Tijdens de duur van een pachtovereenkomst is een landbouwbedrijf gewoonlijk in ontwikkeling. Soms worden nieuwe gebouwen opgericht, een andere keer worden bestaande gebouwen verbouwd of aangepast. Op het einde van de pacht blijven deze gebouwen eigendom van de verpachter omdat deze gebouwen door incorporatie zijn opgegaan in het onroerend goed van de verpachter.
Op het einde van de pacht stelt zich klassiek het probleem welke vergoeding de pachter moet krijgen voor de werken die hij uitvoerde en de gebouwen die hij oprichtte.
...
Dit artikel is alleen voor abonnees
U heeft uw maandelijkse limiet van gratis beschikbare artikels bereikt
Al abonnee of geregistreerd?
Log in of Activeer uw abonnement