‘t Hof van Rapenburg


Puur natuur
Melkrobot is te duur
“We melken nog ‘s morgens en ‘s avonds in een 2x6-visgraat. Een melkrobot vinden we vandaag nog te duur. Zo’n robot biedt wel voordelen, zoals 3x melken per dag en flexibelere uren, maar voor ons is dit nu voorlopig geen optie.” In de akkerbouw is er verder 16 ha tarwe, 15 ha gras en 60 ha maïs. “De hoogwaardige maïs die we niet gebruiken voor de koeien, geven we aan de kippen. Die krijgen naast het klassieke voeder ook geplette maïs.”
“Het opkweken van witblauwe vleeskalveren wordt meer en meer een hobby. Een zuiver vleesveebedrijf heeft het heel lastig. Ook wij zetten daar niet meer extra op in. Nochtans ben ik ervan overtuigd dat er niks kan tippen aan een goed stuk Belgisch witblauw. Lokaal, duurzaam, bijzonder smaakvol, met zorg gekweekt vlees: wat wil je als consument nog meer?”
Het voederrantsoen bestaat uit maïs, pulp, stro, gras, bierdraf, eiwitkern en CCM. “Er is geen verschil tussen zomer en winter. In de zomer krijgen de melkkoeien ook het winterrantsoen, al gaan ze allemaal op de weides. Die grasvlaktes liggen gelukkig allemaal rond het bedrijf, zodat er geen enkel beest de baan op moet. We zitten bij zuivelverwerker Friesland-Campina en krijgen voor die weidegang nog een toeslag.”
Heidi en Nic zijn niet voor maar ook niet tegen weidegang. “Die keuze moet elke boer voor zichzelf uitmaken. Wordt het een verplichting, dan haken veel melkveehouders af. Worden de aantallen te groot, dan is het geen nichemarkt meer en zal die toeslag wegvallen. Let wel, er is ook melk zonder weidetoeslag nodig. Niet iedereen kan zich de wat duurdere weidemelk veroorloven. Het klopt natuurlijk wel dat de productie door die weidegang wat lager is. Er is ook een ander aspect: een koe vlijt zich nog het liefst neer op de weide. En er is toch niks mooier dan runderen op weides te zien rondlopen en grazen?”
Productiecijfers
De productiecijfers bedragen 10.200 l per koe, met 36 eiwit en 44 vet. In elke bedrijfsuitbating is het zoeken naar de gulden middenweg. “We hebben nog meer liters gemolken, maar dan ga je vaak achteruit in vruchtbaarheid en uiergezondheid. Het aantal liters per koe dat je hebt, is vaak niet het voornaamste. Belangrijker is het totaal aantal liter dat in de melktank terechtkomt. We mikken wel nog in de toekomst op enkele honderden liters extra per koe.”
Bioveiligheid
Bij de braadkippen ligt de voederconversie op 1,48 per kg vlees. “Een kip weegt een goede 2 kg op 35 dagen bij het uitladen, of 2,6 kg na 41 dagen bij alles weg. Wat je aan het einde van de rit overhoudt, is het belangrijkste. Het is wikken en wegen voor de portemonnee om op zo een economische mogelijke manier een gezonde kip te produceren.”
Veel aandacht gaat naar bioveiligheid én dierengezondheid.
“Voor zowel het vlees-, melk- als pluimvee hechten we veel belang aan een goede gezondheid en het buitenhouden en voorkomen van ziektes. Zo wordt 1 witblauwe stier aangekocht. Bloed trekken daar, bloed trekken hier, daarna op de quarantaineweide. We houden met alles rekening. Als vrijwillige programma’s worden voorgesteld, doen we daar direct aan mee. We weten inmiddels dat vrijwillige programma’s vaak de voorbode zijn van verplichte programma’s. We willen mee zijn. IBR, BVD, paratuberculose, mycoplasma, mastitis...Veel aandacht gaat dan ook naar klauwgezondheid én naar biestmanagement.”
Preventie blijft de beste manier om insleep van ziektes te voorkomen. Positief ingesteld zijn, helpt ook. Ook de algemene hygiëne en de ongediertebestrijding zijn heel goed. Per stal is er apart materiaal voorzien, de kalfjes worden in kalverhutjes geplaatst, hebben elke een eigen emmer en ook de relatie met de dierenarts is uitstekend. Zo komen er ook geen handelaars in de stallen en zijn bedrijfseigen laarzen en kledij voorzien. Voor bezoekers zijn er laarzen in felle kleuren.
Nog dit: duurzaamheid gaat ook samen met hergebruik. “Grote voordeel is dat we zelf stallen gaan afbreken, na stopzetting, onteigening, faillissement... De inrichting is uiteraard wel nieuw. Maar door zelf de ruwbouw, isolatie... te hergebruiken, hebben we door de jaren heen veel bespaard op de prijs van de nieuwbouwwaarde. We zijn daar heel bewust mee bezig: de vaste kosten zo laag mogelijk houden om zo rendabel mogelijk te blijven.”
Zee en zwemvijver
Hergebruik is belangrijk , maar ook groene energie, met zonnepanelen. “Zonneboiler, voorkoeler, warmterecuperatievat, warmtewisselaar, regenwateropvang... We doen dat alles zonder dat we daar echt bij stilstaan. We denken nu ook aan de plaatsing van een middelgrote windmolen. Dat zou een mooie aanvulling zijn. Spijtig dat niet iedereen zulke principes leuk vindt. Het principe ‘Niet in mijn voor- of achtertuin ’ of anders gezegd de NIVEA’s zijn hier ook bekend.”
Nic en Heidi zijn, samen met de 3 kinderen, zo trots om landbouwer te zijn. “Zorgen voor goede en gezonde voeding is toch het mooiste beroep ter wereld? Of we dan nooit zin hebben om eens naar zee te gaan? Kijk daar eens, bestaat er iets mooier dan de stilte, de geur en de pracht van het landbouwlandschap met zwemvijver of poel?”