
Zo werd in onderzoek waarbij data van 2012-2013 werden gebruikt, een gemiddelde speenleeftijd van 23,5 dagen waargenomen in België (variërend tussen 19,0-28,0), 24,0 dagen in Frankrijk (variërend tussen 19,5-34,5), 24,4 dagen in Duitsland (variërend tussen 19,3-32,6) en 35,1 dagen in Zweden (variërend tussen 28,0-49,0). Het minimum lag op 19 dagen in België. Het gebruikte weeksysteem heeft vaak een grote invloed op de speenleeftijd. In figuur 1 zijn gemiddelde speenleeftijden per weeksysteem weergegeven, afkomstig uit een onderzoek uitgevoerd in 2014 in België.
De wetgeving
In de EU zijn er minimale welzijnseisen voor varkens (EU directive 2008/120/EEC). Hierin staat over de speenleeftijd het volgende beschreven: “Biggen mogen niet worden gespeend voordat zij 28 dagen oud zijn, tenzij het welzijn of de gezondheid van de zeug of van de biggen anders in het gedrang komen. Biggen mogen evenwel ten hoogste zeven dagen vroeger worden gespeend wanneer zij naar gespecialiseerde voorzieningen worden gebracht die volledig worden leeggemaakt en grondig worden gereinigd en ontsmet vóórdat een nieuwe groep wordt binnengebracht en die gescheiden zijn van de voorzieningen waar zeugen worden gehouden, dit alles om het overdragen van ziekten op de biggen zoveel mogelijk te beperken.”
Kortom, spenen moet eigenlijk volgens de wetgeving gebeuren op of na 28 dagen leeftijd. Enkel bij uitzondering mag er gespeend worden op 21 dagen, mits daarvoor de juist omstandigheden gecreëerd worden. Spenen vóór 21 dagen leeftijd is nooit toegestaan.
Invloed op de big en op de productieresultaten?
Bij het spenen zijn er twee grote veranderingen voor een big: verandering van het dieet en stress door het spenen. Normaal zal een big van een zeug met een normale/goede melkproductie alleen maar melk drinken in de eerste 13-15 dagen van haar leven en weinig tot geen voeder opnemen. Als we dus spenen op drie weken leeftijd dan heeft een big ‘maar’ één week om te wennen aan de overschakeling van melk naar het nieuwe voeder. Terwijl bij een big normaal juist in de periode tussen drie en vier weken leeftijd de opname van voeder sterk verhoogt. Daarbij komt ook nog eens dat een oudere big vaak veel efficiënter nutriënten kan opnemen omdat het darmstelsel verder uitgerijpt is.
Wanneer we spenen gaat dit voor het big gepaard met stress omdat er veel zaken veranderen:
• verlies van maternale bescherming, de big krijgt vanuit de moedermelk geen afweerstoffen meer,
• verandering van omgeving,
• mengen met andere biggen,
• verandering van dieet en eetgedrag.
Biggen die op drie weken gespeend worden maken ook vocaal meer frequent geluid (roepen/huilen) na het spenen (3,6 keer/min) in tegenstelling tot biggen die op vier weken gespeend worden (2,3-2,9 keer/min). In
Relatie met het antibioticumgebruik
In de hierboven reeds beschreven studie waarin varkensbedrijven in België, Frankrijk, Duitsland en Zweden werden vergeleken, werd ook gekeken naar het antibioticumgebruik in de totale periode van geboorte tot slachten van een big.
Bedrijven die biggen op een jongere leeftijd speenden, gebruikten vaak meer antibiotica van geboorte tot slachten. Het idee hierachter is wederom dat bij spenen op latere leeftijd het big meer robuust en weerbaarder is. Ze zal dus minder vatbaar zijn voor ziekmakende kiemen, waardoor er minder antibiotica nodig zullen zijn. In de Scandinavische landen is de speenleeftijd vaak hoger en deze landen zijn volgens het European Surveillance of Veterinary Antimicrobal Consumption rapport ook de laagste gebruikers van antibiotica in Europa (ESVAC, 2018).
In een zeer recent project in Vlaanderen werkten 16 varkensbedrijven in een tijdsspanne van ongeveer negen maanden aan een reductie van het antibioticumgebruik. Zeven bedrijven konden in deze periode zelfs het overgrote deel van hun varkens volledig antibioticavrij (van geboorte tot slacht) aan het slachthuis leveren. Opmerkelijk was dat deze zeven bedrijven een gemiddelde speenleeftijd van 26 dagen hadden, ten opzichte van een gemiddelde speenleeftijd van 23 dagen bij de negen bedrijven die hun antibioticumgebruik reduceerden. Ook hieruit blijkt dus dat speenleeftijd een belangrijke invloed heeft op het antibioticagebruik.