Startpagina Archief

Contouren van het nieuwe GLB bieden hoop

De Europese landbouwministers en Europarlementsleden hebben hun standpunt over een nieuw GLB bepaald. Het zal groener zijn dan voorheen, maar toch niet zo groen als men in bepaalde kringen wenste. Het inkomen van de boer staat terecht weer

hoog op de agenda.

Leestijd : 3 min

Europese politiek is complex, traag en ondoorzichtig. De afgelopen week spraken landbouwministers van 27 lidstaten met elkaar om hun standpunt over een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) te bepalen. Ook de ruim 700 Europees Parlementsleden kwamen tot een gemeenschappelijke inzet. De standpunten lijken dicht bij elkaar genoeg te liggen om uiteindelijk snel spijkers met koppen te slaan.

Als je een politiek besluit beoordeelt op basis van wie applaudisseert en wie schuimt van woede, zijn de standpunten die de Raad en het Parlement onafhankelijk van elkaar sloten, een groot succes voor de landbouw. Landbouworganisaties zijn voorzichtig positief, net als de Belgische regering die relatief ‘conservatief’ in de wedstrijd zat. Conservatief in de zin dat men hamert op het ‘oude’ belang van een goed inkomen voor de boer, met daarnaast extra aandacht voor jonge boeren en voor landbouwers die met hun bedrijf een omslag willen maken.

Aan de groene zijde is men minder enthousiast. Greenpeace spreekt van een “doodvonnis voor kleine boerderijen en het klimaat”. Ze vindt dat produceren voor het produceren nog altijd wordt gestimuleerd, en de vergroeningseisen te vrijblijvend en te zacht. De veeteelt moet wat hen betreft hard aangepakt. Die piste lijkt verlaten. Er is dus wel wat bereikt voor de Europese landbouw, en niet alleen dat de veeteelt niet wordt geofferd op het klimaataltaar. Ondanks de brexit is het landbouwbudget stabiel. Het systeem van inkomenssteun is verzekerd voor jaren. De ministers en het parlement hebben een streep gezet door al te ambitieuze boer-tot-bord-plannen van de Europese Commissie.

Maar, er is ook ruimte voor kritiek. De ‘one size fits all’-benadering wordt verlaten. De Europese politiek bepaalt straks doelen, en laat lidstaten grotendeels vrij in de wijze waarop deze worden bereikt. Als vertegenwoordigers van een complex federaal land is de Belgische regering daar weinig verrassend voor. Men ‘viert’ zelfs dat België van de EU geen nationaal beleid hoeft te maken, maar Vlaanderen en Wallonië dat apart mogen doen.

De grote flexibiliteit herbergt echter ook grote risico’s. De deur staat wagenwijd open voor renationalisering van beleid. Komt een deel van de problemen van de Belgische landbouw niet voort uit te weinig harmonisering, in plaats van te veel? De EU lijkt niet het pad te willen bewandelen van uniforme dierenwelzijnsnormen, zoals Duitsland voorstelde. Ook wat betreft gewasbescherming blijft een ongelijk speelveld bestaan. De bietenteelt krijgt in 12 lidstaten extra subsidies via gekoppelde betalingen van 350 euro per hectare, en dus in 15 staten niet.

Ter afsluiting: dit is mijn laatste edito. Per 9 november verlaat ik Landbouwleven als hoofdredacteur, om elders aan de slag te gaan. Collega Anne Vandenbosch volgt mij op ad-interim-basis op. Ik bedank u voor alle feedback die ik mocht ontvangen in de afgelopen 3 jaar, en weet zeker dat het blad in goede handen verder gaat.

Jan Cees Bron

Actueel

Vleesvee in Vlaanderen: meten is weten

Vleesvee De weegresultaten van zijn Belgisch witblauwe runderen zijn belangrijke bedrijfsgegevens voor veehouder Bruno Vanhaelemeesch uit Watervliet. “Rendabiliteit was tot aan de welgekomen prijsstijgingen van dit jaar lange tijd een grote uitdaging in het vleesvee. Wie de cijfertjes niet op orde heeft, haalt het niet”, vertelt hij.
Voir plus d'articles
Meest gelezen