“De basis is een sterk ras en het goede voeder”

226 Belgische melkschapen, 1 ram, 1 varken en 1 ezel, de Bergerie d’Acremont is kleinschalig in omvang, maar groots in bedrijfsvoering. “De activiteiten verder uitbreiden, is niet aan de orde”, zegt Peter De Cock. In de bedrijfsvoering gaat een derde naar de landbouw, een derde naar de verwerking en een derde naar de commercialisering.

“Half januari start de lammerperiode. Tot augustus worden de melkschapen 2 keer per dag gemolken, met een specifieke schapenmelkmachine, die in de Pyreneeën werd aangekocht. Van half augustus tot half oktober worden de schapen 1 keer per dag gemolken. Ze lammeren allemaal tegelijk, 1 keer per jaar.” Vanaf half augustus dekt 1 ram de volledige kudde.

Een schaap geeft ongeveer 300 l per jaar, dat is 20 à 30 keer minder dan een koe. “We beschikken jaarlijks over 60 à 65.000 l melk. Er gaat geen druppel schapenmelk buiten. Van half januari tot begin juli maak ik 7 dagen op 7 kaas. Dan kom ik niet buiten.” De schapenmelk wordt verwerkt in verschillende zuivelproducten zoals de gerenommeerde kazen, maar ook in yoghurt, ijs... Van het schapenvlees worden meerdere producten gemaakt zoals koteletten, bouten, worsten, hamburgers, patés, gehakt, chipolata, ragouts...

Excellente producten komen van kwaliteitsvolle dieren, die het beste voeder kregen. “Het voeder bestaat uit hooi, granen (triticale en spelt), ook lijnzaadschroot en luzerne. In totaal 35 ha, met 3,5 ha in eigendom. De rest is eigendom van de gemeente, de kerkfabriek en ook van een coöperatieve van consumenten.” Er is in deze Bergerie d’Acremont ook een vakantiewoning, waar boeren 100 euro korting op hun logement krijgen.