Van structurele marktversterkende maatregelen kwam weinig terecht. Vandaag liggen prijzen op 30 cent of erboven. Het huidige prijsniveau dekt voor de meeste boeren de productiekosten. Van een acute melkcrisis zoals in 2009 is geen sprake, maar van een sluimerende crisis zeker wel. De prijs van vandaag dekt misschien de kostprijs, maar alleen als melkveehouders een inkomen accepteren dat niet past bij de uren die ze draaien en de verantwoordelijkheid en risico’s die ze nemen.
Landbouwer zijn, is op zichzelf geen recht en een terugkeer naar marktregulering lijkt onrealistisch. De melkprijs is ook afhankelijk van hoe sterk je afnemer presteert in de markt. Feit is dat de Belgische coöperaties op dit moment te regelmatig een prijs uit de markt halen die minder goed is dan die in omringende landen. Aan landbouwers zelf de taak de coöperaties in dit opzicht scherp te houden.
Maar het is wel de taak van de overheid te zorgen dat marktwerking marcheert. Op dit moment worden in het mededingingsrecht maar twee doelen nagestreefd: een lage prijs en een voldoende divers aanbod voor de consument. De positie van de leverancier ten opzichte van de afnemer is onderbelicht.
Naast de structureel te lage beloning, speelt de toegenomen volatiliteit op de markt ons parten. Sinds de afschaffing van het melkquotum in 2015 gaan prijzen veel harder op en neer dan voorheen. Hier kan de overheid landbouwers helpen de markt beter te doorgronden, opdat ze er beter op kunnen inspelen. De eigen verantwoordelijkheid komt hier ook om de hoek kijken. Een moderne melkveehouder is eigenlijk verplicht zich ook te informeren over de markt en indien mogelijk een potje opzij te zetten voor mindere tijden dan wel instrumenten voor prijsrisicobeheersing (zie p. 20) te onderzoeken.