
Vandaag is er in een slachthuis onder meer al een dierenarts die in opdracht van het FAVV al een aantal taken voor het dierenwelzijn heeft, elk slachthuis heeft verder een Animal Welfare Officer en er is de inspectiedienst Welzijn. Daarbovenop komen nu ook nog dierenartsen met een specifieke opdracht voor de ‘bewaking’ van het dierenwelzijn.
“De sector doet al heel veel inspanningen en wij willen ook efficiënte controles”, zegt Bart Dochy, Vlaams parlementslid voor CD&V.
De 50 bijkomende, zelfstandige dierenartsen die een opleiding hebben gevolgd en een overeenkomst getekend, kregen allemaal slachthuizen toegewezen, rekening houdend met de afstand ten opzichte van hun woonplaats, de slachturen en de consultatie-uren. Er komen ook vliegende inspectieteams.
Voldoende overleg?
Enkele parlementsleden verwijten Ben Weyts een gebrek aan overleg. “Er was wel degelijk regelmatig overleg. Dierenartsensyndicaten hebben opgeroepen om het contract niet te ondertekenen, in hoofdzaak omdat ze een hogere vergoeding wensten. Die vergoeding was echter al op voorhand meegedeeld in de vacature en ligt 8% hoger dan zij die voor het FAVV werken”, zegt Weyts. Voor alle duidelijkheid: als een dierenarts geen ambtenaar is kan die niet zelf verbaliseren. “Ze kunnen wel rapporteren aan ambtenaren die bevoegd zijn voor het dierenwelzijn. Zij kunnen dan wel verbaliseren.”
Volgens Bart Dochy is er nood aan een hogere kwaliteit in het overleg. “In een rapport van FEBEV lees ik dat het gebrek aan daadkracht voortvloeit uit een gebrekkige analyse van de gevolgen van de regionalisering voor de controles langs Vlaamse zijde.” In de eerste fase worden die dierenartsen 3 uren per slachtdag ingezet. “Op grond van de resultaten van die controles volgt een analyse. We zullen ook heel specifiek ingrijpen waar de risico’s groter zijn. In het systeem zijn tenslotte vliegende brigades opgenomen die onaangekondigd controleren”, zegt Ben Weyts.