaat uit enkele grovere wortels die niet in staat zullen zijn voldoende water op te nemen wanneer ze als kerstboom in de huiskamer terechtkomen, waardoor de takken al vlug naalden verliezen. Bij deze bomen is de kans op hergroei na de kerstdagen zeer gering.
Gezaagde bomen of bomen met blote wortels (zonder aanhangende grond) zullen in de huiskamer al vlug hun naalden gaan verliezen. Deze bomen zijn wel geschikt voor het versieren van straten en pleinen (door de lage buitentemperatuur is de verdamping gering en zullen de naalden minder vlug loslaten) of voor een kortere periode binnenshuis.
Een spar (Picea) of een zilverspar (Abies)?
De coniferen die bij ons algemeen gebruikt worden als kerstboom, komen uit de geslachten Picea en Abies.
Picea of sparren:Het geslacht Picea telt 34 soorten. Het zijn prachtige, 30 tot 50 m hoge bomen met een mooie piramidale kroon. Sparren kunnen vrij veel schaduw verdragen, in bosbouw aanplanting staan ze vaak zo dicht op elkaar dat ze alleen in de top nog een groen kroontje bezitten. Ze groeien best op een lichte, niet te natte grond en wortelen van nature vrij oppervlakkig.
Picea abies of fijnspar is de enige echte oorspronkelijke kerstboom. De traditie van het plaatsen van een kerstboom ontstond in Pruisen (Duitsland-Polen) waar deze spar inheems was. De 2 cm lange naalden van deze plant zijn glimmend groen van kleur en scherp gepunt, zoals bij de meeste soorten uit het geslacht Picea. In de natuur wordt deze spar tot 50 m hoog en is daarmee de hoogste inheemse Europese boom. Wie deze boom na de kerstperiode in de tuin aanplant doet dit dus best op een geschikte plaats. In de onverwarmde woningen van eertijds was deze in het wild groeiende spar een ideale kerstboom. In de huidige moderne woningen die dag en nacht verwarmd worden is hij weinig naaldvast maar hij wordt wel vaak gebruikt om, als gezaagde boom, winkelstraten te versieren.
Picea omorika of Servische spar dankt haar naam aan haar oorspronkelijke, zeer beperkte verspreidingsgebied langsheen de rivier de Drina in het grensgebied van Servië en Bosnië. Als sierboom is deze spar met zijn elegant doorbuigende takken vaak toegepast in Europa en Noord-Amerika. Hij wortelt dieper en is beter bestand tegen luchtverontreiniging dan de fijnspar. De jonge naalden zijn grasgroen en kleuren later op het seizoen donker- tot blauwgroen, aan de onderkant zijn de naalden zilverwit van kleur. Deze spar wordt vaak verkocht als “blauwe” kerstboom en is, indien goed verzorgd (regelmatig water geven) wat naaldvaster dan de fijnspar.
Abies of zilverspar:Het geslacht Abies bestaat uit een 50-tal soorten. De zilversparren komen voor in zowel gematigde klimaatgebieden als in extreem koude gebieden en geven, in tegenstelling tot de andere Pinaceae, de voorkeur aan rijke bodems en een hoge luchtvochtigheid. Bij Abies soorten staan de takken vrij regelmatig horizontaal in kransen rond de stam (etage vormend) waardoor ze reeds als jonge boom het typische uiterlijk hebben van een perfect gevormde “kerstboom”. De naalden van Abies soorten zijn meestal stomp, waardoor ze zacht aanvoelen. Hoewel Abies een trage jeugdgroei kent in vergelijking met de Picea soorten en dus uiteindelijk ook duurder is in opkweek, zijn ze de laatste jaren als kerstboom aan een stevige opmars bezig.
Abies nordmanniana is de Latijnse naam van de populaire Nordmann, een spar die met zijn donkergroene, glanzende naalden de nieuwe klassieker is onder de kerstbomen. De kleinere bomen worden vaak aangeboden als potgekweekte plant. Vanwege zijn beperkte wortelgestel worden grotere bomen meestal verkocht als gezaagde kerstbomen, maar zelfs dan blijven de naalden goed aan de takken zitten.
Abies koreana:De dicht op elkaar geplaatste donkergroene naalden hebben een zilvergrijze onderzijde en geven deze spar een extra decoratieve waarde. Deze spar vormt reeds op prille leeftijd kegels en vaak zijn “grotere kerstbomen” van deze soort te herkennen aan deze kegels.
En nu vlug op zoek naar een mooi exemplaar. Omdat kerstbomen opgekweekt worden uit zaad is er een grote verscheidenheid aan 'modellen', gaande van lange smalle tot korte dikke. Kortom, voor elk wat wils.